...doorgaans werd in een dergelijk geval de diesel vóór de stoomlok geplaatst.
Er zijn meerdere termen die elkaar deels overlappen. Indien meerdere locs voor de trein staan (en tractie leveren) wordt dat meestal dubbeltractie genoemd, hoewel deze term eigenlijk is voorbehouden aan de situatie waarbij elk loc afzonderlijk wordt bediend.
De term dubbeltractie wordt gebruikt als er sprake is van twee (veelal dezelfde types) lokomotieven die door één machinist worden bestuurd. Om in dubbeltractie te kunnen rijden moeten die loks daar ook voor zijn ingericht, zodat de ene vanuit de andere bediend kan worden.Als dat niet mogelijk is, en er moeten toch twee loks voor de trein gespannen worden, dan moet er op beide loks een machinist zijn om de machine te besturen (en in het geval van een stoomlok dus ook een stoker). In dat geval spreken we niet van dubbeltractie maar van voorspan.
BegrippenAls een trein te zwaar is voor één locomotief, dan wordt er een tweede locomotief bijgeplaatst. Dit noemen we dubbeltractie of rijden in voorspan: er is een extra voorspanlocomotief voor de trein geplaatst. Als de extra locomotief achteraan de trein wordt geplaatst, dan noemen we dat opdrukken: er is een opdruklocomotief achter de trein geplaatst.Bij de eenvoudigste vorm van dubbeltractie heeft elke locomotief zijn eigen machinist. Bij stoomlocomotieven is dit altijd het geval (uitzondering: het ontwerp van de Leader). Bij diesel- of elektrische tractie is het mogelijk dat beide locs door één machinist worden bediend: dit heet rijden in treinschakeling. Andere termen hiervoor zijn rijden in multiple of in stuurstroom.Een bijzondere vorm van dubbeltractie is gemengde tractie: de trein wordt getrokken door twee verschillende soorten locomotieven, bijvoorbeeld een dieselloc en een elektrische loc. Meestal zijn er dan twee machinisten nodig, maar bij de treinen die ACTS liet rijden door een eloc (1200) en een dieselloc (6700), kon de machinist vanuit de 1200 ook de 6700 bedienen. Dit was geen treinschakeling, omdat beide locs afzonderlijk werden bediend.Het bovenstaande geldt natuurlijk ook als er drie of meer locomotieven aan een trein zijn gekoppeld. In Amerika rijden goederentreinen die zo lang zijn, dat er diverse locomotieven nodig zijn die verspreid zijn over de trein: voor, in het midden en achterop. Deze worden via radiosignalen vanuit de voorste locomotief bediend.Als je aan een trein twee locomotieven ziet, wil dat niet automatisch zeggen dat er sprake is van dubbeltractie. Het kan ook zijn dat er een locomotief is bijgeplaatst die zelf niet meetrekt: dit is dan een locomotief in opzending. Een trein die alleen uit een of meer locomotieven bestaat, dus zonder wagens of rijtuigen, noem je een loctrein of losse-loctrein (LLT).