Deining in Dönsdorf

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   267}


Fuchs – 6

Een 44er stopt precies op de juiste plek bij de bekoling. Petro laat de stortplaat van de kolenlift wat zakken en drukt balorig op de knop van de eerste lift. Een lorrie gaat omhoog en wordt omgekiept. Met veel bombarie rollen stukken steenkool in de tender. Dan gaat de tweede lorrie omhoog. Intussen kijkt Georg Müller, de machinist van de goederentreinloc, geïnteresseerd naar de nieuwe machine, die door Horst wordt bediend.
‘Heb je eindelijk een Fuchs gekregen?’
Horst kijkt om. ‘Jawohl! Das Warten hat sich gelohnt.’


486   Toch wel handig, die hoge cabine.

‘Wij waren vandaag in Hagen,’ vertelt Georg, ‘en troffen daar Peters en Klätzmaier. Die wisten te vertellen, dat ze in Lümmeln ook zo’n machine hebben ontvangen.’
‘Ook al? Het kan niet op opeens.’
‘Die wordt nu door Ammeräth opgetuigd.’
‘Daar kan hij dan nog plezier aan beleven, haha!’
‘Hoezo?’
‘Voor de juiste manier van bekabelen moet je wel even gaan zitten, namelijk.’
‘Oh, nou… Dat merkt hij vanzelf wel.’
Lachend laat Horst de grijper zakken.
‘Sagma, Horst. Worden de tenders voortaan met jouw kraan gevuld?’
‘In plaats van met lorries en de kolenlift, bedoel je?’
De machinist knikt.
‘Nee, het blijft als voorheen, alleen worden de lorries niet meer met de hand gevuld. Met onze eigen Fuchs hoeven we ook niet meer bij de Bahnmeisterei om hun machine te bedelen.’
‘Maar deze Fuchs kan toch ook direct de tenders laden?’
‘Ja, maar dan weten we niet precies hoeveel er geladen wordt. Dat kan wel met de lorries. Eén lorrie is vijfhonderd kilogram.’
‘Tuurlijk. Zo doen ze dat in Ottbergen ook, ja.’


Met vriendelijke groet,
Bas

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   268}


Rijtuigen poetsen

Heinz Koch gaat naar de kleine loods. ‘Mopperdemopper. Waarom staan die wagens nou weer hier? Mopperdemopperdemopper…’


487   3yg-Rijtuigen bij de kleine loods.

‘Wat moeten die ombouwers in het Bw?’ vraagt hij aan Karl Schmidt.
‘We geven ze een poetsbeurt.’
‘Kan dat niet gewoon in het Abstellbahnhof gebeuren? Of in het Bww?’
‘Daar hebben ze geen tijd voor en deze wagentjes moeten snel weg. Ze worden umbeheimatet nach Lümmeln.’
‘Omgestationeerd? Aha! Wat moet eraan gebeuren?’
‘Normale procedure: afvalbakken legen, vloeren dweilen, ramen zemen, toiletten reinigen en zo. Die bakken heb ik net geleegd, de wc’s zijn schoon en de wagens zijn in Eckheim al door de wasstraat gehaald.’
‘Zijn ze erg vuil van binnen?’
‘Nee, dat valt erg mee.’
‘Ruim de poetsspullen dan maar op. De rest moeten ze maar in Lümmeln zelf doen, want…’
‘Ja, maar…’
‘Es tut mir leid. Wij hebben geen tijd hiervoor. Zie je die locomotieven daar? Die hebben mijn prioriteit.’
‘Oké, oké. Het is al goed, maar dan later niet bij me komen klagen, dat de heren in Lümmeln niet tevreden zijn, hè?’
‘Kom kom. Dat loopt wel los. Daar zijn ze niet zo snel in paniek, hoor.’
Korte tijd later staan de Umbau-Dreiachser op een zijspoor te wachten om naar Lümmeln gebracht te worden.


488   Gereed voor transport naar Lümmeln.


Met vriendelijke groet,
Bas

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   269}


Korte trein uit Lümmeln

Vorige week zijn drie goederenwagens naar Dönsdorf gebracht. Laat in de avond bereikte de trein in volle duisternis zijn bestemming. De wagens werden op een zijspoor werden afgesteld en de loc kreeg in het Bw verse voorraden. Veel personeel was al naar huis of nog onderweg. Joachim Klätzmaier en Paul Bieger keuvelden wat met de nachtstoker over de meest gunstige manier van kolenladen en brachten vervolgens een paar uurtjes door in de Übernachtung. De volgende morgen waren de heren al weer vroeg in touw. Met een viertal ombouwers keerden ze terug naar Lümmeln.


489   De achtergelaten goederenwagens.


Met vriendelijke groet,
Bas

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   270}


Rangeerwerk in het Bw – 1

Een Köf III rangeert in het Bw. Nadat een wagen met bouwafval in de lange loods is vervangen door een lege, wordt een koude 24 uit de loods getrokken. De stoomloc heeft een onderhoudsbeurt gehad en zal weer opgestookt worden.


490   De kleine rangeerloc drukt de loc op het spoor naast de zandoven.

Rainer Kraus, de machinist, springt van zijn locje en koppelt de 24 af. Dan rijdt hij over de draaischijf naar de Lokleitung, waar Marks hem vanaf de eerste verdieping ziet aankomen. Hij opent een raam.
‘Rainer, komm’ bitte mal hoch.’
‘Jawohl.’
De machinist zet de Köf op de rem en gaat de Lokleitung binnen.
‘Was ist los?’
‘Er komt een locomotief uit het noorden. Die zal hier een tijdje blijven.’
‘Oh.’
‘De loc komt in opzending met Nahgüterzug 52.’
‘Vandaag?’
‘Volgens de berichten wel. Wil jij hem voorlopig afstellen achter de lange loods op spoor 161?’
‘Maar dat spoor is…’
De telefoon begint te rinkelen: Tring!
‘Dat spoor is bezet met Umbauwagen van de Bahnmeisterei.’
‘Staan die daar – Triiinggg! – nog steeds? Die zouden toch naar Eckheim gaan?’
‘Ja, vorige week al.’
Tri-hiiing!
Markst neemt de telefoon op. ‘Lokleitstelle Dönsdorf, mit Marks.’
‘Hallo Helmut,’ klinkt aan de andere kant van de lijn. ‘Hier ist der Leon, live aus Eckheim.’
‘Ah, Daar hebben we Leon Fischer. Goed dat je belt, want ik wil weten wanneer jij jouw ombouwwagens komt ophalen.’
‘Ja, daar bel ik voor. Jij beloofde mij vorige week om ze naar Eckheim te laten brengen.’
‘Oh, is dat zo? Dat heb ik verkeerd begrepen. Entschuldigung.’
‘Ik zit niet om die wagens te springen, maar zou ze toch eens aan deze kant van de Steige willen hebben.’
‘Augenblick.’ Marks kijkt Rainer aan. ‘Kun jij die Umbauer vandaag naar Eckheim brengen?’
Rainer werpt een korte blik op de klok. ‘Geen probleem.’
‘Leon? Dat treintje komt vandaag nog naar je toe.’
‘Wunderbar! Danke, Helmut.’
De lijn wordt verbroken.
‘Ik loop wel even naar de Fahrdienstleitung,’ zegt de machinist, ‘om die rit aan te melden.’


491   Lokleitung.

Rainer is snel terug. ‘Geregeld. De wagens van de Bahnmeisterei kunnen weg. Dat zal ik eerst maar even doen.’
Marks bromt goedkeurend. ‘In Ordnung.’


Met vriendelijke groet,
Bas

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   271}


Rangeerwerk in het Bw – 2

Rainer Kraus rijdt zijn Köf met een zachte bons tegen de Umbauwagen van de Bahnmeisterei aan en stapt uit om de korte trein aan te koppelen. Dan controleert hij de rijtuigen. Bautruppführerwagen staat op de eerste. De andere hebben niet minder letterverslindende namen: Waschduschwagen, Wohnschlafwagen en Küchenaufenthaltswagen.
‘Drie keer woordwaarde,’ mompelt Rainer, die gisteren een verwoede poging deed een spelletje Scrabble te winnen. Bijna had hij het voor elkaar, toen zijn echtgenote aan het woord gen de letters A, D en E toevoegde. Dat doorkruiste zijn plannetje, maar gaf hem wel een nieuwe, nog betere kans. Nog even op zijn dochter wachten, dan was het zover. Dochterlief kwam met vier letters, die het woord van haar moeder opnieuw verlengden: K, L, A en P. Met deze genadeklap veegde zij vaders triomf van tafel en won het gezelschapsspel.


492   Controle.

De controle van de omgebouwde ombouwers is vlot uitgevoerd. Op het oog geen problemen. Rainer klimt in de Köf en als de rem op druk komt, arriveert de wagenmeester voor de remproef. Eén wagen wil niet goed meewerken. Met een paar rake hamerslagen wordt hij in het gareel geramd. De proef wordt opnieuw uitgevoerd. Nu functioneert alles naar behoren. Dan rijdt Rainer de trein naar de andere kant van het Bw. Bij het Brückenstellwerk geeft hij een kort fluitsignaal. De seinhuiswachter steekt zijn arm op. Verderop gaat een wissel om en draait een sein op veilig. Zonder mankeren wordt de trein naar de Dönsdorfer Steige geleid om naar Eckheim af te zakken.


493   Onderweg naar Eckheim.


Met vriendelijke groet,
Bas

[jerrytrein]

 

[tijgernootje]

Leuke verhalen weer,hopelijk blijft t voor Rainier bij de "genadeklap" op t scrabble bord, tijdens z'n ritje 

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   272}


Blaffhart am Telefon

De Betriebswerkvorsteher kijkt een staatje van de Lokleitung door. Hij prevelt wat, tilt de telefoon van de haak en draait een nummer.
‘…’
‘Hallo, Marks. Waldstein hier. Wat bedoel je met “loc uit het noorden”?’
‘…’
‘Ja,…’
‘…’
‘Nee, maar die is dus nog niet gearriveerd.’
‘…’
‘Ach so.’
‘…’
‘Alles klar. Danke!’


494   Werkkamer.

De chef staat op en kijkt nadenkend naar een foto achter zijn bureau, totdat de telefoon weer voor onrust zorgt. Aan de beltoon hoort hij dat het een buitenlijn is.
‘Gutentag. Betriebswerk Dönsdorf. Waldstein am Apparat.’
‘…’
‘Hallo, Herbert! Wie geht’s in Lümmeln?’
‘…’
‘Och, de dagelijkse gang van zaken.’
‘…’
‘Een loc uit Lümmeln? Hoezo?’
‘…’
‘Nee,…’
‘…’
‘Nee, dat is mij niet bekend. Ik las net een rapportje van mijn Lokleitung en daarin wordt Lümmeln niet genoemd.’
‘…’
‘Klätzmaier? Die kletst wel vaker wat rond. Wat zei hij?’
‘…’
‘Daar weet ik niets van af. Wel van andere hier ophanden zijnde materieelwisselingen, maar die hebben geen invloed op jouw locbestand, voor zover Dönsdorf is betrokken.’
‘…’
‘En door dat bericht laat Beckensauer zich van de wijs brengen?’
‘…’
‘Haha! Doe dat.’
‘…’
‘Das hört sich ausgezeichnet, vorzüglich, herausragend, fabelhaft und überhaupt erstklassig tadellos an.’
‘…’
‘Auf Wiederhören, Herbert.’


Met vriendelijke groet,
Bas

[ex44]

Schitterende foto, van zo'n foto aan de muur. En Waldstein er voor, al telefonerend. Prachtig!

Lok uit het noorden... laat me raden... 23 105 uit Minden?

[Basilicum]

Dank je.
Al doet de foto anders vermoeden: het is geen 23er.

Groet,
Bas

[JaJo]

Leuk Bas!

Groet Jaap

[tijgernootje]

Leuk verhaal weer,die foto is dan zeker een 35er ?
Ofwel de DR versie van een 23er.

[Basilicum]

De loc op de foto in de werkkamer is een West-Duitse 23; de loc uit het noorden is geen 23.
Kortom: wordt vervolgd.

Groet,
Bas

[ex44]

...is een West-Duitse 23

't Is me toch wat met die jeugd... dat houdt DB en DR al niet meer uit elkaar...

Wat die lok uit het noorden betreft, ik krijg nu toch zo'n (ander) bruin vermoeden..

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   273}


Locomotief uit het noorden – 1

Net zoals overal is ook in Dönsdorf verandering de enige constante. Die loc uit het noorden is om de een of andere reden toch nog niet gearriveerd. Dat is niet zo erg, want voorlopig zal ze in Dönsdorf alleen maar afgesteld worden. Intussen zorgt het nieuws voor speculatie welke locomotief het zal zijn. ‘Uit het noorden’ is vaag genoeg om allerlei series de revue te laten passeren.
‘Het kan een 87 zijn,’ stelt Petro voor. ‘Die rijden alleen maar in en rond Hamburg.’
‘Kan,’ zegt Steffen, ‘maar misschien is het wel een Fliegende Hamburger.’
‘Dat is een treinstel, geen locomotief,’ verbetert Heinz. ‘Zou het zo’n Mickey Maus van de LBE zijn?’
Horst fronst. ‘Mickey Mouse?’


495   Giswerk.

‘Ken je die niet? De Lübeck-Büchener Eisenbahn heeft in de jaren dertig een paar series gestroomlijnde tenderlocomotieven gehad. In de volksmond werden die Mickey Mäuse genoemd. Ze deden samen met dubbeldeksrijtuigen dienst tussen Hamburg en Lübeck.’
‘Nooit van gehoord. Bestaan die nog?’
‘Dat weet ik eigenlijk niet. Volgens mij zijn ze intussen ontdaan van hun gestroomlijnde kap. Er waren
ook omgebouwde 74ers bij.’
‘Dan kan het ook een loc van een andere Privatbahn zijn,’ merkt Petro op.
‘Of die Deense diesel,’ gooit Horst in de groep. ‘Die is hier al eerder geweest.’
‘Bedoel je die bolle neus?’ vraagt Heinz. ‘Dat zou wel leuk zijn, dan kan-ie eindelijk eens een rit maken met de Beierse museumtrein.’
‘Nee, toch?’ bromt Steffen. ‘Loop je nog steeds met dat suffe idee rond?’
‘Ja, lijkt me wel een mooie combinatie.’
‘Tsss…’
Petro doet nog een paar duiten in het zakje. ‘Het kan natuurlijk ook doodgewoon een V200 zijn. Of een Lollo. Oder eine Null Drei hoch Zehn.’
‘03¹⁰ uit Hagen!’ roept Steffen. ‘Ja, dat zou mooi zijn. Die zien we hier niet zo vaak.’
‘Kan ook, maar…’ Horst steekt een wijsvinger in de lucht. ‘Uit het noorden kan natuurlijk ook anders uitgelegd worden, zoals een loc uit het noorden van Frankrijk. Locomotive du nord.’
‘Tja,’ zucht Heinz, zijn pet verschuivend. ‘Zo komen we er nooit uit…’


Met vriendelijke groet,
Bas