Nou de 3737 is het zelfde als de Zweedse lokken bij de ZLSM duur in bedrijf stellen en houden van die machines,door de materialen,zoals koper brons enz.Het zijn luxe machines tegenover de Duitse,die werkpaarden zijn en veel minder edelmetalen zitten,en van de duitse machines zijn duizenden gebouwd en onderdelen onderling uitwisselbaar en dat is bij de luxe machines niet zo.gr,Jo
*Fantasie modus aan*Als het spoorwegmuseum nou het stammetje plans D's van de vsm over koopt en mooi turkoois verft voor achter de 1125 en de andere elocs (zelfs de 3737 dan natuurlijk mogelijk)Met geld kan de VSM weer een hoop andere mooie dingen doen (plan k's opkappen) Kan die NSM plan K mooi naar de VSM, de plan E en W naar SHD..*Fantasie modus maar weer uit *
Hoi Emiel ,Heb het over onderhoud en niet over rijden de 3737 heeft veel koperwerk waar de Duitse machines andere materialen gebruiken.Luxe machines zijn machines waar veel onderhoud aan is en weinig mee gereden of niet wordt. Wij zien dit ook bij onze Zweedse machines,hoe moeilijk het is om hun actief te houden,en voor de rest heb je gelijk.groetjesJo
Oudere locs hebben nou eenmaal meer onderhoud nodig dan jongere locs, en een bijkomstig voordeel van de jongere Duitsers is het gemak van grote series met uitwisselbare onderdelen. Waren dit kleinere series geweest (lees: was de 2e wereldoorlog nooit uitgebroken), dan hadden die locomotieven tegenwoordig met dezelfde problemen gekampt.
Denk op die manier is ook de 65 018 bij de SSN gered.
Ik vrees dat dit voor museumlocs niet echt op gaat. Leeftijd zegt niets over de mate van onderhoud. Het gebruik zegt iets over de mate van onderhoud. En dat heb je nog twee best wel grote verschillen. Een stoomloc die min of meer dagelijks gebruikt wordt, zal met name onderhoud vergen in de bewegende delen. Een stoomloc die slechts incidenteel rijdt, heeft veel meer te maken ketelonderhoud, omdat deze het overgrote deel van de tijd koud is en dus ten prooi kan vallen aan corrosie. Hoewel bij het gebruik ervan een stoomketel aan slijtage onderhevig is, is het niet gebruiken van een ketel nog veel slechter, tenzij je de ketel goed conserveert. Maar ja, dan kun je hem weer niet gebruiken.Wat het onderdelen-verhaal betreft, die uitwisselbaarheid klopt uiteraard. Maar dan moet je die onderdelen wel hebben. Bovendien: alles is maakbaar. De SHM vervaardigd tegenwoordig gewoon zelf injecteurs van brons die historisch verantwoord zijn. Kijk eens naar het revisieverslag van de 6513. Die loc is voor het overgrote deel nieuwbouw.Groetjes,Emiel
Sorry, ik wilde alleen maar wat meer weten over de plannen van de musea betreffende hun materieel.
Ik heb helemaal geen zin om me op andere fora in te schrijven voor elk verschillend ding wat ik wil vragen.
Die bruine 2530 wordt dan weer gecompenseerd door de blauwe 2412.