Heel simpel, iets oplossen door eerst een kortsluiting te laten ontstaan (hoe klein ook) is in de basis gewoon een verkeerde reden.
Wat is er op tegen om te schakelen op basis van een kortsluiting, op voorwaarde dat dat snel genoeg gebeurd?
Dat vond ik bij de Lenzschakeling wel een probleem, afhankelijk van de gebruikte centrale. Het instelschroefje bood niet altijd een afdoende oplossing. Bij de Digikeijs lijkt dat probleem opgelost.
Maar ik had eerst de LK100 van Lenz en dat was gewoon een ramp. De jusite instelling vinden met de potmeter om altijd betrouwbaar te werken was haast onmogelijk. Iedere trein heeft zijn eigen karakteristiek en daar is/was moeilijk een gulden middenweg in te vinden.Was blij toen er betere alternatieven beschikbaar kwamen.
Het risico van een kortsluiting is dat je daarmee een potentieel (brand)gevaarlijke situatie creëert.Daarom wil je een kortsluiting liefst voorkomen of, wanneer het wel voorkomt, zo snel mogelijk opheffen.
Een keerlus voorzien van een schakeling die eerst een kortsluiting laat ontstaan om dan heel snel in te grijpen en daarmee zichtbare schade te voorkomen, dat is zoiets als een wegennetwerk waarop je de auto's niet voorziet van een chauffeur (*) die tijdig remt maar van een systeem dat eerst de botsing laat plaatsvinden en dan zo snel ingrijpt dat er toch geen zichtbare schade is.
... dolzinnige vergelijkingen ...
En het voorkomen van die onnodige signaalverminking was voor mij de reden om te kiezen voor een keerlusmodule die met echte detectie werkt, dus met inrij- en uitrijsecties.