Als je doorbladert, vind je 'binnenzeskantschroeven', wederom een Germanisme van het zuiverste water... zo'n ding heet in gewoon Nederlands een 'inbusbout'.
Als de bediening aan de 'binnenkant' zit is het een schroef (inbus, gleuf, Torx, etc.).
Om op het bericht van Gemberbier terug te komen:Volgens mij is de enige definitie van schroeven en bouten:Een schroef wordt middels een uitsparing in de kop aangedraaid. Een bout wordt aangedraaid door aan de buitenkant een moer te bevestigen.Daarom ook houtdraadbout (taps toelopend schroefdraad)Uit Duitse literatuur, toch wel de grondlegger van de werktuigbouwkunde...Gr, Bert
Wat is dit dan?