Projekt 083-338

[tothebeach]

42 lijkt me duidelijk. Evt met toelichting.
Voor het overige tast ik in het duister. Maar dat is eigenlijk niet nodig, daar we het ultieme antwoord al hebben

Groet,
Michel

[gvandersel]

Michel,

42 lijkt me duidelijk. Evt met toelichting.
Voor het overige tast ik in het duister. Maar dat is eigenlijk niet nodig, daar we het ultieme antwoord al hebben

Boek gelezen en had ook meteen dezelfde associatie. Nu lijkt mij de vraag echter 083 en 338 is daar iets mee te beginnen (in relatie tot 42).

Groet,

Gerard van der Sel.

[dimo1_dimo1]

off topic:
56 pagina`s a 15 post=840
840/de 4 posts hier op deze pagina=210
338-210=128
128-83=45
net geen 42

[Basilicum]

Hmmm… Ik krijg associaties met het boek 08/15 van Kirst, waarin generaal Luschke zijn ondergeschikte Schulz op gelijke manier met succes van het stuk brengt.

Groet,
Bas

[ex44]

Wat een diepzinnigheid allemaal 
De "ggd" van 083 en 338 is 41, geen 42 

@Bas: jij leest tenminste de goeie boeken 
Vierbein komt eraan!

Groet,
Jan

[Basilicum]

Dank.
Zweibein werkt al in Dönsdorf.

Groet,
Bas

[ex44]

't Zijn vast neven.... 

[ex44]

In Lümmeln nichts Neues

“Ein junger Herr fragt ob Sie einen Moment Zeit für ihn haben“, kondigt Claudia een bezoeker in het kantoor van Blaffhart aan.
„Aha! Gut! laβ‘ ihn bitte reinkommen. Danach Kaffee, bitte. Danke, Claudia!“
….
„Einen guten Tag wünsche ich Ihnen! Bitte, setzen Sie sich! Sie müssen der Herr aus Dönsdorf sein, wie war’s noch mal, Peters, nicht wahr? Blaffhart ist der Name, Herbert Blaffhart. Ach, der Kaffee ist da! Danke Claudia! Können Sie mal so freundlich sein, und Herr Ammeräth hierher rufen? Er ist wahrscheinlich im Öllager beschäftigt. So, und nun erzählen Sie mal, Herr Peters, Ihre ganze Geschichte.“

Omstandig doet Ralf Peters, want die is het, verslag van zijn belevenissen de laatste tijd in Dönsdorf.
Terwijl hij zijn verhaal vertelt, komt Gerhard Ammeräth ook het kantoor binnen. Nadat ze kennis gemaakt hebben vraagt hij Peters:



“Und wo ist jetzt Ihr Wohnwagen, Herr Peters?“
„Nicht weit von hier ist ein Campingplatz, an dem Fluβ, mit dem Auto ist es ungefähr ‘ne Viertelstunde.“
„Und was haben Sie vor, in der Zeit dass Sie hier sind, dort im Wohnwagen wohnen bleiben?“
„Ja, so schnell wird sich eine Wohnung wohl nicht finden lassen, oder?“
„Hm. Das wird sich noch zeigen. Haben Sie den Kaffee schon ausgetrunken? Ja? Na schön, dann wollen wir mal.“

Ammeräth en Peters pikken in de kantine Elisabeth op en gedrieën staan ze even later bij de woning van Elisabeth.



“Das hier ist mein Haus”, zegt Elisabeth. “Ich wohne im ersten Stock, den Raum unten vermiete ich einem Händler, der hat dort sein Laden. Ich habe schon seit einiger Zeit vor, umzuziehen, jetzt ergibt sich ein Grund, damit endlich anzufangen. Innerhalb eine Woche können Sie meine Wohnung, das heiβt also, das Obergeschoβ, mieten. Wenn es Ihnen gefällt. Wollen wir mal hinein gehen?“

Waarop het gezelschap zich in de woning begeeft. Terwijl Ralf de woning bezichtigt, zegt Gerhard:

”Den Wohnwagen holen sie nachher hierhin, den können Sie bei mir im Hof abstellen. Solange Sie die Wohnung nicht beziehen können, wohnen Sie im Hotel König. Dort können Sie auch das Abendessen nehmen, aber in der Kantine, bei Eilsabeth, ist es durchaus auch nicht schlecht. Wenn Sie nichts dagegen haben, zusammen mit mir und Elisabeth zu speisen.“
‚In einem Hotel schlafen? Wer soll das bezahlen? Ich weiβ nicht…“
„Och, die Rechnung kriegt der Blaffhart, und der schiebt sie den Sauerbeck zu. Das findet sich schon, da brauchen Sie sich keine Sorge zu machen!“

Op de terugweg richting Bw laat Gerhard nog even zien dat hotel König recht tegenover het Bw ligt. Ralf boekt meteen voor de komende week een kamer. Die stugge noorderlingen vallen ‘m best mee.

[Martin Welberg]

Loopt wel lastig met die plaatjes aan je schoenen 

[Hendrik Jan]

Daar moet je doorheen kijken

Hendrik Jan

[ex44]

Ja, zoiets. Maar verder ben je wel lief, hoor Martin 

[Basilicum]

Peters wordt groots ontvangen!

Groet,
Bas

[IJzeren Hein]

Ze hebben wel smaak in Lümmeln, Willink en Rubens is toch wat anders dan zo'n verkiezingspostertje. 

[ex44]

In Lümmeln nix los

Blaffhart maakt zijn dagelijkse wandelingetje over het terrein van het Bahnbetriebswerk waarover hij als Vorsteher de scepter zwaait. Onderweg maakt hij met deze en gene een praatje.



Ook peinst hij nog over de nieuw aangekomen stoker uit Dönsdorf, Ralf Peters. Peters zal de komende tijd zijn diensten in Lümmeln gaan draaien.
De vraag is alleen, bij welke machinist hij zal worden ingedeeld. Joachim Klätzmaier? Die kent hij in elk geval van de tijd dat Kätzmaier geschoold werd en ervaring opdeed met diesellocs in Dönsdorf. Maar wat heeft een stoker op een dieselloc te zoeken?



Sattrot dan? Goeie vent, maar het is niet te verwachten dat Peters veel aan hem zal hebben.
Misschien Klaus Thaler, een ervaren ouwe rot met veel levenservaring, die ongetwijfeld in staat is Peters op z’n gemak te stellen. Maar als oudgediende doet hij vrijwel uitsluitend rangeerwerk, en om nou zo’n jonge, frisse kracht daar z’n tijd te laten slijten is ook weer zo wat.



Blaffhart besluit terug te gaan naar het Verwaltungsgebäude en maar eens van gedachten te wisselen met Jakob Kusto van de Lokleitung.

[Ruud K]

Het is en blijft genieten hier in dit draadje

Groet,
Ruud