Deining in Dönsdorf

[Rotterdam]

over de ruil van DB en DR waarmee DB E18 en E94 van de DR kon verkrijgen bestaan diverse
verhalen,de ene was Stoomketels en Drijfassen van de DB,de andere Koper voor her-electrificatie DR.
kan mij echter niet voorstellen dat ze dan E locs inruilen die ze kort daarna dringend nodig hadden,
de E18 was so wie so overbodig want de meeste baanvakken DR waren enkelspoor met max 120,
de E18 had echter ook met wijziging in de overbrenging zware goederentreinen kunnen trekken,die
toen top prioriteit hadden bij de DR.ik denk dus dat ketels en Drijfassen de waarheid zullen zijn,temeer
daar de DR toendertijd grote problemen had om Drijfwielen Sneltreinloks te herstellen,voor de 18.201
heeft men ook wielen gedraaid bij Krupp in Essen.

Er waren ooit plannen bij DB om P10 lokomotieven die vrij snel overbodig waren in de verkoop
te doen aan de DR,die net een reko programma opgesteld had voor ombouw in serie 22,die plannen
zijn niet doorgegaan

concreet zijn er grote series goederenwagons aan de DR geleverd,onder andere E wagons en Eds wagons
maar ook Gbs wagons,en er werden grote series nieuwbouw goederenwagons door de DR bij franse
en Belgische firma's besteld,dit soort transacties werden veelal door speciale firma in de DDR
afgewikkeld,niet direct dor de DR

heel interessant bij de VES M Halle zijn de omgebouwde Franse Sneltreinloks 07.001 en 08.001
en een grote Franse tenderlok,ik meen 79.001.Daar deze machines eenlingen waren en ook nog
vier cilinder verbundloks zullen de kosten zich nooit geamortiseerd hebben,het waren wel
prachtige machines.de sneltreinloks reden dresden-Belin Ostbhf-dresden.
en als ze geen dienst hadden stonden ze in Halle

mvrgr
willem

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   363}


Nòg een IVh naar het arbeidersparadijs? – 3

Die middag belt Waldstein naar de Bundesbahndirektion in Frankfurt, maar wordt niet wijzer. Een telefoontje naar Minden levert weinig op, want de mensen, die er iets over kunnen zeggen, zitten midden in een belangrijke vergadering of zijn niet aanwezig.
‘Ik zal een notitie maken,’ belooft de telefoniste, ‘zodat u teruggebeld wordt. Wat is uw telefoonnummer, meneer Waldstein?’
De chef noemt het nummer, bedankt vriendelijk en belt af. Als de hoorn is neergelegd, gaat hij verder met meer dringende zaken.

Tegen de avond komt 18 316 eerder dan verwacht in Bw Dönsdorf aan. Lokführer Franz Eigl en Heizer Peter Kohlengräber verzorgen de sneltreinlocomotief, voorzien de haar van water, brandstof, olie en zand, en zetten de machine samen met de beproefde locomotief op een opstelspoor. Daarna gaan ze zich melden in de Lokleitung.
‘Guten Abend, Marks.’
‘Hallo! Jullie zijn eerder terug dan ik verwachtte.’
‘Klopt,’ knikt Peter. ‘De proefritten op de Schwarzwaldbahn met een Steilstrecken-V100 verliepen voorspoedig. Hopelijk kunnen wij hier overnachten, want morgen gaan we verder naar Minden.’
‘Naar Lümmeln,’ verbetert Franz. ‘In Minden wordt aan de draaischijf gewerkt, waardoor we tijdelijk Lümmeln als Heimat hebben.’
‘Oh ja, je hebt gelijk.’
Bij Marks gaat een lampje branden. ‘Aha! Nou begrijp ik waarom onze Betriebswerkvorsteher niemand te spreken kon krijgen in Minden.’
‘Is er iets aan de hand dan?’
‘Weten jullie het nog niet over jullie geliefde 18 316?’
‘Nee, wat is er loos?’
‘We kregen vanmorgen opdracht van BD Frankfurt om 18 316 klaar te maken voor overdracht aan de Reichsbahn, VES-M Halle.’
‘Aan de Reichsbahn?’ vraagt Franz ontsteld. ‘Hoezo?’
‘Er kwam een telex van BD Frankfurt, waarin de opdracht stond.’
‘Hoe kan dat nou? Frankfurt heeft toch helemaal niks te zeggen over materieel van het LVA?’
‘Dat vond onze chef ook. Hij belde een beetje rond, maar meer informatie kregen wij nog niet. Dat Lümmeln tijdelijk taken van Minden waarneemt, wist ook niemand ons te vertellen.’
‘Ik vind het maar vreemd,’ zegt Franz.
Peter kijkt hem aan. ‘Wat doen wij nou? Rijden we morgen verder of blijven we hier rondhangen?’
‘Doorrijden,’ besluit de machinist. ‘Hier blijven heeft geen zin.’
‘Lijkt mij een prima idee,’ stemt Marks in. ‘We hebben nog voldoende bedden in de Übernachtung.’
‘Ah, heel fijn. Maar we gaan eerst gaan eten.’
‘Selbstverständlich. Eet smakelijk.’


607   18 316 op een opstelspoor.

Vroeg in de volgende morgen vertrekken Peter en Franz met gemengde gevoelens naar Lümmeln.


Met vriendelijke groet,
Bas

[Rotterdam]

Werkelijk prachtige machines uit Baden   

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   364}


Nòg een IVh naar het arbeidersparadijs? – 4
^{Geschreven door Jan, alias 44.}

Na een lange rit vanuit Dönsdorf komt 18 316 Bw Lümmeln binnengereden. Zoals eerder al beschreven, is de draaischijf van Bw Minden – de eigenlijke thuishaven van de LokomotivVersuchsAnstalt en daarmee ook van (onder andere) 18 316 – in het ongerede geraakt. Locs en een groot deel van het personeel zijn daarom tijdelijk in Lümmeln ondergebracht. Dat dat de nodige problemen, vooral in de communicatie, met zich meebrengt, hebben we eveneens reeds mogen lezen.

Als de grote Länderbahnlok bij de Kohlebansen tot staan komt, slingert Franz Eigl zich van de bok met de woorden: ‘Als jij haar even verder afwerkt en de loods in rijdt, dan ga ik ondertussen even kijken of ik Düring te pakken kan krijgen. Dat rare verhaal waar die Waldstein en Marks in Dönsdorf mee aankwamen, zit me niet helemaal lekker. Voor je het weet kachelen we dadelijk rond op zo'n drie-cilinder hinkepoot, die om de haverklap stuk gaat.’
De stoker, Peter Kohlengräber, die wel gewend is om in z'n eentje de lok te restaureren, steekt even z'n hand op en zegt: ‘Schon gut, Franz, ik zie je straks wel in de kantine. Ik ben benieuwd wat Elisabeth vandaag op tafel zet!’
‘Jij denkt ook altijd alleen maar aan eten,’ grinnikt Franz.


608   Franz slingert zich van de loc.
^{Foto: Jan, alias 44.}

‘En? Heb je Düring nog gesproken?’ vraagt Peter, als Franz in de kantine bij hem aanschuift.
‘Nee, jammer genoeg niet. Düring is op het moment niet hier, maar ik heb het geval aan Blaffhart uitgelegd, en hij zal Düring wel even op de hoogte stellen zodra die weer terug is. Nou, vertel op, wat komt er op tafel vandaag?’
‘Frikadelle en Kartoffelsalat. En wat staat er nu voor ons op het programma?’
‘Niet veel bijzonders. Komende week zijn we zoet met één of ander rijtuig, alsmaar heen en weer naar Rheine, en daarna is het weer op naar het zuiden, voor een diesellok, brandstofverbruik, koelvermogen, dat soort grappen.’


Met vriendelijke groet,
Bas

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   365}


Nòg een IVh naar het arbeidersparadijs? – 5
^{Geschreven door Jan, alias 44.}

Op een vroege maandagmorgen zijn Oberlokführer Franz Eigl en zijn vaste stookmaatje Peter Kohlengräber bezig met het reisvaardig maken van hun geliefde strijdros, de 18 316, één van de slechts vier exemplaren van de Badische IVh die het tot nu toe hebben volgehouden. Zoals bekend mag worden verondersteld, zijn de andere loks van die serie de 18 319, de 18 323 (deze beide loks zijn, net als de 18 316, in dienst van BZA Minden, meer in het bijzonder de LokVersuchsAnstalt Minden) en de 18 314. De laatste is al veel eerder aan de DR, de opvolger van de Reichsbahn in de DDR, afgegeven in ruil voor de Beierse S3/6 18 434, die echter kort na de ruil gesloopt en in de hoogovens verdwenen is.


609   In Bw Lümmeln.
^{Foto: Jan, alias 44.}

Franz en Peter zijn dus bezig zich klaar te maken voor hun reis naar het zuiden, na een week van eindeloos heen en weer tuffen tussen Lümmeln en Rheine om de rijeigenschappen en remkwaliteiten van het één of ander rijtuig te onderzoeken.
‘Wat staat ons daar eigenlijk te wachten’, vraagt Peter aan Franz.
‘Nou, heel eerlijk gezegd weet ik het niet zeker, maar het schijnt dat een Nederlandse diesel van boven tot onder en van voor tot achter beroken en besnoven moet worden’, antwoordt de aangesprokene.
‘Een Nederlandse diesel? In de heuvels van het Zwarte Woud?’
‘Ja, weet ik veel. Ze willen vast bekijken of ze met dat ding wel een paar wagentjes de Utrechtse Heuvelrug op kunnen krijgen of zo.’
‘Nou, 't zal mij benieuwen. Gelukkig lusten ze daar ook lekker eten, daar beneden de evenaar.’
‘Hahaha! Ja, zeg dat wel! Ik verheug me nu al op de varkenspootjes van Barbara Kirsch!’
‘Ach, ga weg, man! Wou je die poezelige handjes van Barbara varkenspootjes noemen? Laat ’t haar niet horen!’


Met vriendelijke groet,
Bas

[charp]

 

Peter

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   366}


Nòg een IVh naar het arbeidersparadijs? – 6

In Bw Dönsdorf wordt aan de Badische IVh niet meer gedacht, totdat een taxi bij de portiersloge tot stilstand komt.
‘Tag, Manovski,’ groet de portier.
‘Hallo, Döpke. Ik breng twee belangrijke heren, die hier een afspraak hebben.’
‘Rijd maar door naar de Verwaltung,’ wijst Döpke, de telefoon opnemend om het secretariaat in te lichten.
‘Jooh!’
De slagboom gaat omhoog en de chauffeur laat de Mercedes voor zijn doen rustig optrekken. Bij de Verwaltung stappen de heren uit en betalen netjes. De tip schijnt niet bijzonder te zijn, te zien aan de manier waarop Manovski even later zijn taxi de sporen geeft.


610   Waldstein staat al buiten.

De chef heeft voor de ontvangst nog snel zijn “gala-jas” kunnen aantrekken en bijpassende pet gevonden.
‘Gutentag. Mijn naam is Waldstein en ik ben Dienstvorsteher van dit Bw.’
‘Tag. Ik ben Herr Ostermann en mijn collega is Herr Prüfler. Wij zijn van de Versuchs- und Entwicklungsstelle Maschinenwirtschaft in Halle.’
‘Ah! Heren van de Deutsche Reichsbahn. Komt u binnen. Heeft u een goede reis gehad?’
‘Het ging helaas niet zoals vooraf uitgestippeld was,’ vertelt Prüfler. ‘We hadden gedacht met onze eigen trein te kunnen komen, maar helaas bleken daarvoor de papieren niet in orde te zijn. Onze loc moest aan de grens achterblijven. Met een Bundesbahn-Lok mocht onze trein wel verder. Die staat nu hier im Hauptbahnhof.’
‘Dat is vervelend,’ vindt de chef, ‘maar u heeft ons gelukkig wel kunnen bereiken. Komt u alstublieft binnen.’
Het kleine gezelschap drentelt keuvelend naar de directiekamer. Waldstein drukt op de intercom.
‘Bitte, Sabine, drei Bohnenkaffee mit Kuchen.’
De heren praten wat over koetjes en kalfjes, totdat de secretaresse koffie en gebak heeft gebracht.
‘Waarmee kan ik u helpen?’ informeert de chef.
‘Wij komen een sneltreinlocomotief ophalen. 18 316 om precies te zijn.’
‘Ach so… Dat is een precaire kwestie,’ begint Waldstein voorzichtig. ‘Wij kregen kortgeleden inderdaad bericht van de Hauptverwaltung over deze machine, die we klaar zouden moeten maken voor overdracht aan uw Reichsbahn. Het is vervelend het u te moeten zeggen, maar ik kan en mag dat helemaal niet doen. Deze machine is namelijk niet van ons, maar van het BZA in Minden.’
De mannen uit het oosten lijken in eerste instantie niet verbaasd te zijn. Er gaat wel vaker iets mis met papieren, communicatie of techniek. ‘Bedoelt u dat wij de loc in Minden moeten gaan ophalen?’
‘Voor zover ik heb kunnen nagaan, moet er een misverstand zijn. 18 316 is helemaal niet beschikbaar.’
Nu verandert de blik in de ogen van Ostermann en Prüfler toch in ontsteltenis.
‘Maar dat is niet volgens de afspraken, meneer Waldstein!’
‘Ik begrijp uw probleem. Zal ik voor u proberen contact op te nemen met Herr Düring van het LVA?’
‘Als het u om het even is, doen wij dat liever zelf,’ verklaart Ostermann. ‘Zou ik mogen bellen?’
‘Natuurlijk. Een ogenblik, alstublieft.’ Waldstein drukt weer op de intercom. ‘Is de spreekkamer beschikbaar, Sabine?’
‘Even kijken… Ja, hoor. Die kan gebruikt worden.’
‘Mijn bezoek wil telefoneren met Bw Lümmeln, Herr Düring.’
‘Alles klar.’
De tussendeur gaat open.
‘Wilt u mij volgen, heren?’ vraagt de secretaresse vriendelijk.


Met vriendelijke groet,
Bas

[DJV]

Hebben ze geen BR 106 of 112 over die dat doen kan..

[Basilicum]

Die koffiemolentjes beschikken niet over de gewenste sneltreinallures.

Groet,
Bas

[tijgernootje]

Hebben die heren zelf wel genoeg ervaring en de juiste papieren om zo'n loc te mogen besturen ?
Toch lullig dat regeltjes en misverstanden de zaak in de soep laten lopen,moet je dr weer een extra verhaal aan vastplakken 

[DJV]

Sneltreinallures..... In die ambtelijke molen. 

[Rotterdam]

Een tot nu toe prachtig verhaal.
er zijn een paar zaken wat nooit kan kloppen echter.
de heren uit het Oosten mochten ondanks alle Papieren nooit over de DB rails rijden,
meestal ging het tot en met DB Grens station,zoals Buechen,in sommige gevallen
tot Hamburg Hbf maar dan met DB Streckenlotsen aan boord.

Voorts hadden de Heren nooit naar het Westen mogen reizen als de transactie nog
niet afgerond zou zijn,vermoedelijk zou DB Personeel de lokomotief naar Bebra of
Eisennach hebben gebracht,alwaar de machine als voorspan van een D Trein met 01.5
richting Halle zou zijn gegaan,zoiets dergelijks.

Wellicht toen der tijd had Max Baumberg zelf de Lok in Westen geinspecteerd

mvrgr
willem

[Basilicum]

_{Deining in Dönsdorf   –   367}


Nòg een IVh naar het arbeidersparadijs? – 7
^{Geschreven door Jan, alias 44.}

In het kantoor van Blaffhart rinkelt de telefoon. De tweede rinkel is nog niet uitgepraat of Claudia neemt al op.
‘Bahnbetriebswerk Lümmeln, Büro Blaffhart, Claudia Schiffler am Apparat?’
‘…’
‘Selbstverständlich. Ein Moment, bitte!’
Claudia drukt op de in-de-wacht-knop, staat op, loopt naar de deur van Blaffhart's kantoor, klopt één keer zacht aan, opent de deur en zegt: ‘Ein Herr Osterha... Upps, hihihi, 'tschuldigung, Herr Ostermann aus Dönsdorf für Sie am Telefon.’


611   ‘Ein Herr Osterh.. Upps! 'Tschuldigung!’
^{Foto: Jan, alias 44.}

‘Danke Claudia, ich nehme sofort an!’ antwoordt Blaffhart, terwijl hij al naar het toestel op zijn bureau grijpt.
‘Blaffhart,’ bromt hij vervolgens in het toestel.
‘…’
‘So, so, ein Herr aus der sozialistischen Genossenschaft, auch Deutsche Demokratische Republik genannt. Ich wünsche einen guten Tag, Herr Ostermann. Bitte, was kann ich für Sie tun?’
‘…’
‘Theodor Düring? Nee, die is op dit moment niet hier aanwezig.’
‘…’
‘Waar dan wel? Voor zover ik weet is hij ergens in AW Nied, omdat het hem te lang duurt voordat ze daar eens een keertje werk gaan maken van de 18 323.’
‘…’
‘Nee, ik heb werkelijk geen idee of hij daar bereikbaar is.’
‘…’
‘Ja, natuurlijk mag u zelf ook bellen naar Nied, als u straks Claudia weer aan de lijn krijgt, zal zij het telefoonnummer van het Ausbesserungswerk in Nied wel even geven. Ernst, ik bedoel, Herr Waldstein kan het u ook geven, dat is hier allemaal niet zo'n probleem.’
‘…’
‘Ja, natuurlijk wil ik het daar wel met hem over hebben. Sterker nog, Düring en ik hebben dat al uit en te na besproken voordat hij naar Nied is afge... wat zegt u?’
‘…’
‘Verraden? Hoezo verraden? Nee hoor, daar is gewoon over gepraat, niks Geheimsache. Dat kan hier ook. De Stasi maakt alleen mensen aan jullie kant van dat prikkeldraad aan het schrikken.’
‘…’
‘Wat Düring ervan vindt? Nou, ook dat is geen staatsgeheim. Ik zal niet woordelijk herhalen wat hij daarover tegen mij gezegd heeft, dat zou alle grenzen van fatsoen voorgoed verleggen, maar het komt erop neer dat u het wel kunt vergeten met een IVh terug naar huis te kunnen gaan.’
‘…!’
‘De 314? Ja zeker, maar toen was er nog de verwachting dat de SBZ en de Bizone weer bij elkaar gevoegd zouden worden, dat daarmee ook de spoorwegen aan beide kanten weer onder één organisatievorm zouden komen te vallen en dat we dus op die manier zelf ook profijt van de ruil zouden kunnen hebben. Maar die verwachting is, dankzij jullie eigen maatregelen om de kapitalisten te verhinderen jullie Heilsstaat te betreden, grondig de grond in geboord. Als jullie door het trekken van een IJzeren Gordijn te kennen geven, je eigen boontjes te willen doppen, moet je niet hier bij ons komen jengelen om locomotieven die we zelf maar al te goed kunnen gebruiken. We...’
‘…’
‘Ja…’
‘…’
‘Nee…’
‘…’
‘Maar…’
‘Und...’
‘Ja, tatsächlich. Maar wat heeft dat met de 18 316 te maken? Dat wat u nu aanhaalt is gewoon een stukje zakelijke handel, waarbij gezegd kan worden dat dat jullie meer voordeel heeft gebracht dan ons. Want onze D-Mark weegt is toch altijd nog een beetje zwaarder dan die malleminimum Mark van jullie, nietwaar?’


612   Munten op de weegschaal. Links Ost-, rechts Westmarken.
^{Foto: Jan, alias 44.}

‘…’
‘Wie? Frankfurt? Am Main? Wie? Wilhelm? Wilhelm wie?‘
‘…’
‘Wilhelm König? Nooit van gehoord... Hoe dan ook, in Frankfurt, Frankfurt am Main versteht sich, mag dan wel de hoogste autoriteit van de Bundsbahn zitten, en het mag best waar zijn dat ze maar al te graag van die zogenaamd “dure” Einzelmaschinen af willen, maar als ze daar op eigen houtje locomotieven aan een stel Wilhelms, of weet ik hoe die gasten in het Arbeidersparadijs allemaal heten, gaan zitten beloven, dan hebben ze buiten de waard gerekend. Daar heeft het BZA Minden ook nog wat over te zeggen, en ik hoef u niet te vertellen dat de heren daar de oren in dit soort kwesties maar al te graag naar de grote jongens van de LVA Minden laat hangen. So, Herr..., ähm, Herr Genosse, mijn tijd is helaas nogal beperkt en daarom wünsche ich Ihnen abermals einen guten Tag.’
De hoorn voorzichtig op de haak leggend mompelt Blaffhart: ‘Matzbläke.’ Om dan, met iets meer stemverheffing, te vervolgen: ‘Claudia? Zou jij nu direct Düring in AW Nied even willen bellen met de vraag of hij vandaag nog contact wil opnemen met die DDR-hotemetoot in Dönsdorf? En zit er nog koffie in de pot?’


Met vriendelijke groet,
Bas

[tothebeach]

heel interessant bij de VES M Halle zijn de omgebouwde Franse Sneltreinloks 07.001 en 08.001
en een grote Franse tenderlok,ik meen 79.001.Daar deze machines eenlingen waren en ook nog
vier cilinder verbundloks zullen de kosten zich nooit geamortiseerd hebben,het waren wel
prachtige machines.de sneltreinloks reden dresden-Belin Ostbhf-dresden.
en als ze geen dienst hadden stonden ze in Halle

Toen ik dit las heb ik mij rot gezocht op deze nummers en niks gevonden. Nu door middel van het laatste verhaal van Bas-44 ben ik gaan zoeken op de Br18 van de DB en heb ik de loks voor mijzelf geïdentificeerd. En het zijn inderdaad zeer fraaie machines, namelijk:

• SNCF 231 E 18/ PO3700, een verbouwing van de PO serie 3500, zo lees ik op Wiki
• SNCF 241 A4/ Est241-004, een zeer fraaie lok uit een zeer fraaie serie
• SNCF 242 TA ??/ AL 8602, een lok van de  Réseau ferroviaire d’Alsace-Lorraine (AL), als ik het allemaal een beetje goed begrijp uit het frans is deze lok gebaseerd op een lok van de PLM^*), 242 AT 1-120

De plaatjes zijn gedeeplinked.
Bas & Jan, dank voor jullie verhalen. Ze zijn erg boeiend. 
Dank je Willem, voor het aandragen van deze info.

Groet,
Michel

[ex44]

Wat een prachtige loks, Michel! Dus dat heeft ook in D (ost) rondgedaverd... hmmm...  toch wel de moeite om daar iets meer van te weten te komen. 

612   Munten op de weegschaal. Links Ost-, rechts Westmarken.
Foto: Jan, alias 44.

De twee plaatjes zijn van mijn hand, dat is waar, maar Bas heeft ze tot één illustratie samengevoegd, met die houten achtergrond. Dat mag ook vermeld worden, vind ik.

Wel op mijn konto te schrijven:

... onze D-Mark weegt toch altijd nog een beetje zwaarder ...

Moet zijn: is zwaarder of weegt meer dan.