Problematisch of meer werk dan men van tevoren verwachtte?
Een voorbeeld, vanuit de positieve kant: de revisie van de Black 5 van Ian Riley. Daar waar de gemiddelde Engelse stoomloc aan het einde van "the boiler ticket" jaren buiten dienst gaat had Ian Riley de loc in de (relatief korte) winterstop weer klaar voor de volgende nieuwe periode. Waarom: domweg omdat d'r niets structureel mis was met de machine en (afgezien van de ketel) d'r niets dramatisch moest gebeuren, anders dan een paar zaken die ze bewust hadden uitgesteld omdat die makkelijker konden gebeuren indien de ketel er toch af was / er een kraan was voor het tilwerk. En wat er aan de ketel moest gebeuren was ook bekend en makkelijk te doen binnen de gestelde periode. Volgens mij was de loc zelfs eerder klaar en dat kwam weer mooi uit omdat de loc daarmee kon invallen voor de lokale 3737 variant.
Ik heb begrepen dat de ZLSM-in-wording destijds vele opties aan stoomlocomotieven heeft bekeken, waaronder ex-DR-stomers, en tot de conclusie dat de Zweede locs het beste waren. Het waren goede locomotieven - heel simpel, men had een groot park locomotieven die "direct" (laten we zeggen, op korte termijn) inzetbaar moest zijn als oorlog uit zou breken. Dit waren geen halfbakken locs die uit elkaar vielen van ellende. Waarom zou zo'n Zweedse loc onderhoudsgevoeliger zijn dan de (ook erg oude) locs van de SHM of de MBS? De Bello heeft nota bene jarenlang als statisch object weg staan roesten.
Het vermogen te krap voor een toeristenlijntje? Dat kan ik me niet voorstellen.
Lijkt op ketelproblemen. Maar goed, die krijg je tzt met een 52'er ook.