De treinen waren aan voor- en achterzijde voorzien van vijf front/sluitseinen. Bij de ontwerpfase ging men ervan uit dat deze elektrische treinen hetzelfde seinbeeld moesten hebben als de stoomlocomotieven, namelijk drie witte lampen waarbij het witte toplicht hoog in het midden kwam. De beide rode sluitseinen kwamen elk aan de 'buitenzijde'. Het middelste hoge licht werd bovendien voorzien van een verwisselbare gekleurde lens om eventueel verschillende seinbeelden te kunnen geven.