Inhakend op een al eerder geplaatste reactie in dit topic. Heb een voorbeeld in een boek gevonden (sporenplanboek) wat misschien iets voor jou is. De techniek toegepast noemde men "selective compressing". Selectief de nadruk leggen, letterlijk vertaald. Het ging hier om een aardig groot station blablabla. Het deel met de stationsoverkapping en aan 1 kant de wisselstraat ervoor werd eruit gelicht, en dat werd vervolgens nagebootst. Dus met stedelijke bebouwing en de hele flikkerse bende......
Als je grote stations en lange wisselstraten wil dan moet je gwoon voor Z kiezen. Op die schaal is dat veel makkelijker toepasbaar
Echter heeft M* bij Z daar een steekje laten vallen mijn inziens... Geen Rubbertjes, alleen eigen gewicht... En dus geen trekkracht. 10 rijtuigen met een op 4 assen aangedreven lok niet eens 1% kunnen klimmen vind ik toch wel heel erg. Nog mooier... De krokodil: Die kwam bij mij niet verder dan 4 2-assige wagentjes... Ondertussen is er wel een andere fabrikant die aangepast asjes voor de Z lokjes verkoopt... Met asb-tjes...
Wat ik belangrijk vind bij een realistischbaanplanis het volgende:1;een duidelijk thema kiezen.2;niet meer rails als echt noodzakelijk neerleggen(zelf nog wel eens moeite mee)3;een duidelijk tijdsbeeld kiezen4;iets kiezen dat gezien de beschikbare ruimte ook echt kan.