Een LED werkt fundamenteel anders dan een gloeilamp. Bij een gloeilamp bepalen de spanning die er over staat, én de weerstand van de gloeidraad, hoeveel stroom er door de gloeilamp loopt. Een gloeilamp is dus spanninggestuurd. Hoe meer spanning er over de lamp staat, hoe meer licht deze geeft.Bij een LED hebben we inwendig niet te maken met een gloeidraad, maar met een speciale diode. De hoogte van de stroom bepaald hoeveel licht de LED geeft. De spanning over de diode blijft echter (nagenoeg) gelijk. Een LED is dus stroomgestuurd. De fabrikant geeft dan ook een maximale waarde voor de LED-stroom op (staat vermeldt in de datasheet). Bij die waarde kunt u een redelijke levensduur van de LED verwachten.Soms wordt door iemand gewoon de maximaal toelaatbare stroom op een LED gezet. Dat houdt echter een zeer groot risico in. Zodra de voedingsspanning ook maar even iets hoger wordt dan de normale spanningswaarde, zal de LED-stroom sterk toenemen en zit u (of beter gezegd, de LED) meteen in de gevarenzone! En dan is het nagenoeg uitgesloten dat de LED dit overleeft!Bij LED's moet u dus een voorschakelweerstand toepassen, om de stroom door de LED te beperken. Gebruikt u géén voorschakelweerstand (of een weerstand met een te lage waarde), dan gaat de LED meteen naar de eeuwige elektronische jachtvelden, ofwel de LED raakt gegarandeerd defect!!