En jij denkt dat vermogen evenredig is met de trekkracht van een lok ? De amateur hier is wel duidelijk...
Leg het dan eens uit hoe het zit ?Ik leer graag wat bij
Een geleidelijk toenemende spanning zal minder kans op breuken geven dan een plotselinge ruk.
Of bij een stilstaande trein meteen vol tractie geven. Of, zoals dat vroegah heette, de lat tegen de nok. Daar kun je ook zeer effectief koppelingen mee breken. Zoals te lezen valt in het boek van Paulus en Worp."Maar in Breda begint het gedonder! (...) Hij duwt met een ruk van zijn linkerhand de regulateur omhoog en de lokomotief gaat in de koppeling hangen om te trekken. Een zware zucht "WOEWOE" uit de schoorsteen, dan horen we een vinnige knal en staan we pardoes weer stil. De lucht loopt uit de treinleiding. Een blik op de manometer, hij vloekt een paar keer, gaat als een haas van de machine en rent naar achteren langs onze trein om te kijken wat er aan de hand is. Met een rood hoofd en opgewonden komt hij terug. Vloekend. "GVD er is een koppeling kapot, even bijzetten en dan opnieuw koppelen". Hij is gejaagd en roept me dat toe terwijl hij de luchtpomp bijzet.""Weer krijgen we het vertreksignaal. Hij springt van zijn bankje op en trekt en duwt met twee handen tegelijk de regulateur bijna tegen de nok. De machine loopt met de trein enkele meters weg en dan doet hij iets onverstandigs. Weer pakt hij de regulateur vast en zwiept hem met een wip tegen de nok. Plots weer een knal en vlak voor de overweg staan we voor een tweede keer stil. Voor een tweede maal tijdens onze rit breekt hij een koppeling. Nu is Leiden goed in last."Een schitterend boek, trouwens.
Tsja, in de stoomtijd en tot eind '60 jaren met wagens met relatief minder stoot- en trekwerk was dit mogelijk.Daarna is er een enorme verbetering ontstaan, met bv een NS 1200 trok je echt geen trein gewoon in tweeën, alleen door er maximaal aan te trekken. Daar is meer voor nodig...
Moet een beste stoomloc geweest zijn...Schroefkoppelingen zijn berekend op 700 KN. AK's een stuk meer.
En hoe krijg je een flinke ruk met te hoge krachten over de koppelingen, niet doordat de loc plotseling of wat harder aan een trein gaat trekken.
Hoe voorzichtig je ook deed, het kon altijd gebeuren dat een ertstrein onderweg spontaan in stukken brak. Tijdens een vertrek met de 4800 ton wegende 48113 overkwam mij dat eens. Nadat op Kijfhoek het dwergsein op spoor 204 uit de stand stop was gekomen, had ik de trein behoedzaam door de machinist van de opdrukdiesels strak laten trekken. Zorgvuldig volgde ik daarbij als 'voorspanmachinist’ alle reacties van de trein. Na ongeveer vijftien meter over het spoor te hebben ‘gekropen’, had ik routinematig langzaam en stukje bij beetje de rijcontroler van de 1600 uitgestuurd. Ondanks het vroege uur waren de sporen mooi stroef en tegen de tijd dat we naast de heuvel op spoor 222 reden, gaf de snelheidsband al een snelheid van tegen 25 km/h aan. ’t Verliep zo op het oog allemaal vlekkeloos… zo leek het tenminste, want plotseling werd het relaxte aanzetten ruw verstoord…Een forse duw in de rugleuning van mijn stoel werd gevolgd door het gevoel alsof de locomotief als een raket werd gelanceerd. ‘IN TWEEËN!!!’, flitste het door mijn hoofd, temeer omdat de treinleiding direct ontluchtte. Natuurlijk remde ik onmiddellijk met de rempook in de snelremstand mee, ook al zou enige merkbare remwerking voorlopig uitblijven omdat de triplekleppen van de locomotieven in de ‘goederenstand’ stonden. Toen ik eindelijk stil stond, wist ik zeker dat mijn trein inmiddels niet meer uit één deel bestond
Na verloop van tijd ging het hele circus opnieuw van start. De derde opeenvolgende machine werd bijgeschakeld. Vreemd genoeg bleek er echter geen beweging meer in de trein in te krijgen. De ampèremeters zaten tegen het spreekwoordelijke ‘sperr-gebiet’ aan. ‘Da’s niet goed, hij zou toch op z'n minst moeten kruipen’. ‘Mwa, je staat in een boog en dat geeft natuurlijk een hoop weerstand. Schakel maar een standje bij!’, sommeerde de Topz min of meer. Langzaam klom de naald van de ampèremeter verder omhoog. Deze wijze van handelen druiste beslist tegen mijn gevoel en het advies van oudere collega’s in! Ik besloot daarom om uit te schakelen, maar het was al te laat. Een enorme knal liet een koppeling naar de ‘eeuwige jachtvelden’ verdwijnen en vier locomotieven en 5 ertswagens werden vol vermogen gelanceerd.