Het is eigenlijk heel eenvoudig te beredeneren. De spoorstaaf die het dichtstbij is noem je zuid, de andere noord. Dan kijk je wat de wielen doen. Wielen die op de zuidelijke spoorstaaf rijden moeten overal de spanning zuid krijgen, wielen die op de noordelijke spoorstaaf rijden krijgen overal de spanning noord. Als dus de wissels op jouw foto rechtuit staan rijden de noordelijke wielen over de puntstukken. Staan de wissels afbuigend, dan rijden de zuidelijke wielen over de puntstukken. Daaruit volgt dat je alleen de puntstukken moet omschakelen, en verder niks.
... hoe zit het met het "hondenbot"? Als de sporen terug komen ligt Noord op Zuid en Zuid op Noord.
Een probleem met een hondenbot? Dat kan je oplossen door aan twee zijden in de lussen een keerlus-oplossing te gebruiken. Dan heb geen problemen bij je wisselstraten.Groeten Ronald.
Hazo, dan mag ik een keerlus schakeling altijd gebruiken, ook als er geen overloopwissel is in de baan?
En kan ik op een of andere manier meten wat Noord en Zuid is ergens op de baan? Ik ga nl met een spiraal naar een ander niveau waar ook wisselstraten in zitten.
Ik ga bezetmelders gebruiken, en ik meende begrepen te hebben dat ik consequent hetzelfde rail (Rood) moet gebruiken.