De een heeft een bloknote in zijn handen, detweede een apparaat dat het beste te omschrijven valt als een wiel tergrote van een panne(n)koek met een stok eraan. Hij zet dat wiel op eenvan de spoorstaven en loopt een stukje langs het spoor. Zijn collega schrijft iets op, ze lopen terug en doen hetzelfde met een andere spoorstaaf.