Aansluiting Bezetmelding

[BramFokke]

Ik gebruik YaMoRC YD6016LN/RC bezetmelders. Deze zorgen voor stroomdetectie met railcom. Ze moeten als volgt aangesloten worden:


(illustratie van mij, gebaseerd op de handleiding).

De J-rails worden tussen de secties geïsoleerd. Deze rails worden ieder met een eigen ingang verbonden.
De rail met het K-signaal (die ik in deze post even K-rail ga noemen, ik hoop dat dat niet al te verwarrend is voor Märklinisten hier ) loopt door en wordt met de K-uitgang van de bezetmelder verbonden.
Als er meerdere bezetmelders zijn, dan moeten de overgangen tussen beide bezetmelders volledig geïsoleerd worden, anders loopt de railcom in de knoei.

Deze benadering lijkt op de andere bezetmelders, waar de ene rail ook doorloopt en de ander gescheiden is.

Nou organiseer ik het graag anders: Ik zou iedere sectie met een eigen 2-aderig kabeltje willen verbinden. Zo is de voeding van de J en de K-rails symmetrisch. En het ingewikkelde deel van de aansluiting is georganiseerd bij de bezetmelder, wat het verhelpen van problemen en eventuele aanpassingen vergemakkelijkt. Dit doe ik door de K-uitgang te distribueren middels een PT-FIX distributieblok. Schematisch ziet het er zo uit:



De k-rail wordt nu gevoed door meerdere draden. Iedere rail heeft zijn eigen 2-aderige kabel.

Ik heb dit getest en qua detectie werkt optie B net zo goed als optie A. Maar volgens mij zijn de electrisch niet helemaal hetzelfde. Omdat de draden zowel bij de rail als bij het distributieblok aan elkaar verbonden zijn creëer je effectief een parallelle schakeling. Kan dat voor problemen zorgen?

Een alternatief zou zijn om de rails overal helemaal te scheiden:



Het nadeel is dat je geen redundantie meer hebt voor wat betreft de voeding van de K-rail. Maar dan hoef je ook niet na te denken over of beide secties aangesloten zijn op een andere bezetmelder en alsnog volledig geïsoleerd moeten worden ivm Railcom. E omdat iedere sectie volledig elektrisch gescheiden is, is het makkelijker om problemen op te sporen.

Alles bij elkaar genomen neig ik naar optie C. Welke nadelen zie ik over het hoofd?

[maartenvdb]

Optie B wordt bijvoorbeeld ook door het BiDiB systeem gepropageerd.  In theorie niet nodig, maar wel helpend aan de bedrijfszekerheid vaan de bezetmeldingen.  Dat komt dan eerder door het parallel lopen van J en K voor elk gedetecteerd baanvak, waardoor een soort afscherming ontstaat.

Optie C heeft daarmee geen enkel voordeel tov B, tenzij je om redenen ooit ergens J en K wilt omwisselen.  J en K zijn in principe alleen benamingen, je mag ze ook omdraaien (ik neem aan ook bij Yamorc).
Nadeel van C is dan, dat je extra isolaties aanlegt, terwijl bij B de K rail veelvuldig gevoed wordt zonder onderbreking.

PS  ikzelf doe die extra isolaties wèl, omdat ik zowel in de J railstaaf als in de K railstaaf detecties wil laten plaatsvinden (niet tegelijk, dat werkt niet) vanwege het gebruik van het ABC systeem van Lenz (BM2 en BM3)

En omdat iedere sectie volledig elektrisch gescheiden is, is het makkelijker om problemen op te sporen.

Dat zie ik niet, als je ergens in een bepaald stuk een probleem hebt, dan weet je exact in welk baanvak.  Die extra isolatie maakt niet uit.  Als het probleem in de K leiding/rail zit, is het in ieder geval in het deel van de betreffende J die een probleem aangeeft. Bijvoorbeeld:  losse railverbinders en/of draadbreuk in de K rail/draad.

[Klaas Zondervan]

Op onze club wordt optie C toegepast. De stroomdetectors zijn van Fichtelbahn, een merk waar ik voordien nog nooit van had gehoord. . Die detectors hebben per sectie al 2 aansluitklemmen. Waarbij de K-klemmen, zoals jij ze noemt, inwendig gewoon met elkaar zijn doorverbonden. Dus geen extra verdeelblokje nodig. De 2 draden naar de sectie worden getwist. Dat is allemaal nodig omdat ze op de baan ook Bidib willen gebruiken. Een en ander volgens de aanbevelingen van Fichtelbahn.

Maar als je geen Bidib wil gebruiken maakt het allemaal geen bal uit. Je moet wel de K-rail van meerdere aansluitpunten voorzien. Die hoeven niet recht tegenover elkaar te zitten zoals in Optie B, maar dat maakt het wel overzichtelijker.

[maartenvdb]

De stroomdetectors zijn van Fichtelbahn.
Die detectors hebben per sectie al 2 aansluitklemmen.
De 2 draden naar de sectie worden getwist.
Een en ander volgens de aanbevelingen van Fichtelbahn.

Dat is inderdaad een aanbeveling, maar niet absoluut noodzakelijk.    Maakt het zeker minder storingsgevoelig (praktijk), maar bij beperkte opzet en korte verbindingen, die ook niet in een bussel bij elkaar lopen, is het niet direct nodig (praktijk).

Dus ?  Bij BiDiB, of beter gezegd gebruik van RailCom, altijd doen (getwiste draad), maar ook dan hoef je de rail niet dubbel te isoleren.  Bij niet-RailCom ?  Ik zie het nergens aangegeven staan, ook niet bij andere merken, maar als je last zou kunnen hebben van overspraak storingen uiteraard wel twisten.  Dubbel isoleren lijkt overbodig.  Misschien bij heel lange kabels en verre baanvakken en bundeling van draden.

Overigens is de vraag of bij dubbele isolaties op afstand het spanningsverlies over de (te dunne ?) aansluitdraad niet erger is dan wanneer je de K rail overal doorverbonden hebt en regelmatig van voeding voorziet.

[Klaas Zondervan]

Dat is inderdaad een aanbeveling, maar niet absoluut noodzakelijk.    Maakt het zeker minder storingsgevoelig (praktijk), maar bij beperkte opzet en korte verbindingen, die ook niet in een bussel bij elkaar lopen, is het niet direct nodig (praktijk).

Het gaat bij onze club om een bovengemiddeld grote baan. Bij de dubbele isolatie heb ik ook mijn vraagtekens. Maar degenen die het digitale gebeuren begeleiden vinden dat het zo moet en in de handleiding van de GBM16 van Fichtelbahn staat het ook. Ik bemoei me daar verder niet mee, houd me alleen bezig met rails leggen en sporen en wissels aansluiten.

[Ronaldk]

Nou organiseer ik het graag anders: Ik zou iedere sectie met een eigen 2-aderig kabeltje willen verbinden. Zo is de voeding van de J en de K-rails symmetrisch. En het ingewikkelde deel van de aansluiting is georganiseerd bij de bezetmelder, wat het verhelpen van problemen en eventuele aanpassingen vergemakkelijkt.

Het is niets anders dan anderen doen hoor. Ik doe het al jaren op de manier: twee draden naar de sectie. de rode draad op de terugmelder / bezetmelder. Eventueel twisten van de draden. Bij aanpassingen altijd de juiste draden aan de juiste spoorstaaf solderen.