Wat mij als eerste opviel, is het geringe aantal deuren. Mij lijkt , dat bij stoptreinmaterieel er snel veel mensen in en uit moeten kunnen stappen. Kijk naar het huidige stoptreinmaterieelMet maar één stel deuren per treinstel wordt dat volgens mij een bottleneck. Kijk nu al bij IC stellen. En die hebben nog 2 stel deuren per bak.Gr. Frank
Ik ben geen techneut, maar met mijn op dat gebied simpele inzicht vraag ik me toch af waarom ze de verschillende varianten van sprinters niet zodanig hebben geconstrueerd dat ze met elkaar in schakeling kunnen rijden. Dat maakt het allemaal wat flexibeler mbt de inzet. Dat kon toch ook met Mat36, 46, 54 en 56?
De oudere treinstellen waren allemaal Nederlands fabricaat, en mede ontworpen door NS zelf. Daarbij hebben ze er voor gezorgd dat alles koppelbaar bleef.Mat'64 (plan T en V) konden al niet meer gekoppeld worden met het oudere materieel. Maar dat had niet te maken met een verschil in tractie-installatie, maar met de hogere aanzetversnelling van mat'64. De koppelingen zijn daarom hoger geplaatst, om te voorkomen dat iemand het toch zou proberen.