Was straal vergeten dat ik ooit die schakeling had gedoneerd. Wat uitleg bij de tekening uit de encyclopedie.Jouw linkerrail is elektrisch een geheel en moet worden aangesloten op één van de twee stroomuitgangen van de centrale. In de tekening is dat de bovenste rail en uitgang J met bruine draad.Jouw rechterrail is nu verdeeld in secties en die moeten op de andere uitgang van de centrale worden aangesloten. In de tekening is dat de onderste rail en uitgang K met rode draad.Bij een deel van de secties in de rechterrail gebeurt de aansluiting op K via de bezetmelders. De stroom loopt dan door 2 diodes in de melder.De secties in de rechterrail zonder bezetmelder moeten via de diodeschakeling op K worden aangesloten, zodat de stroom daar ook door 2 diodes loopt.Het heeft geen zin de diodeschakeling op de linkerrail aan te sluiten. Dan gaat de stroom via een bezetmelder door in totaal 4 diodes lopen en zonder melder door 2. Dan is er nog steeds een verschil. Je hebt maar één diodeschakeling nodig die dan op meerdere plaatsen moet worden aangesloten. Vandaar dat een aparte draad in de ringleiding wel handig is. Die derde draad sluit je met de diodeschakeling op K aan.
Hallo Henk,Vraagje, waarom zit er een weerstand van 4K7 tussen de wisselspanning aansluiting van de B40C5000?Groet Jan.
Echter ik vermoed dat het wenselijk is, dat de diodes van de terugmelders het 'winnen' van de diodes van de niet gedetecteerde secties zodat er geen mega grote lus ontstaat tussen de optocoupler en de doorslaande diodebrug. Het moet dan 'betrouwbaarder' zijn, maar hoeveel dit in de praktijk uitmaakt, durf ik ook niet te vertellen.