... De koppeling zit star op een T-vormig deel, met het draaipunt op de kruising van de T. Vanaf de dwarsbalk van de T gaan stangen naar het draaistel.En nu komt het: hoe dichter die stangen [tussen koppeling en draaistel] bij het draaipunt van de koppeling zitten, hoe kleiner de beweging is die ze overbrengen op het draaistel, wanneer de koppeling opzij wordt getrokken door de motorwagen. (Ga maar na: als die stangen zouden beginnen óp het draaipunt, kan het draaistel helemaal niet meer draaien.)