Nummering van seinen en zo

[Klaas Zondervan]

Op mijn spoorbaan in aanbouw komen seinen te staan. Die moeten een nummer krijgen. Maar nu is de vraag welke nummers er op gaan komen, hoe doen ze dat bij het echte spoor?
Als ik op sporenplan.nl kijk naar de seinnummers dan kan ik daar geen lijn in ontdekken. De enige lijn is dat seinen meestal een even nummer hebben, maar daar zijn uitzonderingen op. Ik ben op mijn speurtocht langs de lijn ook wel oneven nummers tegengekomen.
Verder zie ik dat ze grote sprongen maken. Langs een spoorlijn zie je een reeks seinen met nummers b.v. in de 200, maar dan ineens springt het naar 400 of 900.
Iemand die weet wat het systeem is achter de nummering? Of rommelen ze zomaar wat aan?

Wat ik vandaag opmerkte is dat de relaiskasten meedoen in de nummerreeks. Op de foto staan enkele kasten die allemaal het nummer 947 dragen. Dat past qua volgorde bij de seinen die er achter staan met de nummers 949 en 951. Ook op andere plaatsen zie ik dat de nummers van de kasten passen in de rij van de seinen. Ik vond zelfs een sein dat hetzelfde nummer heeft als de kasten die in de buurt staan.
Zit daar ook een bepaalde gedachte achter?

[Dave.......]

Hoi Klaas,

Geen idee eigenlijk.
Inderdaad zijn ze meeste seinen even genummerd, maar zoals je al schreef wordt er ook vanaf geweken.

Meestal wordt er wel doorgenummerd.
Dus bij “ons” zie je dat er seinen van links naar rechts en dan voor voor naar achter oplopen qua nummer.
Ik vermoed dat het per emplacement of baanvak wordt gedaan.

De kasten heb ik nooit op gelet, want dat is voor ons niet van toepassing.

[JasperV]

Beste Klaas,

Op emplacementen hebben de seinen even nummers. Wissels hebben altijd een oneven nummer. Op de vrije baan zijn de seinen in de ene richting oneven en de andere richting even genummerd.
De normale tekenwijze is in oplopende kilometrering van links naar rechts. Indien er één relaishuis op het emplacement is, is dat RH10. Alle relaiskasten links daarvan zijn RK1, RK2, etc, rechts daarvan (meestal) RK10, RK11 en zo voort. Op de vrije baan zijn legio conventies van toepassing: soms naar de kilometrering, soms naar de dichtstbijzijnde seinen. Een cluster relaiskasten heeft hetzelfde nummer, met de toevoeging A, B, etc (RK12A, RK12B, etc.)

[Klaas Zondervan]

Jasper, ik had via de informatie op sporenplan.nl en via een andere bron al ontdekt hoe het zit met de nummering.
Seinen op emplacementen hebben nummers tot 500. Seinen op de vrije baan hebben nummers vanaf 500 tot 998.
In het Sloegebied heb ik gezien dat er ook nummers boven 1000 en zelfs boven 2000 worden gebruikt.

Ik heb seinen van Digikeijs en ik constateer dat ze daar ook niet weten hoe het met de nummering zit. Er zit een stickervelletje bij met alle nummers van 1 tot 260. Die zijn dus bruikbaar binnen stations, maar niet op de vrije baan.
Hoe dan ook, de vorm van mijn baan maakt het eigenlijk onmogelijk om het volgens de regels te doen. Dus ik verzin gewoon iets, en als het niet klopt met de werkelijkheid, jammer dan.

[JasperV]

Goedemiddag Klaas,
Op Sluiskil staan ook seinen met dergelijke hoge nummers, maar dat zijn zgn. technische seinen die niet door de treindienstleider bediend kunnen worden (en waar ook geen doorgaande blokbeveiliging is zoals op de vrije baan). In feite zeggen deze seinen alleen iets over het wissel/de overweg achter het sein. Ik ken Sloe niet goed, maar ik weet dat deze seinen in het havengebied vaker voorkomen.

[Klaas Zondervan]

Voor zover ik het kan bekijken staan de seinen in Sloe allemaal vermeld op sporenplan.nl.
Op het verbindingsspoor tussen de hoofdlijn en het emplacement Sloe staan voornamelijk P seinen met nummers in de 1200. In de ene richting oneven, in de andere richting even. Als ik daar langs fiets staat altijd één richting groen en de andere rood.
Verder staan er veel seinen die jij technische seinen noemt. Die zijn inderdaad gekoppeld aan de overwegen en geven aan of die correct functioneert. Witte lamp is goed, als de lamp uit is blijft er een geel vlak over dat aangeeft dat de overweg niet werkt.

[Sander.]

Zo'n "ding" ?  (Lage Zwaluwe)



Mvg

Sander.

[Sander.]

Klaas,

voor wat betreft seinnummering: ik kan in de basis stellen dat vrijebaan seinen oneven genummerd zijn bij oplopende kilometrering. Bediende seinen zijn meestal in beide richtingen van een even nummer voorzien, maar ook hierop zijn de nodige uitzonderingen te vinden. (Dan wordt bovenstaande regel toegepast)

Qua gebruik van hoge en lage nummers kom ik alle varianten wel tegen bij zowel vrijebaan als bediende seinen.

Vrijebaan seinen die rug aan rug staan zijn meestal opvolgend genummerd. Linkerspoor seinnr 1 rechterspoor seinnr 3 en vanaf de andere kant gezien linkerspoor seinnr 2 en rechterspoor seinnr 4

Bediende seinen zijn meestal van een afwijkende nummerreeks voorzien tov de toeleidende vrijebaan seinen, maar ook hier zijn uitzonderingen te vinden waar er gewoon opvolgend genummerd wordt.


Meer heb ik nog niet weten te ontcijferen (leek me wel toepasselijk)


Dit is station Maarheeze richting Weert. Oplopende kilometrering, dus oneven seinnummers. (Ik heb de foto om heel andere redenen gemaakt, maar dat is bijzaak)







Mvg

Sander.

[JasperV]

Hallo Sander,
De seinen op de foto van Lage Zwaluwe lijken er op het eerste gezicht wel op. De seinen die ik bedoel zijn echter de SR215a, 220, 220a, 221, 221a en 222 (ik weet niet of ik hier naar een andere website mag linken, maar het seinenboek van NS is vrij eenvoudig online te vinden). De zwarte driehoek op de seinpaal lijkt op de foto te ontbreken.

[Sander.]

Hallo Jasper,

op de foto te Zwaluwe gaat het om overwegsein 226b/c zoals door Klaas in zijn laatste reactie omschreven.
De seinen met zwarte driehoek waar jij over spreekt hebben een gangbaar voorkomen, maar kunnen alleen rood, geel en wit licht uitstralen.

Mvg

Sander.

[Klaas Zondervan]

Ik had nog ergens een foto van een sein langs de Sloelijn.



Een oneven nummer in de 1200 reeks, we kijken hier in de telrichting van de kilometers. Het sein dat we op de rug zien heeft nummer 1296. De kasten hebben allemaal nummer 1295, net als het sein.

De kilometertelling van deze verbindingslijn is wel bijzonder. Er begint een telling bij de aftakking van de hoofdlijn en de andere telling begint bij emplacement Sloe. De beide tellingen ontmoeten elkaar bij de overweg in de Europaweg.

De genoemde overwegseinen zijn vaag te zien in google maps als je de Europaweg volgt. Als ik daar nog eens kom zal ik er foto's van maken.

[Reinier Z.]

Wissels hebben altijd een oneven nummer.

Dat is niet altijd waar. Toevallig zocht ik recent ook naar nummering van seinen en wissels en toen viel me op dat op emplacementen zonder seinen, de wissels gewoon doorgenummerd werden, dus met zowel even als oneven nummers.

[JasperV]

Hallo Reinier,
Emplacementen zonder seinen liggen buiten de beveiliging en daarvoor wordt meestal gewoon doorgeteld. Bijvoorbeeld op Winterswijk kan je dit verschil in de spoornummering zien: alle sporen in Winterswijk zijn in de 800-reeks genummerd, behalve de buiten de beveiliging gelegen sporen. En zo hebben we dus ook spoor 21, 22, 5, 6a, 6b en achthonderzoveelenzestig op hetzelfde emplacement. :-)
De belangrijkste regel is eigenlijk dat er op elke regel wel een uitzondering te bedenken valt...