Voorschriften sluitseinen

[ATB]

Wie kan mij (op weg) helpen aan (naar) de voorschriften die gelden voor sluitseinen op goederenwagons in Nederland? Verschillen deze eventueel in de diverse tijdperken?

B.v.d.
Ted

[Ronaldk]

Hallo Ted,

Volgens mij kan je in dit berichtje staat een link naar het "seinenboek". Dat zal je misschien al een stukje verder helpen.

Groeten Ronald.

[JAB van Ree]

Ik denk dat je hier wel wat verder mee komt
Seinregelement 1954

Huidige seinregelement kent volgens mijn nog maar 2 mogelijkheden : 2 rode sluitseinen voor reizigersmaterieel en een sluitseinbord voor goederentreinen. De knipperbol is al weer heel even verleden tijd.

[Arjen-V]

Goederen treinen dienen aan de achterzijde te zijn voor zien van 2 sluitbordjes.
Reizigerstreinen van 2 brandende sluitseinen.
Werktreinen dienen overdag 2 sluitbordjes te hebben en 's nachts 1 sluitbordje en 1 brandende knipperbol.
GreetZ Arjen

[Klaas Zondervan]

Ik zie hier verschillende "voorschriften" voorbij komen.
Maar dit seinenboek is er toch vrij duidelijk over: personentreinen twee rode lampen, die mogen knipperen, of twee sluitborden.
Voor goederentreinen volstaat 1 lamp.

Zo'n jaar of tien geleden heeft NS Belgische rijtuigen gehuurd. Die hadden allemaal 2 sluitborden op elk uiteinde van de rijtuigen geschilderd.
Lekker makkelijk, die konden er niet afwaaien, altijd een sluitsein achterop de trein en je kon nooit vergeten om de lampen aan en uit te doen.

Overigens ging de oorspronkelijke vraag over de voorschriften door de tijdperken heen. Daar is zo af en toe wat aan veranderd. Hoe precies, dat weet ik ook niet. Daarvoor zou je op zoek moeten naar verouderde seinreglementen. Maar de algemene lijn lijkt wel te zijn dat ze steeds makkelijker zijn geworden.

[Dpc Fo]

Volgens mij hebben de dubbeldekkers DDM ook van die geschilderde borden. Nogal typisch overigens, die geschilderde sluitseinen; de oorspronkelijke bedoeling van een sluitsein was juist om de laatste wagen/rijtuig als zodanig aan te duiden, zodat personeel langs de baan kon zien of alles nog wel aan de trein hing. Maar als je een trein hebt met geschilderde seinen op elk rijtuig en er breken een paar rijtuigen van de trein af, dan heeft het laatste rijtuig van het doorrijdende deel ook een sluitsein. Hoe weet je dan of dit dan wel echt het laatste rijtuig is 

grt, Carlo

[Klaas Zondervan]

Door die geschilderde borden gaat inderdaad de oorspronkelijke bedoeling van het sluitsein verloren.
Aan de andere kant is het ook zo, als een trein in tweeën breekt, dan breken ook de luchtslangen en remmen allebei de delen vanzelf.

[Dpc Fo]

Klopt Klaas, het is eigenlijk ook een wat achterhaald idee. Bovendien zie ik nooit iemand langs de baan staan kijken of de laatste wagen inderdaad wel de laatste wagen is 

[RobbertJan]

De laatste wagen hoort ook niet "alléén" maar aan de sluitseinen herkenbaar ze zijn maar ook
aan de laatste koppeling die netjes in zijn eigen haak gehangen is.

Gr.

Robbert Jan.

[timtrein]

Die voorschriften dateren nog uit de tijd van de blokposten (=prehistorie in Nederland). Nu zijn sluitseinen eigenlijk alleen zodat je ziet dat het de achterkant is, dat is om diverse redenen wel handig. Die reflecterende stickers zijn wat dat betreft een beetje, eh, suboptimaal.

[robin binsbergen]

daarbij heeft (in Nederland) de laatste wagen de koppeling altijd in de haak ipv in de hiervoor bedoelde ophangbeugel. Dit is ook nog uit die tijd, maar wordt tegenwoordig ook lang niet altijd meer gedaan. Dit is ook een teken van laatste rijtuig van een trein.

mvg,

Robin

[guest7823]

daarbij heeft (in Nederland) de laatste wagen de koppeling altijd in de haak ipv in de hiervoor bedoelde ophangbeugel. Dit is ook nog uit die tijd, maar wordt tegenwoordig ook lang niet altijd meer gedaan. Dit is ook een teken van laatste rijtuig van een trein.

Deze werkwijze kan je nog bijna dagelijks in de praktijk gebracht zien bij de SHM

[SporenplanOnline]

Die voorschriften dateren nog uit de tijd van de blokposten (=prehistorie in Nederland).

Vergeet niet dat ook bij relaisbeveiliging ooit sprake was van het z.g.n. Relaisblokstelsel:
Van dit blokstelsel bestaan nog verschillende soorten. Simpel gezegd bestaat het baanvak uit één blok. Dit blok heeft geen spoordetectie. Als een trein op het eindstation is aangekomen dient de machinist na te gaan of de hele trein nog compleet is, en bediend daarna een knop zodat het blok weer vrij komt. Er bestaat ook een versie waarbij bij het eindstation gedetecteerd wordt of de trein is aangekomen, de machinist hoeft dan geen knop in te drukken.

Relaisblokstelsels werden onder andere toegepast op de lijnen Santpoort - IJmuiden en Roermond - Vlodrop.

Bij Santpoort Noord - IJmuiden moest de treindientleider Santpoort Noord bekijken of de trein in zijn geheel binnen was en dan de knop 'Tr. binnen"drukken.