Spoorlijnen rondom A - Een korte geschiedenisOpeningsdata alle spoorlijnen:1862: westen-B1864: B-C1865: C-D-E1866: E-oosten1869: B-G-noorden1877: B-zuidwesten1883: D-A-F1891: G-A1896: D-zuidoostenSluitingsdata:1945: D-brug ten westen van D1963: A-brug ten westen van D1976: D-zuidoostenPeriode 1883-1891Nadat er al diverse spoorlijnen in de omgeving waren aangelegd, wilden de plaatsen A en F ook graag een spoorverbinding. Na lang aandringen kwam de lijn D-A-F in 1883 gereed. Omdat de KPEV weinig verwachtte van de lijn, was de lijn aangelegd als Nebenbahn, zodat de aanleg- en exploitatiekosten laag gehouden konden worden. De reizigersaantallen waren in de beginjaren vrij laag, het belangrijkste goederenvervoer werd gevormd door de afvoer van houtproducten vanaf diverse stations en kalkproducten vanuit F. De personentreinen werden gereden door locs type T3 met twee-assige rijtuigen en de goederentreinen door locs type G3.Periode 1891-1911Na de aanleg van de lijn D-A-F wilden diverse plaatsen ten westen van A ook graag een spooraansluiting. Er werd besloten tot de aanleg van een lijn A-G, welke in 1891 gereed kwam. In veel leek deze nieuwe lijn op de lijn D-A-F: het ingezette materieel was meestal de dezelfde series, en ook hier vormde het houtvervoer grootste deel van het goederenvervoer.Periode 1911-1920Door de opening van de lijn A-G was een nieuwe verbinding tussen B en D ontstaan. De nieuwe route B-G-A-D was zelfs iets korter dan de oude route B-C-D. Toch bleef het doorgaande verkeer van de oude route gebruik maken. De nieuwe route was immers enkelsporig en door de aanleg als Nebenbahn ook niet geschikt voor zware locomotieven. Omdat de route echter wel potentie had als omleidingsroute, werd in 1907 besloten om de spoorlijn om te bouwen naar Hauptbahn. Hiertoe moest de bovenbouw verzwaard worden, een aantal stations van seinen worden voorzien en de brug over de rivier bij D aangepast worden. In 1911 werden deze werkzaamheden afgerond. Toch bleef de lijn een regionaal karakter behouden: in de jaren daarna maakte slechts enkele doorgaande goederentreinen gebruik van de lijn. Doorgaande reizigerstreinen kwamen alleen op de lijn als er een stremming op de lijn B-C-D was. Wel profiteerde het regionale verkeer van de aanpassingen: de reizigersdienst kon versneld worden door de inzet van locs type T9.3, en in de goederendienst kwamen locs type G7.1 te rijden, zodat goederentreinen langer en zwaarder konden zijn. Op de lijn naar F werden in de goederendienst de locs met losse tender vervangen door locs type T16.Periode 1920-1939In de jaren '20 en '30 werd vrijwel al het materieel op de lijn vervangen door moderner materieel: de stoomlocs Baureihe 91.3 (ex-T9.3) werden vervangen door locs Baureihe 93.5 en later ook Baureihe 86. In de personendienst werden de oude rijtuigen van de KPEV vervangen door nieuwe 2-assige rijtuigen (Donnerbüchsen). Aan het eind van de jaren '30 werden in enkele treinen ook 4-assige rijtuigen uit de Gruppen 28-34 (Eilzugwagen) ingezet. In de goederendienst werden de locs Baureihe 55.0 (ex-G7.1) vervangen door locs Baureihe 55.25. Op de lijn naar F bleef de goederendienst in handen van de locs Baureihe 94.5 (ex-T16.1).Periode 1939-1945In de oorlog nam het belang van de lijn als omleidingsroute toe. In de loop van de oorlog raakte het traject B-C-D steeds vaker versperd als gevolg van geallieerde bombardementen, zodat de treinen steeds vaker over het traject B-G-A-D omgeleid moesten worden. Met deze omgeleide treinen kwamen de meest uiteenlopende locomotieftypen op de lijn: de Baureihe 03, 38, 39, 41, 50, 52 en 57 waren regelmatig te zien. Locs zoals de Baureihe 01, 39 en 44 bleven echter uitzonderingen. Aan het eind van de oorlog kwam hieraan abrupt een einde toen begin 1945 de rivierbrug bij D werd opgeblazen door het Duitse leger. Ook een aantal andere bruggen werden in de oorlog vernield.Periode 1945-1963Na de oorlog kwam het treinverkeer op de lijn slechts langzaam weer op gang. Omdat voor de route B-C-D slechts één rivierbrug (die in B) hersteld moest worden en voor de route B-G-A-D twee bruggen (ten noorden van B en bij D), werd de route B-C-D in 1946 als eerste hersteld. De brug ten noorden van B werd in 1948 hersteld, maar de brug bij D werd voorlopig niet hersteld. Ondertussen werd wel het reizigers- en goederenvervoer weer opgestart, waarbij de treinen uit B/G tot A reden, waar overgestapt kon worden op een pendeltrein (D)-A-F. Deze pendeltreinen reden bij D tot vlak voor de brug, waar een halte was gebouwd. Hier kon worden overgestapt op een bus naar het station van D. Het materieel in die jaren was vrijwel hetzelfde als voor de oorlog: in de reizigersdienst locs van de Baureihe 86 en 93.5 met Donnerbüchsen en Eilzugwagen en in de goederendienst locs Baureihe 94.5. De pendeltreinen (D)-A-F werden gereden door vooroorlogse dieseltreinstellen, omdat bij de halte bij de brug bij D niet kon worden omgelopen. In 1957 werden de locs Baureihe 93.5 vervangen door locs Baureihe 65. Ook verschenen de eerste 3yg-wagen (Umbaurijtuigen) op de lijn. In dezelfde tijd werden voor de pendeltreinen (D)-A-F railbussen Baureihe VT98 (798) ingezet. Toch liep het aantal reizigers dat gebruik maakte van deze pendeltreinen steeds verder terug. De overstap van de trein op de bus bij D zorgde voor veel ongemak, en de directe busverbinding vanuit F naar D was sneller. Daarom werd in 1963 het reizigersvervoer op de lijn (D)-A-F gestaakt. Het lijngedeelte A-(D) werd ook voor goederenvervoer gesloten en eind jaren '60 opgebroken.Periode 1963-1986Vanaf het midden van de jaren '60 werd het materieel op de lijn gemoderniseerd. In de reizigersdienst werden de stoomlocs in de periode 1966-1969 volledig vervangen door diesellocs Baureihe 212 en 216. Ook de rijtuigen werden gemoderniseerd: in 1963 verschenen de eerste 4yg-wagen (Umbaurijtuigen) Umbaurijtuigen, en tegelijk met de nieuwe diesellocs werden de yl-wagen (Mitteleinstiegrijtuigen) en n-wagen (Silberlingen) geïntroduceerd, zodat een aantal treinen in trekduwtractie gereden konden worden. Toch bleven de laatste vooroorlogse rijtuigen tot eind jaren '70 op de lijn rijden, toen zij werden vervangen door m-wagen (Schnellzugwagen Gruppe 54) en n-Wagen. Ook werd vanaf de jaren '70 een aantal treinen gereden door treinstellen Baureihe 614, soms vervangen door of aangevuld met de Baureihe 624. In de goederendienst verscheen de eerste dieselloc al in 1962. Dit was nodig omdat in F een nieuwe chemische fabriek werd geopend waar de inzet van stoomlocs niet was toegestaan. Behalve het rangeerwerk in F verzorgde deze loc ook het vervoer op de lijn A-F en het rangeerwerk in A. Op de lijn B-G-A werden goederentreinen tot de sluiting van stoomdepot B in 1972 door stoomlocs gereden. Net als in de personendienst verschenen toen locs Baureihe 212 en 216 in de goederendienst. De loc Baureihe 260 voor de lijn A-F bleef echter. Ondanks de moderniseringen liep het vervoer op de lijn langzaam terug. Dit was onder andere te zien aan de treinlengtes: in de jaren '50 waren treinen van 5-6 rijtuigen heel normaal, maar rond 1980 was dit teruggelopen tot 3-4 rijtuigen. Enkele rustige treinen bestonden zelfs uit slechts 1 of 2 rijtuigen, of werden (vanaf 1978) gereden door railbussen Baureihe 798.1986-hedenIn het midden van de jaren '80 was het aantal reizigers zo ver teruggelopen dat de exploitatie vereenvoudigd moest worden. Tegelijkertijd kwamen de eerste treinstellen van de Baureihe 628 beschikbaar voor een testbedrijf met reizigers. Omdat het het aantal reizigers begin jaren '80 nog verder was teruggelopen, was de capaciteit van zo'n treinstel voldoende om de meeste treinen te kunnen rijden. De inzet van deze nieuwe treinstellen had echter een onverwacht vervolg: het aantal reiziges nam weer toe, zelfs zo erg dat op bepaalde ritten weer getrokken materieel ingezet moest worden. Hieruit bleek dat de lijn wel degelijk potentie had. Om de nieuwe reizigers vast te houden werden hiervoor zoveel mogelijk gemoderniseerde n-wagen voor gebruikt, maar af en toe kwamen er ook nog andere rijtuigen op de lijn. Tegelijkertijd werden een aantal eenvoudige infrastructurele maatregelen genomen waardoor de treinen sneller konden rijden en de reistijd dus afnam. Midden jaren '90 werden de locs Baureihe 212 en 216 in de reizigerdienst vervangen door locs Baureihe 218. Vanaf eind jaren '90 werden enkele treinen opnieuw door treinstellen Baureihe 614 gereden. Vanaf 2006 werden deze treinstellen vervangen door nieuwe treinstellen Baureihe 643 ingezet, het laatste treinstel Baureihe 614 verdween in 2008 van de lijn. In dat jaar verdwenen ook de meeste getrokken treinen van de lijn. Tegenwoordig worden de meeste treinen gereden door treinstellen Baureihe 628 en 643 en nog slechts enkele ritten door locs Baureihe 218 met n-wagen. Voor het goederenvervoer geldt dat eind jaren '80 alleen het vervoer van en naar F nog wat voorstelde. Als van ouds bestond dit vervoer vooral uit de afvoer van hout- en kalkproducten en het vervoer van en naar de chemische fabriek in F. Om kosten te besparen werd het goederenvervoer op de lijn in 1988 gereorganiseerd, waardoor de loc Baureihe 260 van de lijn A-F verdween. Hierdoor kwamen de locs Baureihe 212 en 216 ook op deze lijn te rijden. Ondanks de reorganisatie liepen de inkomsten uit het goederenvervoer steeds verder terug. Daarom werd in 1993 besloten om alle stations langs de lijn te sluiten voor goederenvervoer, behalve F. Omdat de loc in A toch moest omlopen werd, op aandringen van de regio, besloten om ook A open te houden voor goederenvervoer. Hier vindt vrijwel uitsluitend nog de overslag van houtproducten plaats. In 1999 werden de locs Baureihe 212 en 216 vervangen door locs Baureihe 294.