Ik dacht dat zoiets wel ff te vinden zou zijn op internet... dus niet Het enige dat ik vond was: 'Op Nederlandse autosnelwegen is, bij de onderbroken streep tussen de rijstroken, de afstand tussen twee strepen 9 meter, en de streep zelf 3 meter lang.Misschien dat zo'n zelfde verhouding geldt binnen de bebouwde kom?Ik kan me nog wel herinneren van m'n theorie-lessen lang geleden dat op provinciale wegen de ruimte tussen de strepen kon variëren afhankelijk van hoe gevaarlijk het is om daar in te halen.Of dit binnen de bebouwde kom ook gold en of dit nu nog steeds geldt, weet ik eerlijk gezegd ook niet. Tegenwoordig heb je zo veel vreemde varianten met groene tuseenstroken e.d...
Belijningen komen voor in een aantal soorten.Ik beschrijf nu de Nederlandse regels. In Duitsland en Belgie gelden soms andere regels.Onderbroken lijnen komen in principe in de verhouding 3-1, d.w.z. 3 meter zwart en 1meter wit.Op plaatsen waar de snelheid hoger is dan 80 km/h wordt deze lijn 9 meter om 3 meter.De dikte van de middenstreep was altijd 0,10 m, maar sinds enkele jaren wordt steeds vaker 0,15 m gebruikt.Bij gevaarpunten waar geen ononderbroken streep toegepast wordt, wordt de verdeling 3-1 omgekeerd naar 1-3Dus 3 meter wit tegen 1 meter zwart.Ook komt de verdeling 1-1 voor.Kantstrepen zijn er tegenwoordig ook in 1-1 met een breedte van 0,15 m. Dit heeft te maken met gewijigde inzichten t.a.v het overrijden van een kantstreep.De kleur van strepen is normaal wit, hetzij in verf of als thermoplast.(Dit is wat dikker (3mm))Als tijdelijke belijning wordt officieel nu oranje gebruikt, al komt geen ook nog vaak voor.Geel is gereserveerd voor parkeerverboden (1-1,geel) en als aanduiding voor een stopverbod (doorgetrokken geel)Blauw tenslotte wordt gebruikt als markering van Parkeerzone-gedeelten.Er is we het een en ander te vinden op internet, maar dit is meer voor vakmensen.Je zou eens kunnen kijken op de site van het CROW. Dit is de kennisorganisatie voor o.a. wegenbouwers.Zoek op "essentiele herkenbaarheidskenmerken"
Als je toch aan het lijntrekken bent, dan ook maar even een stukje info over zebra's oftewel "voetgangersoversteekplaatsen", enzo.Een echte zebra bestaat uit witte vlakken elk 0,50 m breed en tenminste 4,00 m lang.De vlakken staan 0,50 m uit elkaar en liggen zoveel mogelijk symetrisch in het kruisingsvlak.Bij een zebra horen GEEN verkeerslichten, maar wel het blauwe bord met het zebra symbool (L2)Bij een voetgangersoversteekplaats (zonder zebra, maar bijv wel verkeerslichten) worden kanalisatiestrepen toegepast van 0,50 x 0,10 m. De verhouding is vaak 0,50 - 0,50 of 0,50 - 1,50Oversteekplaatsen voor fietsers worden als regel voorzien van blokmarkering 0,50 x 0,50.Ook hier komt de verdeling 0,50-0,50 en 0,50-1,50 voor.Haaietanden (bij de voorrangskruising) zijn normaal 0,30 x 0,30 m, maar ook 0,50 x 0,50 mag gebruikt worden.Dit is een beetje afhankelijk van de situatie ter plaatse.Verkeersdrempels worden gemaakt met strepen van 0,10 m breed, met afwisselend een hele resp een halve streep op het schuine vlak (arcering voor ee talud). De afstand tussen de strepen is meestal 0,50 of 0,60 m.Een stopstreep (dus overdwars) is minimaal 0,30 m, en maximaal 0,50m.
Nou die is er wel degelijk.Er zijn echter verschillen afhankelijk van de toepassing.In essentie moeten twee auto's elkaar veilig kunnen passeren.Dit betekent dat een rijbaan normaal tussen de 2,50 en 3,75m breed is.Dit is de maat tussen de strepen.De brede rijbanen vindt je vooral op autosnelwegen en wegen met een toegestane snelheid van meer dan 80kmh.