Leopard in onderhoud

[Hans Reints]

Leopard 2
In 1986 heeft Nederland met de instroom van de 445 Leopard 2’s  de 369 Centurions en 130 AMX-13’s vervangen.  Wat is de beste verhouding voor het 1e legerkorps de tussen tanks en anti-tankwapens. Om deze te berekenen had TNO met de computer het verdedigend gevecht op bataljonsniveau gesimuleerd. Dit ‘’operational-research-project’’ wees uit dat het 1e legerkorps behoefte had aan 913 tanks en 475 AT-wapens lange dracht. Omdat er al 468 Leopard 1’s, in de bewapening waren, werden 445 Leopard 2’s aangeschaft. De nieuwe tanks, zouden tussen 1981 en 1986 worden geleverd. De officiële overdracht van kenteken KU-84-00 was op 3 september 1981. Op 28 juli 1983 ontving 43ste  tankbataljon in Langemannshof (Duitsland) de eerste Leopard 2 tanks. De Nederlandse tanks kwamen uit de tweede en derde bouwserie met serienummers 12001-12278 en 22001-22167. De Nederlandse voertuigen weken af van de Duitse versie door andere rookwerpers met aan elke zijde van de toren zes lanceerkokers met een kaliber van 76 mm en een bereik van 25 tot 40 meter, voor de bestuurder een helderheidsversterker van Nederlands fabricaat, FN MAG machinegeweren (1 x torendak en 1 x FN-MAG mod.3 coaxiaal geplaatst), RT-3600 radio’s en ander antennepods. In januari 1993 werd besloten het bestand te verlagen tot 330 stuks. De bestuurder heeft drie peroscopen ter beschikking. Achteraan verschaft een camera’s met een horizontaal en verticaal gezichtsveld van 65°, zicht naar achteren (vanaf de Leopard 2A5). Links daarvan wordt de minutie opgeslagen. Daar is ruimte voor 27 granaten, en op het rek kunnen nog kisten 7.62 mm munitie worden opgeborgen,4x. De geschutstoren bevindt zich boven op het midden van het voertuig. Achteraan zit de machinekamer met daarin een MTU MB 873 dieselmotor van 1500 pk (1100 kW) met een renk HSWL 534 versnellingsbak en remsysteem. Tevens beschikt deze ruimte over een brand-detectie-systeem dat zowel automatisch als manueel te bedienen is.
115 Leopards werden in 1996 voor 310 miljoen gulden verkocht aan Oostenrijk. In 1993 werden 180 voertuigen tot A6 standaard verbeterd. Vanaf de A5 veranderde ook het kleurenschema van RAL 6014 legergroen naar een standaard patroon met de kleuren bronsgroen, lederbruin en teerzwart.  Op 8 april 2011 werd besloten om alle overgebleven Leopard 2A6 tanks, 82 exemplaren, uit te faseren vanwege de bezuinigingen binnen het Ministerie van Defensie. Nederland gaat echter wel oefenen met Duitse Leopard 2's. In 2015 is besloten het resterende aantal van 18 Leopard 2's uit de verkoop te halen en weer in te zetten. Dit gebeurt door een constructie te bedenken waarin de 18 overgebleven Leopard 2 A6's worden geschonken aan Duitsland. Duitsland moderniseert deze 18 stuks naar de versie Leopard 2 A7+ en verhuurd ze vervolgens aan Nederland. Deze 2A7+ worden onderdeel van de 43ste  Gemechaniseerde Brigade in Havelte. Deze Brigade is onderdeel van de 1e  Duitse Pantserdivisie en gestationeerd in het Duitse Bergen-Hohn. Dit alles als onderdeel van een diepgaande samenwerking en integratie van de Nederlandse en Duitsland Landmachten. Andersom zal een Duitse Leopard 2 tankeenheid onderdeel worden van een Nederlandse brigade. Noorwegen kocht 52 Leopard 2A4 tanks uit Nederlandse voorraden. Nederland leverde in 1997 aan Oostenrijk 114 Leopard 2's en één toren. Bij de overeenkomst van 1996 was afgesproken dat 115 tanks geleverd zouden worden in de conditie waarin ze zich bevonden en naar keuze van de verkoper. Het gevolg was dat de meest versleten voertuigen verzonden werden, in één geval zelfs met een opengescheurde romp. Die nam Nederland dus maar weer terug. In 2002, werden 128 Leopard 2's aan Polen overgedragen. De waarde daarvan werd aangegeven als zo'n 380 miljoen euro, maar Polen hoefde slechts de transportkosten van 22,5 miljoen te betalen. In november 2013 kocht Polen nogmaals 14 2A4 en 105 2A5 Leopard's voor een bedrag van rond de 250 miljoen euro.  De Portugese landstrijdkrachten gebruiken 37 ex-Koninklijke Landmacht Leopard 2A6 tanks voor de Gemechaniseerde Brigade Santa Margarida.bron Wikipedia

Net zoals in het grootbedrijf moeten ook modelvoertuigen van tijd tot tijd in onderhoud en daar waar nodig gemodificeerd worden. Deze keer is onze Leo aan de beurt om gemodificeerd te worden.


41 Om taferailtjes als dit te kunnen maken moet er aardig wat verhapsnapt worden aan de bestaande voertuigen


42 Als eerste komt de Leopart1 in aanmerking om enkele onderhandelingen te ondergaan. Met een scherp mes wordt het serviceluik met het rooster uit het grote luik gezaagd. Hier onder zit het motorcompartiment van de tank. De wanden aan de binnenzijde van de tank worden gemaakt uit stukjes styreen.


43-Al snel zien we dat het niet mogelijk is een motor te plaatsen zonder het hele serviceluik er uit te halen. Ook dit luik snijden we er voorzichtig uit. De motor wordt opgebouwd uit losse onderdelen die in de rommelbak te vinden zijn. De gevonden oude haring wordt door de monteurs niet erg op prijs gesteld!  Op de snijmat snijden we met een scherp mes eerst het rooster uit de bovenzijde. De ruimte van de MK wordt door middel van styreenplaatjes afgebakend. Al snel zal blijken dat je hier moeilijk in kan werken en dat een motor veel groter is als het gat. Dus het hele deksel van het motorcompartiment moet er uitgesneden worden.


44- Een passende motor is in model niet zo snel te vinden. Uit allerlei onderdelen die te vinden zijn in de rommeldoos zelf maar iets gelijkend gemaakt. De luchtkoelers van de motor zijn gemaakt van overtollige trackwheels van een of ander pantservoertijg. Mooi is te zien dat de geschutstoren over een dicht veld draad dmv een enkel pinnetje. In werkelijkheid loopt de toren door tot op de bodem van het voertuig en dat gaan wij ook doen. Mooie kans om het bergingsvoertuig eens in te zetten


45- De opgeroepen berger bezig met het uitnemen van de geschutskoepel


46- In het dek van de tank boren we met een langzaam draaiende boor een serie gaatjes binnen de aangegeven diameter van de toren. De dammetjes tussen de boorgaatjes worden later door gesneden en de ontstane cirkel glad af gewerkt.
 

47 Het uitgeboorde en afgewerkte gat voor de toren. De diameter is afgeleid van de onderplaat van de toren. Deze plaat kunnen we verder niet meer gebruiken. Op de bodem van de tank komt een tweede boden die het binnenste een glad uiterlijk moet geven. De “buis” waar de toren om draait maken we uit een stukje styreen wat al enig sinds in vorm is gerold. Hier komen we later op terug.


48  Inspectie door de cmdt ter plaatsen


49 De toren en de op maat gemaakte cilinder


50 De onderzijde van de geschutskoepel is gedeeltelijk uitgesneden en daar wordt de cilinder van de ondertoren pas op gemaakt


51 De cilinder wordt met styreenlijm (Bison verdunner) op zijn plaats gefixeerd.


52  Als de twee componenten, de toren en de cilinder, onwrikbaar zijn verlijmd, kan de toren geplaatst worden.


53 De chef moeilijke zaken is ter plaatsen en overlegt met de monteurs hoe het best gewerkt kan worden. Hiervoor wordt weer de hulp van de Leopard -bergingstank in geroepen


52-De chef MZ heeft plaats genomen in zijn vehikel en kan aan de hijsklus beginnen. De Leo Takel ter plaatsen


55 Zo moet de toren zakken, tot op de bodem!


56- Nog een klein stukje en hij staat op zijn plaats


57- Hogerhand komt ook nog even kijken en geloofd het wel.


58- En dan proefdraaien op het kazerneterrein of dat alles wel naar behoren werkt








59  Decals komen van TL-Modellbau uit Duitsland
HR