Wissel automatisch omzetten

[Te 2/2]

Ook als je daar op blijft staan blijft de uitgang aan. (...)

De vraag is gewoon, zoals altijd: met welke rails rijdt de vragensteller? M, K of C?

Analoog heb je in 3-rail 2 opties waaraan je simpel kunt komen: contactrails en schakelrails. Bij contactrails heb je, zoals Klaas aangeeft, een CDU nodig om van een voortdurend contact een puls te maken, want anders brandt het wisselrelais ooit een keer door.

Bij schakelrails moet je voorkomen dat een loc daarop blijft staan met de sleper.
Dat doe je door de middenrail aan de twee kanten van die schakelrails te isoleren, en dan op de pukkeltjes van die schakelrails altijd baanstroom te zetten. Er kan dan nooit een loc tot stilstand komen op de schakelrails, tenzij je net op dat moment de trafostekker uit het stopcontact trekt. Je hebt dan ook geen wissel met zelfafschakeling nodig.

Schakelrails bij K-rails zijn onbetrouwbaar. Bij de Marklin los verkoopbare wisselaandrijvingen (C- en K-rails) zijn de eindafschakelingen zo onbetrouwbaar dat de meeste mensen die zo snel mogelijk verwijderen. M-rails hebben die niet, en die hebben een degelijk wisselrelais dat met relatief betrouwbare schakelrails uitstekend schakelt.

Bij M-rails zijn de schakelrails te verbeteren, waardoor ze het altijd doen, in plaats van meestal. Bij K-rails kun je ze beter vervangen door reedcontacten (of iets anders). 

[Klaas Zondervan]

Nog een vraag is wat precies de situatie is. Maar de vraagsteller heeft zich al 3 dagen niet laten zien, dus kennelijk is het niet zo'n brandend probleem.

[buurtspoorweg]

Dank voor de vele reacties. Helaas zijn de aangedragen oplossingen voor mij niet werkbaar of te technisch (ik ben bepaald geen electronica expert).
Nog even voor de duidelijkheid: het gaat om twee naast elkaar liggende doorgaande sporen met M rails. De wissels en seinen [/img]aan de voorzijde heb ik al verbonden met schakelrails, dus kopbotsingen zijn uitgesloten.

[Timo]

Okay, M-rail, dus geen afschakeling.

Als de oplossingen te technisch zijn zit er niets anders op dan er (zelf) voor te zorgen dat een trein niet stil staat op de schakelrail.

Ook al heb ik dacht een keer een fabrikant van een CDU gezien maar geen idee meer wie dat was


Timo

[Te 2/2]

Leuk, zo ben ik ook begonnen met M* toen ik nog bepaald niet technisch was.
Ik was 11 of zo (sindsdien is er door deze hobby in mijn leerproces iets veranderd).

De 2 cirkels geven m'n eerste bedenkingen: de trafo is te licht voor wat je ook verder wilt, temeer als je gescheiden functionele bovenleiding en functionele middenrail wilt, met licht (seinen) en 2 of meer e-locs
(mijn moment om te gaan voor Temsi en Titan wisselstroom trafo's).
Ik heb deze trafo uit de startersdoos laten verwijderen, en ben meteen voor een zwaardere gegaan.
En het blokje om de wissels (en seinen)  te bedienen, zit op een onmogelijke plek.
Vooraan de tafel is echt altijd beter te bedienen.

Goed, ik neem aan: gewoon een testsituatie, dus niets mis mee.

Waar moeten de schakelrails zitten, en wat moeten ze doen? Dat is je vraag.
Maar die vraag is dubbel te interpreteren. Als je alleen naar die trein en die losse lok kijkt,
dan gaat je vraag erom hoe je die twee treinen afwisselt. 
Als de ene komt, vertrekt de ander, en dat is nog simpel op te lossen.

Het zelfde geldt voor die meegebogen wissel: als trein 1 binnenkomt op het spoor bij de boekenkast, dan zit er een schakelrail die de meegebogen wissel omzet, en die schakelrail ligt op een volledige treinlengte van die om te zetten wissel. Nog steeds simpel?
Dei 2de trein die erna komt, zal de wissel weer terug moeten zetten, ook na 1 treinlengte afstand.
Maar: nu is de vraag wat er gebeurt als je nog een derde trein hebt.

Ik zie drie sporen: het 2-tal met de trein + de loc (ze splitsen na een meegebogen wissel),
en die twee komen samen uit op een derde spoor.

Dus de eerste tegenvraag is: wat spelen daar (waar die 2 armseinen staan) voor voorrangsregels,
en is dat rondbuigende spoor, waarop dit tweetal uitkomt,  in twee richtingen berijdbaar?

Alles in de foto wijst op enkelsporig bedrijf, dus dat zal wel haast.
Maar je moet het (analoog) altijd van tevoren vast leggen, en uitwerken in je schakelingen.
Als je het later anders doet, dan nu in je hoofd zit, dan moet je schakeling nog steeds goed werken.
Dat is het leuke van een analoge baan: de puzzels vooraf vormen de pret.

Ook al heb ik dacht een keer een fabrikant van een CDU gezien maar geen idee meer wie dat was

De vraag is gesteld in de rubriek elektronica en analoog, dus het is logisch dat je over een CDU begint. Waarschijnlijk bedoel je een aanbieding van Conrad, al zijn doe-het-zelf oplossingen soms zinvoller (zie oud draadje van Andre64, Rhätische Bahn b.v.). In dit stadium is dat nog niet nodig.

Op dit moment gaat het er nog om welke voorrangsregels er gelden, en hoe je dat oplost.
Als blijkt dat er teveel relais tegelijkertijd aangesproken moeten worden, en deze trafo gaat daartegen protesteren, dan is het tijd voor de inzet van zwaardere middelen.

[Wim Ros]

Een andere oplossing is eerst het wissel omzetten en een stukje verder de trein laten stoppen.
Stoppen en wisselomzetten dus niet door 1 schakelrails laten uitvoeren.

Mvg
Wim.

Zal ik mij zelf nogmaals een keer herhalen. Volgens mij is het zo simpel en simpel op te lossen.

[MOVisser]

Maar ja, alleen de waarheid ligt in het midden.

Ronald Visser

[bellejt]

de oplossing is een ptc  tussen te zetten in de toevoerleiding naar je wisselspoel.

voorbeeldje gezocht voor je maar wel in duits : http://zugkraft-stucki.blogspot.be/2014/12/marklin-weichenantriebe-problemlosung.html

[Te 2/2]

alleen de waarheid.

Alleen de pukkeltjes liggen in het midden. Maar zo heel erg simpel is het nu ook weer niet.



Aan de trein die er staat kun je uitrekenen dat de rode lijn 90 cm is (loc+3 wagons), oftewel 5 hele rechte rails 5106

Dit soort E-locs heeft bijna altijd een maximale lengte van 18 cm. Om daar stil te kunnen staan voor het sein, moet de stopplaats van het sein de lengte hebben van 18 cm (hele rechte) of van 9 cm (halve lengte), en moet de rijsnelheid laag zijn. In alle andere gevallen stopt de trein of niet of verder van het sein.
De gebruiksaanwijzing van dit sein geeft aan dat de stopplaats minimaal 36 cm (2x hele rechte) moet zijn. Daarvan is hier geen sprake.

Dit soort E-locs heeft twee draaistellen, elk met 2 assen. Sommige E-locs hebben de sleper tussen de draaistellen in (zoals de 3013), andere E-locs hebben de sleper onder een van de twee draaistellen. Als je ruimtegebrek hebt, dan neem je een loc met een sleper onder het voorste draaistel, want dan kun je de stopplaats van het sein beperken tot 9 cm (mits bij lage snelheid). Dat betekent dat de schakelrail (ook 9 cm lang) samen met deze halve (stopplaats) 1 hele vormt. De schakelrails heeft altijd rijspanning, en de halve rail van de stopplaats heeft alleen rijspanning bij groen sein.

Die schakelrails zet die meegebogen wissel achter de trein om naar de binnenboog,
opdat de volgende trein er niet achterop knalt, maar het spoor ernaast op rijdt.

Dat spoor (hier aangegeven met de groene lijn) is minimaal 1 standaardrails korter (dus 4 rechte rails), en eventueel kun je wat smokkelen met een halve boog bij het sein, en een halve boog na het wissel, waardoor je toch weer uitkomt op een lengte van 90 cm. Maar dat kan alleen als je en geen langere locs hebt, en geen langere wagons.

Dus die trein met 3 wagons past er standaard niet op, tenzij je smokkelt. En dat is knap vervelend, als je dat wel wilt toestaan, want dan kun je nooit op 1 loc+3 wagons afstand die meegebogen wissel weer terug zetten!

Als dat niet mag, dan moet je iets verzinnen om te zorgen dat die trein nooit of te nimmer op dat spoor kan komen waar nu die ene loc-zonder-wagons staat.
Als dat wel mag, dan moet je smokkelen met twee gebogen halfjes.  Het gebogen halfje links is dan de seinstopplaats, en daarvoor ligt een halve schakelrails. Die zet deze meegebogen wissel weer op de buitenboog.

Daarna komt stap 2: wat doe je met het sein.

Met dezelfde schakelrails, of met een andere, zoals Wim voorstelt.

Als je de sporen (Sp1 t/m 4), schakelrails (Sr1 en Sr2),  wissels (W1 t/m 4) en seinen (S1 t/m S2) nummert,
dan is de beschrijving in de antwoorden meteen een stuk leesbaarder.
Want dan hoef je niet iedere keer te omschrijven welke plek je bedoelt.

[buurtspoorweg]

Dank voor deze tip. Ik ga het op deze manier proberen.

[Te 2/2]

Het maximum aantal tegelijkertijd schakelbare relais door 1 schakelrails is 3. Daarboven is het feest. Er bestaat dan gevaar van verslappen (knikken) van de bladveer onder de schakelrails.
De veer verliest dan de vereiste spanning.

Mocht je meer gaan doen met die Märklin M-rails schakelrails, let dan even hierop:


of gericht op het detail:


Er is iemand op ebay die aanbiedt schakelrails te verbouwen en/of schakelrails te leveren die zijn verbouwd. Die verbouwing houdt in dat er een extra bladveer wordt aangebracht.
Die bladveer zorgt ervoor dat de schakelrails altijd blijft schakelen. En dat is handig, want vooral 2e hands schakelrails leiden soms aan bladveermoeheid, en dan zijn ze een stuk onbetrouwbaarder.

De belangrijkste oorzaak van bladveermoeheid is een loc tot stilstand brengen op een schakelrails die is aangesloten op meerdere sein- of wisselrelais. De stroomspanning die dan via de veer naar de rails blijft lopen, doet het relais doorbranden en de bladveer zelf kan er ook slecht tegen.

[Wim Ros]

Het meegebogen wissel zet je niet om als de trein er voorbij is, die zet je om voor het meegebogen wissel en via een omschakelcontact in een relais bepaal je welke stand dus de standakelcontact  naar het vrije spoor en dat relais zet je om na het wissel dan weet je dat het spoor bezet is.
Met dezelfde schakelrails zet je het spoor op stop en zet je het andere spoor aan. Trein rijd zijn rondje en gaat naar het vrije spoor zet de andere trein aan en zichzelf stop. Zo blijft nooit de trein op het schakelcontact staan, en is je situatie opgelost. In het seinenboek van Marklin staat dit uitgelegd, kwestie van toepassen.

Groetjes

[Te 2/2]

Bedoel je bijvoorbeeld het schema op pagina 26? 


Je gebruikt dan 3 schakelrails en 1 hulprelais. Het effect is anders.
In Wim's beschrijving rijdt er altijd 1 trein weg zodra er eentje binnenkomt:

Trein rijd zijn rondje en gaat naar het vrije spoor zet de andere trein aan en zichzelf stop

De andere trein aan zetten => sein (andere trein) op groen
Dat moet je willen, en het moet ook maar net kunnen.

Een tip kan zijn: ook seinen zetten op de andere sporen,
opdat de andere trein altijd veilig kan vertrekken.

[MOVisser]

blz 26 ?

Ronald Visser

[Wim Ros]

Mijn voorbeeld gaat uit van 3 schakelrailcontacten, precies zoals aangegeven in het plaatje. Deze oplossing is al tientallen jaren oud. 

Mvg
Wim.