Vraag en antwoord > Ombouwen

Upgrade van een TRIX BR 217 018-1

(1/2) > >>

Jean_Hoogstad:
Upgrade van een TRIX  BR 217 018-1


De Baureihe 217 is ontwikkeld voor reizigerstreinen, maar werd (en wordt) vooral gebruikt in het goederenvervoer. Voor de geschiedenis, de techniek, de inzet en andere wetenswaardigheden over deze locserie, zie http://www.baureihe217.de

Het Trix model dat hier onder handen is, is een gelijkstroommodel uit de jaren ’70 en heeft van huis uit een motor die afbreuk doet aan deze aardige loc. De rijeigenschappen van deze rode dieselloc zijn bar slecht. De 217 wordt uitgerust met een kwaliteitsmotor. Tevens zullen een aantal andere moderniseringen worden doorgevoerd. Het doel van de renovatie is het creëren van goede en betrouwbare rijeigenschappen zodat de loc volwaardig kan worden ingezet op de digitale modelbaan.


Stroomafname en wielen
De 217 heeft stroomafname ijzers op alle wielen. De wielen van het motordraaistel zijn allemaal uitgerust met ASB ’s. Om de stroomafname via dit draaistel te verbeteren, worden twee schuin tegenoverliggende wielen ingeruild tegen ASB -loze exemplaren. Eerder is vastgesteld dat Trix H0 wielen goed overweg kunnen met alle 2,1mm railstukken van Roco.   


Motor en inbouw
De 217 heeft een compleet cabine-interieur waar ook de verlichting in is opgenomen. Uitgangspunt bij de zoektocht naar een geschikte motor is dat het interieur behouden moet blijven. Een ander uitgangspunt is dat de motor wordt uitgerust met een vliegwiel. De motorkeuze voor deze loc is gevallen op een Mashima. De 5-polige Mashima motor is uitgerust met een schroefanker. Dit voorkomt ‘ankerkleef’ en zorgt voor een aanloop bij zeer lage spanning. Door het handmatig draaien aan de motoras kan men een zeer lichte schoksgewijze weerstand voelen. De weerstand die bij de Trix motor te voelen is, is vele malen groter. De afmeting van de Mashima is 18x24mm. De 2mm dunne motoras steekt aan beide zijden zo’n 10mm uit.

De nieuwe motor past net niet tussen (en in) de motorsteunen van het draaistel. Aan één zijde moet een steun wat bijgevijld worden om de motor geplaatst te krijgen. Nadeel bij het gebruik van de motorsteunen in deze positie is dat de motor te ver naar achteren is gepositioneerd. De motoras is te kort (reikt niet tot het aandrijftandwiel) en er is geen plaats voor een vliegwiel.
Om de motor verder naar voren te kunnen plaatsen, zijn de twee motorsteunen verwijderd. Op het draaistel zijn vervolgens twee metalen plaatjes gelijmd. Op het achterste plaatje is een, ietwat uitgevijlde, motorsteun teruggeplaatst. De positionering van de motorsteun is zo bepaald dat de tandwielen van motoras en aandrijving exact in elkaar grijpen. Het oorspronkelijke motortandwiel is overigens vervangen door een kunststof exemplaar die tevens wat groter is (en meer tanden telt). De grotere maat bleek noodzakelijk om de motor goed te kunnen positioneren. De verwachting is dat een kunststof tandwiel minder lawaai produceert dan een metalen exemplaar.

Na uitharding van de lijm is de achterzijde van de motor met het vergrendelclipje vastgezet, terwijl op het voorste metalen plaatje de motor met siliconenkit is vastgelijmd. Om te voorkomen dat de tandwielen te strak (of te los) in elkaar grijpen, is een vloeitje (Mascotte) ertussen geplaatst. Het resultaat van deze actie is een enigszins flexibel vastzittende motor met een geluiddempend karakter. Door de nieuwe positie van de motor is er ruimte voor een vliegwiel aan de achterzijde, zonder dat het interieur wordt aangetast. De afmeting van het vliegwiel is 16x6mm en dat is het maximaal haalbare in deze constellatie.


Analoog testen
De twee locverzwaringen zijn vastgelijmd; op en onder het frame. Uit de eerste analoge testrondes blijkt dat er geen sprake is van wringen van de aandrijfconstructie of schommelen van de loc. Op het  testbaantje heeft de 217 in ‘kale’ toestand ruim 3 kwartier in beide richtingen gereden. In dat tijdsbestek zijn de onregelmatigheden die in de aandrijving aanwezig waren (de loc zal lang ongebruikt zijn geweest), met toevoeging van wat frisse olie, zo goed als verdwenen.
Verdere constateringen zijn dat met het iets grotere motortandwiel (nog steeds) stapvoets gereden kan worden en dat de geluidsproductie van motor en tandwielen vriendelijk voor het gehoor is. De voorlopige indruk is dat dit motortje niet verkeerd is.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de ASB ’s van Fleischmann, hebben de twee ASB ’s van deze loc sneller de neiging tot doorslippen en dat zal gevolgen hebben voor de hoeveelheid last die achter de loc kan worden gehangen….


Dat was het voor nu. Binnenkort komt het vervolg. Daarin o.a. het digitaliseren van de 217, het maken en plaatsen van nieuwe koppelingen, de reparatie van de kap, het eindresultaat en de conclusies.
Een fotootje hier en daar volgt ook nog.   



Groet,
Jean

Jean_Hoogstad:




.........met oorspronkelijke innerlijk........


....en met nieuwe inhoud in twee opeenvolgende fasen






groet
Jean
 

Jean_Hoogstad:

In dit 2e deel wordt verder verslag gedaan van het verloop van de ombouwwerkzaamheden. Het doel van de verbouwing is een BR 217 met goede rijeigenschappen die inzetbaar is op de digitale modelbaan.   


Reparatie van de kap
De bevestigingsnok van de kap van deze loc is afgebroken. Deze bevestiging repareren heeft niet zoveel zin, die zal niet stevig genoeg (meer) worden. Tegen de binnenzijde van het dak zijn een aantal laagjes styreen gelijmd. Met een nieuwe, langere schroefbout is de kap vervolgens vastgezet.


De nieuwe bevestigingsplaats.

Enige bedenkingen heb ik wel bij de stevigheid van deze constructie met een enkele schroef. Als aanvulling overweeg ik aan beide binnenzijden/onderzijden van de kap een strookje styreen te lijmen, waar de kap na enig uitbuigen achter geklikt kan worden. Hierdoor zal de kap ook vanuit deze positie op zijn plaats worden gehouden.

De buitenzijde van de kap is helemaal gaaf. De loc uit de jaren ’70 heeft geen los opgezette onderdeeltjes, maar het spuitwerk is mooi en de opdrukken zijn scherp. Dat is indertijd mooi gedaan door ‘Trix International’. 
De revisiedatum van deze 217 is 20-11-1974. Regensburg is de standplaats.


Digitaliseren
De rode dieselloc is uitgerust met een NEM 651 ‘Schnittstelle’. Om het solderen aan de pinnetjes te vergemakkelijken, zijn ze om en om een beetje in tegengestelde richting omgebogen. Welke kleur aan welk pinnetje gesoldeerd moet worden, is in de decoder beschrijving opgenomen. Voor de retourstroom van de verlichting wordt in dit geval het zwarte snoer gebruikt (blauw is er niet).


Een pietepeuterig soldeerwerkje.

Na afloop van de soldeerwerkzaamheden is voor de zekerheid met de multimeter gecheckt of de stekkerpinnetjes onderling geen contact maken. Vervolgens is het geheel op een klein plateautje in de loc geplaatst en zijn de snoeren aangesloten. In de digitale stekkerdoos wordt een Viessmann 5243 decoder geplugd. Deze decoder is volgens mij identiek aan de Kühn N025 die voor een lager bedrag te koop is, maar dat terzijde. Het maximaal vermogen van de decoder is 0,7A en de decoder beschikt o.a. over een lastregeling. 


De 0,7A decoder is ingeplugd. Mocht blijken dat het vermogen te krap is, dan kan in een handomdraai een andere decoder worden ingeprikt.

In de kap zijn de snoeren voor de verlichting gehergroepeerd. Een printplaatje aan de binnenzijde van de kap fungeert als verzamelplaats/aanknopingspunt voor de snoeren naar de decoder.


Het printplaatje aan de binnenzijde van de kap, cabine-1 zijde, links.


Koppelingen
De 217 heeft (natuurlijk) geen kortkoppel mechanisme. De standaard beugelkoppelingen worden vervangen door profikoppelingen. Voor het installeren daarvan zijn genormeerde koppelstukken gebruikt. De koppelstukken zijn in dezelfde maat en vorm gevijld als de achterzijde van de oorspronkelijke koppelingen. De steekkoppelingen worden in het koppelstuk geplaatst en vervolgens wordt het geheel in de loc vastgeschroefd. De lengte van de locschacht is wat langer dan bij de Trix 221. Dit heeft als gevolg dat de steekkoppeling in het koppelstuk net niet vast geklikt kan worden. Vastlijmen van koppeling en koppelstuk biedt hier een oplossing. De richtveertjes in de loc blijven behouden. De koppelingen blijven hierdoor in de goede positie staan. Zijdelingse beweging is met deze constructie ook mogelijk. Deze methode, maar dan zonder lijmen, is eerder toegepast en geeft een prima resultaat.


Eindresultaat 
Na alle werkzaamheden staat er een puike loc op de baan. Best bijzonder ook. Een BR 217 kom je niet zo vaak tegen, dit in tegenstelling tot de (vergelijkbare) bouwseries 215, 216 en 218.



De  217 018-1, aan de buitenzijde valt niet zoveel te zien van het uitgevoerde werk, in de loc des te meer.




De rode dieselloc wordt voortaan opgeroepen onder nummer ‘217’. Dimmen van de verlichting is niet nodig. De startspanning is verlaagd naar waarde ‘1’.  Wat opvalt is dat de loc schokvrij rijdt. Wissels, bogen, hellingen en afdalingen worden soepel en schokvrij bereden. De opeenvolgende snelheidstappen in het middengebied zijn wat groot, daar moet nog wat nadere afstelling plaatsvinden. Stapvoets rijden ziet er realistisch uit. De ‘gelijkmatigheid’ van de ingestelde snelheid en het ‘rollen’ over de rails zijn van een goed niveau, maar wel een klasse minder dan de eerder omgebouwde BR 221 met Faulhaber motor.
Het geproduceerde geluid van motor en tandwielen is beperkt. Afrolgeluiden zijn het meest aanwezig, maar blijft binnen de marges. Het stroomverbruik van de decoder is zodanig laag dat een stilstaande 217 (met de verlichting uit) niet door de bezetmelders wordt opgemerkt !

Tegen de grenzen van het decodervermogen van 0,7A is (nog) niet aangelopen. Gezien het snel doorslippen van de twee overgebleven ASB ‘s, is tot nu toe slechts een beperkte hoeveelheid last achter de loc gehangen. Vier antislipbandjes monteren biedt geen degelijke oplossing, dat gaat ten koste van een ongehinderde stroomafname. De oplossing moet gezocht worden in het monteren van een stroever soort ASB en/of het verzwaren van het motordraaistel. Wat meer gewicht zou de 217 sowieso niet misstaan. Verder lijkt de bijdrage van het vliegwiel minimaal.


Het formaat van het vliegwiel is 6 x16mm, het maximaal haalbare in deze constellatie.


Conclusie
De Mashima motor is helemaal geen verkeerde keuze voor deze loc. De combinatie van Mashima en Viessmann werkt goed samen. Een goedkopere (identieke) decoder is verkrijgbaar. De motor daarentegen, biedt veel waar voor het geld. De Mashima is onvergelijkbaar met de oorspronkelijke motor en is een aanrader. Het geheel van oude en nieuwe onderdelen zorgt voor goede en betrouwbare rijeigenschappen tegen een zeer acceptabele geluidsdruk. Een eventueel nog openstaand klusje is het plaatsen van extra verzwaringen in de loc.
Zowel voor de hoogte van de kosten als voor de moeilijkheidsgraad van de verbouwwerkzaamheden hoeft men geen angst te hebben.



Groet,
Jean



Chris:
In 1 woord : Fraai !

wob:
Mooi werk, Jean!

Groet, Bas

Navigatie

[0] Berichtenindex

[#] Volgende pagina

Naar de volledige versie