BeneluxSpoor.net forum
Overige spoorzaken => Grootspoor => Topic gestart door: oudebiels op 03 March 2018, 11:13:06
-
Hallo allen,
Ik heb vragen over de verlichting van locomotieven op het (west)duitse
spoor in de perioden III en IV.
Wanneer een (diesel) locomotief aan de kop van een trein rijdt, heeft hij
een driepunts (A) verlichting in wit.
Aan de andere kant van de loc brandt geen licht.
Wanneer de trein niet getrokken maar geduwd wordt door dezelfde loc, heeft die aan de voorzijde (naar de wagons/rijtuigen gekeerde) zijde geen licht,
aan de achterzijde van de loc twee rode lichten laagliggend.
Is dit juist?
Wanneer deze loc zonder wagons/rijtuigen/andere loc rijdt, dus 'leeg' van A naar B, voert hij aan de voorkant drie witte lichten en aan de achterkant twee laagliggend rode lichten.
Is dit ook juist?
Wanneer deze loc heen en weer rijdt op het emplacement/rangeerterrein, zonder of met aanhang, welk licht voert hij dan en aan welke kant?
Ik dacht iets opgepikt te hebben van een laagliggend wit licht aan beide kanten?
Dank voor de info,
oudebiels
-
Duits rangeersein is 3 lampen aan beide zijden. Nederlands rangeersein was altijd 1 lamp aan beide zijden, inmiddels is meen ik Duits rangeersein hier ook toegestaan.
NB in Duitsland werd tot pakweg tien jaar geleden bij daglicht meestal geen verlichting gevoerd!
-
Trekduwtreinen in de BRD moesten ook overdag verlichting voeren en op tunnelrijke trajecten werd ook overdag vaak met frontseinen gereden.