BeneluxSpoor.net forum
Vraag en antwoord => Algemeen => Topic gestart door: Rob Moerkerken op 09 February 2015, 13:40:20
-
Ik wil op mijn modelbaan een raccordement aansluiten op een enkelsporige hoofdlijn. Nu wil ik uitzoeken welke seinen, seinbeelden en borden ik waar moet plaatsen. Het gaat om een Nederlandse baan in de periode 1965-1980 waar zowel armseinen als lichtseinen op de baan voorkomen.
groet, Rob
-
Bij binnenkomst op het raccordement zou je een bord "Einde beveiligd gebied" kunnen plaatsen, Seinenboek (http://www.railmeester.nl/mediapool/69/699637/data/seinenboek.pdf), bord 333.
Bij verlaten van het raccordement kun je voor het wissel dat aansluit op het hoofdspoor een dwergsein plaatsen.
Ingewikkelder hoef je het volgens mij niet te maken. Maar misschien zijn er anderen die beter op de hoogte zijn van het seinstelsel.
-
Indien je in een keer de hoofdbaan op kan en daar op volle snelheid kan doorblerren een hoog sein. Indien je daarna (buiten raccordement) of in een station of PDQ een hoog sein tegenkomt is een dwergsein (Vmax=40 km/u) goed genoeg voor het verlaten van het raccordement. Praktijk zal dus meestal een dwergsein zijn
Voor het oprijden van het raccordement is een wit sein (inrijden ROZ (rijden op zicht))in of voor een dwergsein goed genoeg. In het dwergsein indien je verder geen groen nodig hebt. Wanneer je in het dwergsein wel groen nodig hebt komt er een aparte lamphouder bij de dwergsein te staan voor het witte seinbeeld
-
Even de tekst aanpassen beste paul.
Voor het oprijden van het raccordement/of stamlijn/onbeveiligd gebied is seinbeeld geel knipper (inrijden ROZ Rijden Op Zicht) in een dwergsein zichtbaar,in het dwergsein zit niet altijd de kleur groen (Als je alleen nog maar naar een in spoorbeveiliging liggend stootjuk kunt rijden bijvoorbeeld)
Een apparte witte lamp (vaak voor en onder het dwergsein gaat branden als je de vrijgave sleutelt en zullen de overige kleuren in het dwergsein doven! (dit gebeurd als de rangeerploeg veel bewegingen moet gaan uitvoeren zonder telkens de treindiensleider te hoeven lastigvallen en het rangeerproces sneller te kunnen laten verlopen)
Mvg jamie
-
Voor het oprijden van het raccordement is een wit sein (inrijden ROZ (rijden op zicht))in of voor een dwergsein goed genoeg. In het dwergsein indien je verder geen groen nodig hebt. Wanneer je in het dwergsein wel groen nodig hebt komt er een aparte lamphouder bij de dwergsein te staan voor het witte seinbeeld
oei dat word weer in de seinboeken duiken, roz word toch echt niet met een wit sein gegeven!!!
Net zoals Jamie zegt, een raccordementspoor ga je op met geel knipper!!
-
Ik zal wat minder uit mijn hoofd gaan praten mbt dit soort zaken. Is te lang geleden dat ik het paraat hd :-[
-
Hoi,
Als ik raccordement Haanrade Als voorbeeld neem ,daar staan alleen borden en een onstoringsblok.
Er werd alles met sleutels geregeld.
In Maastricht alleen de aansluiting naar en van de Beatrixhaven met sein,rest roz,
Meestal zijn de aansluitingen naar en van het hoofdspoor beveiligd of de aankomst en vertreksporen.
Het raccordement was en is ,meestal onbeveiligd gebied ,meestal in gebieden waar meer handwissels lagen of liggen,
dan centraal bediende,de afweging is hoever men de periode wil benaderen,meestal geeft een voorbeeld de oplossing.
Gr
Jo
-
sorry een ontsporingsblok
-
Maar hoe werd de hoofdlijn naar het raccordement beveiligd, je hebt immers rechtdoor op de hoofdlijn en afslaand naar het zijspoor. Gewoon op zicht? Lijkt me voor het doorgaande verkeer ongewenst!
Bij lichtsein kan ik me voorstellen met een lichtsein met cijferbak, maar hoe dan in de tijd van de armseinen?
gr. Rob
-
Met vertakkingsseinen? ???
-
Voor een raccordement???
-
Bij Klassieke beveiliging met centraal bediende seinen kan bij het hoofdsein, een rangeerstoplantaarn staan en moest de mcn contact opnemen met de treindienstleider of seinhuiswachter.
Of de paal is niet zwart-wit,maar rood-wit,een bordessein kan,als een der sporen een aankomst en vertrekspoor is richting raccordement is,dit gegeld alleen bij centraal bediende seinen en wissels.
In Nuth was vroeger het beveiligd gebied zoals aankomst en vertreksporen met dwergseinen beveiligd en de niet beveiligde
sporen die aangesloten waren beveiligd met een stopontspoorblok met lantaarn.
Of het heel eenvoudige klassieke hoofdsein met een gele lamp eronder en rangeerpaallantaarn.
Er zijn zoveel mogelijkheden in a licht het eraan hoe de aansluiting is naar raccordement is een of meer aanstuitingen,en of er uittreksporen zijn,die bij rangeerwerkzaamheden het treinverkeer op het hoofdsporen niet verstoren.
Gr
Jo
-
Een raccordement hoeft niet perse met seinen beveiligd te worden, met seinen beveiligd is het officieel zelfs helemaal geen raccordement. Een raccordement beveilig je met een grendel. In de normale dienst ligt het wissel vergrendeld voor rijwegen over de vrije baan. Om van en naar het raccordement te komen, wordt het grendel genomen en kan het wissel door de machinist of rangeerder worden omgelegd naar de afbuigende stand.
Treinen naar het raccordement: De trein rijdt op de vrije baan tot net voorbij de voorkant van het wissel. Daar ligt een z.g. Overlay Track Circuit (OTC) dat ter plaatse van het wissel controleert of de trein bij het wissel staat. Als dat niet het geval is, kan het grendel ook niet genomen worden. Als de trein de OTC-sectie wél bezet, kan het grendel worden genomen (de grendelknop gedraaid), kan het wissel worden omgelegd en kan de trein naar het raccordement. Rijwegen over de vrije baan zijn pas weer mogelijk als het wissel weer in de juiste stand ligt en het grendel is teruggedraaid. Tot die tijd tonen de seinen aan het begin van het blok rood. Het wissel is in de regel ook voorzien van een losse tongencontroleur (TC) waarmee in de beveiliging wordt gecontroleerd of het wissel helemaal in de juiste stand ligt (er wordt dus niet alleen vertrouwd op de stand van het grendel).
Treinen vanaf het raccordement: Ook nu moet het grendel worden genomen. Aan de kant van het raccordement ligt echter geen OTC. Het grendel kan gedraaid worden als er op de vrije baan geen trein in de nadering zit. Deze nadering is zo ruim genomen, dat als het grendel gedraaid wordt, een eventuele naderende trein op de vrije baan tijdig tot stilstand kan komen. Na het nemen kan ook nu het wissel weer worden omgelegd. Nadat het wissel is teruggelegd en het grendel is teruggedraaid, kunnen er weer treinen over de vrije baan naderen. Het spreekt voor zich dat een trein niet zo maar van het raccordement de vrije baan op mag. Daar is toestemming van de treindienstleider voor nodig.
Groeten,
Peter
-
Hoi Peter ,
Je formulering klopt en als het op de vrije baan geen OTC is worden het met sloten gedaan,zo is het in Haanrade en wel ,Kz sloten op de wissels die aansluit op het hoofdspoor Landgraaf- Herzogenrath en richting RD4 en Herzogenrath met een stopontsporingsblok beveiligd,na melding van de Machinist dat de wissels in normaal stand is terug gezet. en de Kz sloten vergrendeld zijn mag hij met zijn trein richting Landgraaf of de volgende trein komen,dit wordt aan Maasticht en Herzogenrath gemeld, het is zichtbaar bij de uitrijsein in Landgraaf richting Haanrade die in de stand stop staat.
Helaas is dit verleden tijd,er rijden alleen nog reizigerstreinen en omleidingsverkeer voor de DSM ;)
Gr
Jo
-
En wat moet je dan plaatsen indien het in 1910 gesitueerd is ?
-
Bij welke maatschappij?
In 1910 had je nog verschillende maatschappijen met ieder hun eigen seinstelsel.
-
Hallo Rob.
Misschien dat deze tekeningen je wat meer duidelijkheid geven. Dit is het emplacement van Geleen - Lutterade in 1964. Dit station kende twee aansluitingen, een naar de Staatsmijn Maurits en een naar de de Firma Martens en NS goederenloods.
Op de tekening zie je dat de sporen naar de Maurits zijn beveiligd dmv seinen. De wissels van aansluiting naar de Firma Martens zijn beveiligd dmv sloten.
De Staatsmijn Maurits was de enige mijn in Limburg die rechtstreeks op het blokstelsel van NS aangesloten was.
Moest er een trein van of naar de Maurits dan gebeurde dit via het bloktoestel. Deze treinen konden dan rechtstreeks vanaf de Maurits doorrijden naar Sittard. De treinen werden door NS lokomorieven gebracth en opgehaald.
Moest er een trein van of naar de goederenloods of Firma Martens dan gebeurde dit in overleg met de treindienstleider. Zodra de sleutels voor de wissels uit het bloktoestel verwijderd waren konden hierop geen handelingen meer uitgevoerd worden. De handelingen hiervoor staan uitvoerig in het seinreglement 1964/65 van de Staatsmijnen beschreven.
Indien nodig kun je een Haltebord plaatsen met onderschrift, Bel Post T.
In die tijd en ook voor 1964 had ieder station een Stationchef. Die was verantwoordelijk voor de uit te voeren rangeer bewegingen.
Aansluitingen die niet dmv seinen beveiligd waren moesten altijd (telefonisch) gemeld worden bij de stationschef.
Gr. Bert.
(https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_1_001.jpg) (https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_1_001.jpg)
(https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_2_001.jpg) (https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_2_001.jpg)
(https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_3_001.jpg) (https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_3_001.jpg)
(https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_4_001.jpg) (https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_4_001.jpg)
(https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_5_001.jpg) (https://images.beneluxspoor.net/bnls/emplacement_Lutterade_5_001.jpg)
-
@Bert, bedankt voor de heldere uitleg.
Ik ga het raccordement aansluiten zonder seinen te plaatsen, slechts een S bord met onderbord als je vanaf de aansluiting de hoofdbaan op wilt.
gr. Rob