BeneluxSpoor.net forum
Vraag en antwoord => (Her)beginners => Topic gestart door: broker op 20 September 2009, 10:47:17
-
Hallo,
ik ben met een baanplan bezig en ik vroeg me af wat ik als optimale hoogte moet aanhouden als ik rail laat kruisen ik wil gebruikmaken van Fleishmann Piccolo (dus N) en een bovenleiding voeren,
dank je!
Hans
-
Ik zou minimaal de hoogte van een bovenleidingsmastje aanhouden,
dan gaat het altijd goed ;)
-
weten jullie daar de maat van? aangezien ik nog in de ontwerpfase zit heb ik nog niets gekocht.
Groet,
Hans
-
Afhankelijk van je baanplan lijkt het mij handig om een hoogte te houden zodat je er met je hand nog bij kunt. Gaat het om een schaduwgedeelte? In dat geval is 10 cm toch wel het minimale lijkt me.
Succes!
Niels
-
Op de baan lijkt 4,5 cm mij net genoeg, dat is de hoogte van een lok met zijn panto's helemaal uitgeklapt. Voor de zekerheid misschien nog 0,5 cm erbij.
-
Voordat iedereen nou opnieuw het wiel gaat uitvinden, kijk eerst eens wat de normen er van zeggen.
http://www.morop.org/de/normes/nem102_d.pdf (http://www.morop.org/de/normes/nem102_d.pdf)
-
Klaas,
37 mm (volgens de norm) is wat klein om daar met je hand goed onder te kunnen. De eerder genoemde 5 a 10 cm zit er beter in de buurt.
Groeten,
Gerard van der Sel
-
Ja, maar dat was niet de vraag van Hans, die het topic begon.
-
Gerard, dat was niet wat in eerste instantie gevraagd werd:
ik ben met een baanplan bezig en ik vroeg me af wat ik als optimale hoogte moet aanhouden als ik rail laat kruisen ik wil gebruikmaken van Fleishmann Piccolo (dus N) en een bovenleiding voeren,
En dan kun je zoals Klaas aangaf gewoon de normen aanhouden.
EDIT Marc was me voor..... ;D ;)
-
Hij vraagt naar de optimale hoogte. In mijn ogen dus ook een hoogte waarmee je ja modellen bij problemen onder de baan vandaan kunt halen. Bij H0 zijn de hoogtes zo groot, dat er geen fysieke beperkingen zijn, maar bij N komt de fysiek al snel om de hoek kijken...
Groeten,
Gerard van der Sel
-
Zo zie je maar weer dat een duidelijke vraagstelling heel wat geharrewar kan voorkomen.
De genoemde norm geeft aan wat minimaal nodig is, maar meer is niet verboden.
Laten we maar even wachten tot de vraagsteller zich weer meldt.
-
Of je past gewoon je eigen norm toe , zonder allerlei verwijzingen naar andere normen van hoe of wat , gewoon wat jou het beste uit komt.
-
:-X
-
Een Br 101 met gestreken panto's is 33-34 mm hoog vanaf de onderzijde (Peco code 80) rail. Het normblad zegt 37 mm in de laagste stand dus bijvb bij viaducten dus heb je 3mm bij passage van het viaduct. Dit is een vrij normaal gegeven bij viaducten en ondergrondse stations.
Bijkomend probleem is dat hoe meer vrije ruimte onder het viaduct je dus ook rekening moet houden met het hellingspercentage. Dit resulteert dus weer in een langere helling wat bij ons allemaal weer wordt gedwarsboomd door ruimte gebrek.
En niet te vergeten de constructie van de brug welke ook nog de nodige millimeters vraagt. dus netto kom je dan toch gauw op 40-45mm.
Wat betreft bereikbaarheid, is meestal een kort stukje. Ik denk echter dat het rijden met bovenleiding, heel mooi overigens, maar in de praktijk bijna altijd op uit een debacle. :-[ :-[
Grtzz Rob
-
Een Br 101 met gestreken panto's is 33-34 mm hoog vanaf de onderzijde (Peco code 80) rail. Het normblad zegt 37 mm in de laagste stand dus bijvb bij viaducten dus heb je 3mm bij passage van het viaduct.
Bij de grote spoorwegen en ook bij modelspoor worden hoogtes altijd gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf (BS). In jouw voorbeeld heb je dus 5 mm ruimte.
-
Klaas,
Bij de grote spoorwegen en ook bij modelspoor worden hoogtes altijd gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf (BS). In jouw voorbeeld heb je dus 5 mm ruimte.
Dat is wel leuk die stelling, maar volgens mij moet je wat minder rechtlijnig zijn en kijken wat de praktijk geeft. Hoe je het ook wendt of keert je begint met een bodemplaat waar rails op ligt, ca 4 mm. Daarbovenop komt de loc met gestreken of omhoogstaande pantograaf. en daarboven nog eens de rijdraad. Ik geef praktijk gegevens om wat meer duidelijkheid te geven en waar je ook aan moet denken.
Viessman geeft 45,5 mm vanaf de bodemplaat voor de bovenleiding. Dat is gewoon een praktijk opgave van de werkelijke hoogte en iets waar de hobbyist wat mee kan. De Normbladen zijn leuk voor de fabrikanten maar niet voor ons gebruikers. Eenvoudig denken en rekenen is veel belangrijker.
Grtzz Rob
-
Rob,
leuk verhaal, maar de hoogtes die in de NEM102 zijn aangegeven, zijn allemaal bepaald vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.
Staat er ook bij, die dikke lijn SO = Schienenoberkante = bovenkant spoorstaaf.
En er is helemaal niks mis met rechtlijnig denken.
-
Klaas,
Perfectie is een Utopie.
Grtzz Rob
-
@Rob
Ik ben het geheel met Klaas eens.
Rails ligt meestal op een railbed, wat een ieder naar eigen smaak inricht. Bij de één is daarna de afstand van de bovenkant van de railstaaf bv. 5 mm boven het niveau van de plaat, bij een ander wellicht 10 mm, enz. Daarom wordt altijd gesproken van een afstand boven de bovenkant van de spoorstaaf.
Een loc heeft een verende pantograaf, die bij onderdoorgangen weliswaar iets wordt ingedrukt, maar niet volledig, want dan gaat hij niet meer omhoog en wordt dan ook geen stroom meer afgenomen, of bij gebruik van beide railstaven als voeding, rijdt de eloc dan met beide pantografen neergelaten.
Zoals Klaas al zei, zijn de afmetingen in NEM 102 minimumwaarden. Daar waar de bereikbaarheid in het geding is, bijvoorbeeld in schaduwstations, mag (moet) je meer ruimte nemen om in geval van nood (of bij bv. schoonmaakwerkzaamheden) alles bereikbaar te houden.
@Klaas
Het verbaast ook mij steeds weer dat allerelei lieden denken zich niet aan de NEM te moeten houden. Zelfs binnen mijn eigen club komen dat soort gedachten voor. En dan te bedenken dat vooraanstaande modelspoorders vaak jaren hebben overlegd en de normen zeker niet uit hun duim hebben gezogen!
-
Tja, het is een hobby waarmee iedereen zijn eigen fantasie kan uitleven. De ene wil realisme tot in detail, de ander wil gewoon leuk en makkelijk kunnen rijden en/of bouwen. Gun elkaar dat plezier.
Groetjes,
Jos
-
Klopt, maar het een kan best samen met het ander. Ik bouw een fantasie baan (trambaantje) die niet is gebaseerd op een werkelijk bestaande situatie maar hou me met rijdraadhoogte en positie wel aan de NEM. Op die manier weet ik zeker dat alle trammodellen hun panto tegen de draad aan krijgen.
-
@Klaas
Het verbaast ook mij steeds weer dat allerelei lieden denken zich niet aan de NEM te moeten houden.
Je zou haast stoppen met naar de normen te verwijzen. Ik verbaas me er niet alleen over, maar ik baal er gewoon van dat er steeds weer lieden zijn die menen de draak te moeten steken met de normen.
-
Beste Klaas,
Ik verwijt niks aan normen, dat jij dat zo interpreteer is niet mijn probleem. Ik zeg alleen wat de praktijk maten zijn in een bepaalde situatie en waar je rekening mee moet houden. Er is iemand die een vraag stelt en het normblad wordt bekend gemaakt. Ik geef de andere kant aan. Niet iedereen heeft een schuifmaat of multimeter om zaken precies te meten. Dus waarom alle ophef ??? ??? ??? ???
Maar goed wens je toch het beste
Grtzz Rob
-
Rob, kennelijk snap je niet wat mijn punt is. Dan zal ik nog maar eens proberen om het concreet te maken. Daarvoor ga ik even terug naar dit citaat:
Een Br 101 met gestreken panto's is 33-34 mm hoog vanaf de onderzijde (Peco code 80) rail. Het normblad zegt 37 mm in de laagste stand dus bijvb bij viaducten dus heb je 3mm bij passage van het viaduct. Dit is een vrij normaal gegeven bij viaducten en ondergrondse stations.
Je meet hier de hoogte van de loc gemeten vanaf onderzijde rail. En daarbij betwijfel ik of je echt de onderzijde van de rail of de onderzijde van de bielzenmat bedoelt.
Dan komt in één adem: het normblad zegt 37 mm, waarmee je eigenlijk suggereert dat die maat ook vanaf onderzijde rail wordt gemeten. Maar dat is niet zo, bij hoogtemetingen wordt altijd de bovenkant van de rail als referentie genomen.
In een volgend bericht begin je over de praktijk, en dat het daar handiger is om vanaf de basisplaat te meten. Dat is misschien wel zo als je begint met bouwen, maar dan moet je bij die 37 mm uit de norm dus ook nog de totale dikte van je rail plus bielzenmat en de eventuele dempende onderlaag optellen. En die ligt niet vanzelfsprekend vast, dat is afhankelijk van welk materiaal je gebruikt en moet je dus eerst meten. In de hele toon van je reacties lees ik eigenlijk een soort minachting voor de normen. En als ik dat verkeerd zie, dan had je het beter op moeten schrijven.
Tenslotte dit citaat:
Perfectie is een Utopie.
Daar heb ik niet op gereageerd, omdat het nergens over gaat. Niemand heeft iets over perfectie gezegd. Ik heb alleen maar gesteld dat je de juiste referentie moet gebruiken voor de hoogtemeting. Dat heeft niks met perfectie te maken, dat is gewoon een kwestie van goed kijken wat er met een bepaalde maat wordt bedoeld.
-
Hoi allemaal,
Ik moet eerlijk zeggen, ondanks dat ik het lang niet altijd met Klaas eens ben, heeft hij in dit geval helemaal gelijk.
In de praktijk hebben de normen tot doel om een natuurgetrouw beeld te krijgen waarbij alle modellen goed tot hun recht komen (lees: de juiste schaalverhouding hebben). Daarbij zorgen diezelfde normen er voor dat modelbouwers niet in de problemen komen. Het is al zo verschrikkelijk vaak voorgekomen dat er een modelbaan is gebouwd en achteraf blijkt de hoogte van het viadukt nét niet hoog genoeg te zijn, de perron-afstand is te weinig etc etc.
Gebruik van de normen kan veel problemen voorkomen. Maar gezond verstand is er natuurlijk ook nog!
De aangegeven afstanden zijn minimale afstanden (in dit geval 37mm vanaf bovenzijde rails), maar niets houd je tegen om een onderdoorgang van 40mm te maken.
Wat ik echter in de praktijk veel als probleem tegen kom is dat men denkt "OK, dus de trein moet 37 mm aan hoogte winnen.", maar dat is iets te simpel gedacht.
Zoals gezegd is de minimale hoogte van bijvoorbeeld een viaduct 37mm + hoogte onderbouw (hoogte spoorstaaf + hoogte dwarsliggers). Voor de hoogte die door de trein gewonnen moet worden komt daar ook de constructie-dikte van het viaduct bij, die wordt vaak over het hoofd gezien!
Groetjes,
Rik
-
Wat ik echter in de praktijk veel als probleem tegen kom is dat men denkt "OK, dus de trein moet 37 mm aan hoogte winnen.", maar dat is iets te simpel gedacht.
Zoals gezegd is de minimale hoogte van bijvoorbeeld een viaduct 37mm + hoogte onderbouw (hoogte spoorstaaf + hoogte dwarsliggers). Voor de hoogte die door de trein gewonnen moet worden komt daar ook de constructie-dikte van het viaduct bij, die wordt vaak over het hoofd gezien!
Deze wereldtip had ik graag een half jaar eerder gehad ;D
Maar goed, weer wat geleerd!
-
Om Rik even bij te vallen; ik vind zelf 5 cm wel een mooi rond getal als minimum maat voor schaal N.
Als je voor de rails en bedding 5 mm telt, houd je op basis van de standaard 37 mm nog maximaal 8 mm over voor bijvoorbeeld de houten plaat die je als basis gebruikt voor het bovenliggende niveau dat eroverheen gaat.
Rekent ook lekker makkelijk; bijvoorbeeld bij een minumum radius van 25 cm voor een railspiraal en dus een cirkelomtrek van ongeveer 1,57 meter kom je dan op een stijgingspercentage van iets boven de 3% uit, wat toch wel gezien wordt als het maximum...
-
tjonge, ik had niet verwacht dat ik zoveel antwoord zou krijgen.
mijn excuses dat ik als "leek" die vraag niet duidelijk genoeg heb gesteld. ik heb mijn antwoord er tussenuit kunnen halen. het gaat idd om een schaduw spoor en ook over een brug stuk wat ik daar minimaal voor moet aanhouden.
maar bedankt voor jullie uitgebreide antwoorden!
ik moet trouwens zeggen dat het me niet meevalt om zo'n baanplan te maken, eigenlijk valt het me vies tegen...
maar ja, ik moet maar wat meer inspiratie op doen hoe anderen het goed op papier hebben gezet.
Groeten
Hans