BeneluxSpoor.net forum
Overige spoorzaken => Grootspoor => Topic gestart door: Sikkeman op 23 June 2009, 21:25:05
-
Wie weet waarom er in de Betuwe-Route bovenleiding-sluizen zijn aangebracht. Onder andere eentje bij Gorinchem - Vuren. Ik weet niet of dat het juiste benaming is maar ik bedoel een gedeelte waar de machinist zijn stra moet laten zakken en een stukje verderop het weer omhoog mag. Dat word met blauwe borden aangegeven. Ik zag het op de DVD met een cabinerit over de Betuweroute.
Vriendelijke groet,
Kees
-
hallo
ik dacht dat er 2 spanningen zijn 1500 volt dc
en 25000 volt ac
hou me ten goede maar ik kan het fout hebben
de betuwe lijn is toch met 25 kv uitgerust?
groet maarten een bls fan met name station kandersteg
-
De BR is zelf ook nog in 3 gedeeltes verdeeld, hoe dat precies zat weet ik niet maar het heeft een technische reden.
-
Sectie-scheiding. Het hoogspanningnet levert drie-fasen wisselspanning. Maar één van de drie fasen kan op de bovenleiding (t.o.v. de rails = aarde) gezet worden. Wanneer op een volgende sectie een andere fase staat, moeten deze elektrisch van elkaar geïsoleerd worden om kortsluiting te voorkomen.
-
Bedankt voor je antwoord.
Groet,
Kees
-
En misschien een leuk videootje rondom dit onderwerp:
http://www.youtube.com/watch?v=68zosj6W8ws&feature=channel_page
Het testen van een spanningssluis.
-
Als het een sectiescheiding is tussen 2 verschillende spaninngssystemen, dan kan ik me voorstellen dat de stroomafnemer naar beneden moet, en dat die na de scheiding weer omhoog kan, nadat de machinist op de loc van systeem is gewisseld. En het zou ook zomaar kunnen dat er voor het andere systeem een andere stroomafnemer wordt opgezet.
Maar als het gaat om een fasewissel in een 25kV wisselspanningssysteem dan gaat dat zonder de stroomafnemer neer te laten. Er zitten dan effectief 2 scheidingen in de bovenleiding. Je hebt eerst de draad onder fase 1, dan een scheiding, dan een stuk spanningsloze draad, en na de tweede scheiding de draad onder fase 2.
Het spanningsloze tussenstuk is langer dan de grootste afstand tussen 2 gekoppelde stroomafnemers, zodat die stroomafnemers nooit een verbinding tussen fase 1 en fase 2 kunnen maken.