BeneluxSpoor.net forum
Overige spoorzaken => Grootspoor => Topic gestart door: Hans Reints op 09 December 2008, 15:29:09
-
5 december 2008
Het kabinet is nog niet klaar met het Basisnet Spoor. In de loop van volgend jaar wordt een ontwerp voor zo'n basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vastgesteld. Er moet eerst nog veel rekenwerk worden verricht aan een aantal knelpunten, waar spoorvervoer van gevaargoed in met name de Randstad en een aantal Brabantse steden teveel risico's voor de bevolking zou kunnen veroorzaken. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) denkt in het voorjaar rapport te kunnen uitbrengen.
Dat blijkt uit een brief die verkeersminister Camiel Eurlings namens het kabinet aan de Tweede Kamer heeft gezonden. In die brief wordt vastgehouden aan de indeling van de Brabantroute in categorie 2. Dat betekent dat zowel aan het vervoer als aan de ruimtelijke ontwikkeling (bouw van huizen en kantoren) langs het spoorbasisnet beperkingen kunnen worden opgelegd. Eurlings schrijft dat het kabinet een voorkeur heeft voor oplossingen van knelpunten door ruimtelijke maatregelen. Er komt een saneringsregeling om zulke knelpunten aan te pakken.
Het RIVM rekent op dit moment een 'pakket veiligheidsmaatregelen' door. Die zijn vooral bedoeld om het vervoer over de Brabantroute veiliger te maken. Op die route wordt op een aantal plaatsen een 'forse overschrijding geconstateerd van de 'oriƫntatiewaarde' van het zogenoemde groepsrisico. Dat groepsrisico is de kans dat er in enig jaar per kilometer transportroute een groep van tien mensen of meer overlijdt als gevolg van een ongeval met een transport van gevaarlijke stoffen.
Eurlings noemt onder meer de stationsgebieden van Breda, Dordrecht, Eindhoven, Rotterdam, Tilburg en Utrecht als risicovolle gebieden. Dat geldt ook voor Amsterdam Zuidoost. In al die gevallen is sprake van een te verwachten forse vervoersgroei, terwijl de betrokken gemeenten ook bouwplannen in de spooromgeving hebben. Met Breda, Rotterdam en Utrecht heeft het Rijk hierover al afspraken gemaakt.
Met Dordrecht is bijvoorbeeld een risicoplafond afgesproken. Het bedrijfsleven voelt zich aan die afspraak niet gebonden en wil hoe dan ook dat transport van gevaargoed over het spoor tussen grote chemische bedrijven mogelijk blijft. Eurlings denkt dat door 'herroutering' van sommige vervoersstromen het aantal knelpunten en aandachtspunten in 2020 wel 'substantieel, maar nog onvoldoende' kan worden teruggedringen. Er zijn aanvullende infrastructurele, logistieke en ruimtelijke veiligheidseisen nodig, schrijft hij.
Eurlings wil zoveel mogelijk transporten van gevaargoed van de Brabantroute afleiden en op de Betuweroute overbrengen. De Betuweroute valt in categorie 1. Dat houdt in dat het vervoer van gevaargoed onbeperkt mag plaatsvinden, maar dat gemeenten niet zomaar nabij de spoorbaan nieuwbouw mogen plegen.
Er komen ook basisnetten voor wegvervoer en binnenvaart. Voor het watervervoer ziet Eurlings tot 2030 geen knelpunten, met uitzondering van de Westerschelde, waar een knelpunt bij Vlissingen en een aandachtspunt bij Terneuzen wordt gesignaleerd. Ook op de weg zijn er weinig knelpunten en is vervoersgroei tot 2020 bijna overal goed mogelijk.
De meeste knelpunten zien we aan de A15 tussen Rotterdam en Gorinchem en betreffen het vervoer van LPG. Eurlings bekijkt samen met het bedrijfsleven of dat LPG-vervoer niet beter over het water kan plaatsvinden. Het basisnet voor wegvervoer gaat vallen onder categorie 2: zowel aan vervoer als aan ruimtelijke ontwikkeling kunnen beperkingen worden opgelegd.
bron transport