BeneluxSpoor.net forum
Wat zijn we aan het bouwen? => Materieel => Topic gestart door: Rob Moerkerken op 11 February 2025, 15:29:40
-
Inleiding
Mijn favoriete periode in de Nederlandse spoorweg geschiedenis is de periode vanaf circa 1968 tot circa 1981. Het is de periode van het moderniseringsprogramma ‘Spoor naar ‘75’, dat in januari 1969 door de toenmalige Hoofddirectie van de NS werd gepresenteerd. Onderdeel van het programma was onder meer het veel bekendere ‘Spoorslag ‘70’ dat vanaf het voorjaar van 1970 een sterk verbeterde dienstregeling invoerde.
Het is een periode van grote veranderingen, zoals de invoering van een nieuwe huisstijl, die begint met het op al het materieel aanbrengen van een modern logo. Het schilderen in de nieuwe huisstijl kleuren verloopt veel langzamer, waardoor er een bonte verzameling aan ‘oude’ en nieuwe kleuren ontstaat. In die periode is er een grote diversiteit aan treinstellen, locomotieven en rijtuigen, in zowel de ‘oude’ kleuren alsmede in de nieuwe huisstijl.
In model bezit ik dan ook een flink aantal locomotieven, rijtuigen en treinstellen uit die periode in allerlei kleurvarianten en vrijwel allemaal ‘gesupert’.
Naast deze favoriete periode uit de Nederlandse spoorweg geschiedenis ben ik tevens een groot liefhebber van het materieel 1924, de blokkendoos rijtuigen. Ik bezit dan ook een flink aantal van deze, door Roco uitgebrachte, rijtuigen.
Informatie
Veel bruikbare informatie betreffende de mat.’24 rijtuigen is terug te vinden op het internet en in een aantal boeken. Ik heb met name gebruik gemaakt van de volgende websites en boeken.
Websites
www.beneluxspoor.net (http://www.beneluxspoor.net)
www.seinarm.nl (http://www.seinarm.nl)
www.railwiki.nl (http://www.railwiki.nl)
www.seinarm.nl (http://www.seinarm.nl)
www.martijnhaman.nl/ (http://www.martijnhaman.nl/)
www.hetutrechtsarchief.nl/ (http://www.hetutrechtsarchief.nl/)
www.flickr.com (http://www.flickr.com)
Boeken
- Van Stoom tot Stroom; Het blokkendozenmaterieel van de NS, N.J. van Wijck Jurriaanse, 2e druk, 1982
- Elektrische treinen in Nederland, deel 1, Carel van Gestel, Bert van Reems, Lex Tempelman, 1e druk, 1992
- Blokkendozen op het spoor, Carel van Gestel, 1e druk, 2022
Materieel 1924, blokkendozen
Het materieel 1924 bestond uit verschillende types motorrijtuigen en (volg)rijtuigen Het totaal aantal geproduceerde rijtuigen in de periode 1923 tot en met 1932 was 259 stuks in tien verschillende deelseries, zijnde: De motorrijtuigen type: mABD, mBD, mB4D, mC en mCv en de (volg)rijtuigen type: Aec, Bec, Cec, ABec en Ces.
Na de komst van het elektrische stroomlijnmaterieel vanaf 1935 werd de benaming van het materieel 1924 ‘Blokkendozen’, naar de hoekige vorm van de rijtuigen. Ook werd er wel gesproken over ‘elektrisch buffermaterieel’, ter onderscheiding van de gestroomlijnde, bufferloze elektrische treinstellen.
Met de motorrijtuigen en (volg)rijtuigen werden min of meer vaste combinaties (treinstammen) gevormd, meestal bestaande uit twee motorrijtuigen in treinschakeling en twee of drie volgrijtuigen.
De motorwagens waren aanvankelijk aan één zijde voorzien van een stuurstand in een dichte kop. Ter vergroting van de inzetbaarheid werd later ook een type motorrijtuig afgeleverd die was voorzien van een volwaardige stuurstand in combinatie met een vouwbalg (rijtuig type mCv).
In de loop der jaren werden diverse verbouwingen van het materieel doorgevoerd om dit aan te passen aan de gewenste vervoersbehoeften.
De rijtuigen gebouwd in de periode 1923 - 1929 waren uitgevoerd met houten daken en draai-stellen met het draagjuk bovenop de aspotten, zijnde het type Pennsylvania met de motordraaistellen type M en de loopdraaistellen type L. De rijtuigen gebouwd na die tijd, gebouwd in de jaren 1931 en 1932, waren uitgevoerd met een stalen dak en een nieuw type draaistellen met het draagjuk onder de aspotten, met de motordraaistellen type W en de loopdraaistellen type V.
Elektrische installatie en ligging van de leidingen op het dak van de motorrijtuigen
De motorrijtuigen waren voorzien van een elektrische installatie van Vickers, Westinghouse of Heemaf. De installaties van Westinghouse en Heemaf waren vrijwel identiek.
De ligging van de (elektrische) leidingen op de daken van de rijtuigen verschillen feitelijk alleen tussen houten en stalen daken. Bij een houten dak is er een aardleiding extra en bestaan de dakleidingen uit strip op isolatoren, bij een stalen dak liggen de leidingen in pijpen en is deze hele zaak geaard aan het dak zelf.
Later werden, in het kader van het meer stroomlijnen van de rijtuigen, diverse motorrijtuigen voorzien van stroomlijnkappen (kano’s) bij de stroomafnemers. Ook de leidingen werden zo veel mogelijk plat op het dak gemonteerd.
Er zijn ook motorrijtuigen geweest met een gedeelte van de leidingen plat op het dak en nog de houten vlonders. Hierbij waren de leidingen tussen de stroomafnemer en de dak schakelaar en tussen de dak schakelaar en de dak veiligheid plat op het dak aangebracht.
De leidingen tussen de dak veiligheid en de dak invoer bleven hoog. Hierbij bleven de leidingen op hun oude plaats.
Overigens wijken de dak installaties van de later tot motorpost (mP) of motordienstwagen (mDW) omgebouwde motorrijtuigen aanzienlijk af van de ‘standaard’. Bij deze rijtuigen heeft de installatie twee dak veiligheden gekregen dicht bij de stroomafnemers, de leidingloop is hierdoor ook geheel anders.
Stroomlijn maatregelen
Halverwege de dertiger jaren was er het plan om de rijsnelheid van het materieel te verhogen tot 125 km/uur. Een van de te nemen maatregelen was om het mat.’24 zo goed mogelijk te stroomlijnen door middel van:
- Gestroomlijnde plaatbekleding rondom de voetstukken van de stroomafnemers (kano’s);
- De hooggelegen leidingen op het dak van de rijtuigen verlagen tot op het dak;
- Het aanbrengen van een dekplaat op de stelbalk aansluitend op de onderzijde van de zijwand;
- Het aanbrengen van een schortplaat voor het draaistel onder de hoofdstuurstand.
Vanwege de oorlogsomstandigheden werd feitelijk alleen de eerste maatregel uitgevoerd. Pas na de oorlog werden diverse van deze stroomlijn maatregelen alsnog op een aantal rijtuigen toegepast.
Klasse wijziging
Met ingang van 3 juni 1956 werd de West-Europese klasse verlaging van kracht. Hierbij werden de ‘oude’ eerste en tweede klasse de ‘nieuwe’ eerste klasse en werd de ‘oude’ derde klasse de ‘nieuwe’ tweede klasse. Kortgezegd; de B-rijtuigen werden A-rijtuigen en de C-rijtuigen werden B-rijtuigen. De rijtuigen van de serie B 8532-8560 werden echter geen B-rijtuigen, maar ondergingen een verbouwing tot AB-rijtuig.Daarmee was het wijzigen van de klassen veelal niet meer dan een administratieve handeling. Van een verbetering van het zitcomfort was meestal geen sprake. De klasse wijziging hield vaak niet meer in dan het vervangen van de klasse aanduidingen op en in de rijtuigen.
De type aanduiding en de nummering van de rijtuigen werd ook niet gewijzigd.
De klasse borden werden als zodanig ook gewijzigd:
Tot 2 juni 1956 1e en 2e klasse zwart cijfer op wit vlak, 3e klasse wit cijfer op zwart vlak
Na 2 juni 1956 1e klasse zwart cijfer op wit vlak, 2e klasse wit cijfer op zwart vlak
Kleuren mat.’24 rijtuigen tijdens de overgangsperiode
In het begin van de jaren vijftig besloot de directie van de NS om andere kleuren voor al haar materieel toe te passen.
Voor het elektrisch stroomlijn materieel inclusief de gestroomlijnde postrijtuigen alsmede de mat.’24 blokkendoos rijtuigen werd gekozen voor grasgroen met een rode bies onderlangs de wagenbak.
Voor de getrokken rijtuigen werd gekozen voor de kleur Berlijns blauw met een crème gele bies onderlangs de wagenbak bij de rijtuigen.
De nieuwe kleuren konden natuurlijk niet in één keer op al het materieel worden aangebracht. Veelal gebeurde dat pas tijdens groot onderhoud of na reparatie van schade. Daardoor is er een lange periode waarin zowel de oude als de nieuwe kleuren door elkaar heen liepen.
In het midden van de vijftiger jaren werden dan ook een aantal blokkendoos (motor)rijtuigen in de grasgroene kleur geschilderd zoals deze gold voor stroomlijnmaterieel.
Niet veel later begon, vooruitlopend op de inzet van de mat.’24 rijtuigen in de getrokken dienst, de ombouw, waarbij de rijtuigen alvast in het Berlijns blauw werden afgeleverd.
Daarnaast waren er natuurlijk nog rijtuigen die in de ‘oude’ standgroene kleur rondreden.
Rond 1955 zat voor de mat.’24 rijtuigen hun tijd als treinstel erop. Veel rijtuigen werden verbouwd tot getrokken rijtuig, dus geschilderd in het Berlijns blauw, maar er waren ook rijtuigen die in het oorspronkelijke standgroen of in het nieuwe grasgroen (verbouwd dat wel) in dienst kwamen.
In het laatste jaar van de inzetbaarheid van de mat.’24 rijtuigen in de elektrische dienst waren er stammen mat.’24 waarin zowel oorspronkelijk standgroene, alsmede nieuwe grasgroene of Berlijns blauwe rijtuigen voorkwamen.
Ombouw tot getrokken materieel en/of dienstmaterieel
Nadat in het midden van de jaren vijftig nieuw (stroomlijn)materieel van het type hondenkop (mat.’54) en de getrokken rijtuigen type plan E werden afgeleverd, werden de mat.’24 rijtuigen teruggetrokken uit de reguliere elektrische dienst.
Vanwege een groot tekort aan rijtuigen is een groot deel van de blokkendozen verbouwd tot getrokken rijtuig, waarbij onder meer van de motorrijtuigen de tractiemotoren en stroom-afnemers werden verwijderd en de dichte koppen werden vervangen door een doorloopkop. Hierbij werden de bij de motorrijtuigen afgenomen dichte koppen gebruikt om motorrijtuigen te creëren met aan beide zijden een volledige stuurstand, dit werden de motorposten en de motordienstwagens.
Een ander deel werd verbouwd tot dienstmaterieel, zoals bovenleidingmontagewagens, gereedschapswagens, e.d., ten behoeve van verschillende onderdelen van de NS.
Na terugtrekking van de rijtuigen uit de getrokken dienst werd ook hiervan nog een aanzienlijk deel verbouwd tot dienstmaterieel.
-
Mat’24 rijtuigen als reizigersmaterieel – periode 2e helft 1956 tot 30 mei 1959
Modellen mat.’24
De modeltreinfabrikant Roco heeft, in de loop der tijd, van het mat.’24 diverse type rijtuigen uitgebracht. Helaas niet alle types en ook niet altijd even precies en natuurgetrouw.
Op basis van de beschikbare Roco mat.’24 blokkendoos rijtuigen wil ik een stam van vier rijtuigen en een versterking van twee rijtuigen samenstellen, zoals deze rond gereden zou kunnen hebben in de periode vanaf de klasse wijziging van 3 juni 1956 tot het einde van de reguliere treindienst op 30 mei 1959.
Deze periode is interessant omdat er alvast blokkendoos rijtuigen waren omgebouwd tot rijtuig bestemd voor de getrokken dienst en deze rijtuigen dus blauw waren geschilderd, maar nog rondreden in de blokkendoos treinstellen. Ook reden er (motor)rijtuigen rond in de nieuwe grasgroen kleur zoals de NS deze had voorgesteld voor treinstellen en natuurlijk reed een deel van de rijtuigen nog rond in het standgroen.
Daarnaast waren er rijtuigen die in meer of mindere mate waren gestroomlijnd, uiterlijk veelal zichtbaar door de stroomlijnkappen (kano’s) bij de stroomafnemers, laag gelegen leidingen op het dak en afdekking van de stelbalk. (Motor)rijtuigen met de ‘oude’ M of L draaistellen en (motor)rijtuigen met de nieuwe W of V draaistellen.
Er is dus een bonte combinatie van rijtuigen te maken, overeenkomstig de werkelijkheid in de periode vanaf de klasse wijziging tot het einde van de reguliere elektrische dienst.
Materieel ’24 stam van vier rijtuigen
De stam van vier mat.’24 blokkendoos rijtuigen zal bestaan uit de volgende rijtuigen:
- mBD 91xx, standgroen
Op basis van de beschikbare informatie krijgt dit rijtuig een nummer uit de reeks 9101-9120 en 1e klasse aanduiding.
- ABec 85xx, standgroen
Op basis van de beschikbare informatie krijgt dit rijtuig een nummer uit de reeks 5101-5111 en 1e en 2de klasse aanduiding.
- Cec 8160, blauw
Op basis van de beschikbare informatie krijgt dit rijtuig het nummer 8160 en 2de klasse aanduiding.
- mCv 9419, grasgroen
Op basis van de beschikbare informatie krijgt dit rijtuig het nummer 9419 en 2de klasse aanduiding.
Materieel ’24 versterking van twee rijtuigen
- Ce8c 8189, standgroen
Op basis van de beschikbare informatie krijgt dit rijtuig het nummer 8189 en 2de klasse aanduiding.
- mC 94xx, grasgroen
Op basis van de beschikbare informatie krijgt dit rijtuig een nummer uit de serie 9452, 9453, 9454, 9459, 9460 of 9465 en 2de klasse aanduiding.
Mat.’24 blokkendozen als dienstmaterieel – periode 1970 - 1980
Veel van de mat.’24 blokkendoos rijtuigen kregen, na het oorspronkelijk gebruik als elektrisch buffermaterieel en vervolgens het gebruik als getrokken rijtuigen, nog een tweede of derde leven verbouwd tot dienstmaterieel.
Dat dienstmaterieel was zeer divers van samenstelling, er werden rijtuigen omgebouwd tot (bovenleiding)montagewagen, gereedschapswagen, werkwagen, instructierijtuig, materiaalwagen, kantoor, sproeiwagen, slijpwagen, motordienstwagen, magazijnwagen, verblijfswagen, meetrijtuig, motorpost, enz.
Op basis van de beschikbare Roco mat.’24 rijtuigen ga ik een aantal kenmerkende, tot dienstmaterieel omgebouwde, blokkendoos rijtuigen bouwen:
- Een gereedschapswagen;
- Een bovenleiding montagewagen;
- Een houtwagen, behorende bij de ongevallentrein;
- Een motordienstwagen voor het wegleren van machinisten in opleiding;
- De slijpwagen, als onderdeel van de slijptrein, inclusief de twee bijbehorende waterwagens;
- De sproeiwagen, als onderdeel van de sproeitrein, inclusief de drie bijbehorende waterwagens en een bijbehorende Gs.
-
(y) volgen staat aan ;D
-
Ik ga dit ook volgen.
Op mijn baan heb ik 5 Roco blokkendozen, die ik altijd laat rijden in een vaste samenstelling.
Daarnaast ben ik ooit begonnen aan een mP/mD in messing. Is te zien in het draadje Onvoltooid messing.
https://forum.beneluxspoor.net/index.php?topic=92367.45 (https://forum.beneluxspoor.net/index.php?topic=92367.45)
Die verkeert nog steeds in dezelfde staat als daar beschreven, maar gaat ooit afgebouwd worden.
-
Idem. Heb de afgelopen jaren al wat Blokkendozen verhakseld/aangepast. Mooie gelegenheid om wat te laten zien. Nu ff gaan zoeken..... ;)
-
Hier zijn ook al wat blokkendozen verbouwd, dus ik volg!
Groeten Arjen
-
Dan ik wel.
-
Hoewel ik zelf niet bouw/verbouw, heb ik sinds een half jaar interesse in de blauwe (getrokken) versies van de blokkendozen. In de afgelopen maanden heb ik een spitstrein samengesteld vanuit bestaande Roco modellen, alleen van de nieuwe(re) generaties (zie https://forum.beneluxspoor.net/index.php?topic=112608.90 (https://forum.beneluxspoor.net/index.php?topic=112608.90)). Kortom, ik volgt graag mee ;D
-
Ik lees ook mee 🙂
-
Zo, dat is op een telefoonscherm een hele dode zeerol aan tekst :D, maar de laatste alinea is zeer interessant. Kom maar door!
-
Ik heb dan een verlofgangerstrein in elkaar gezet.
De meeste mid. 60er.
Enkele wagens nog tot begin 70er te gebruiken.
Zoals deze:
https://stortenbeker.eu/groot1.asp?f1=maatschappij_type_serie&q1=ns_mat_24&o2=&f2=&q2=&o3=&f3=&q3=&start=15
-
Zo, dat is op een telefoonscherm een hele dode zeerol aan tekst :D,
Als je de telefoon dwars houdt worden de regels langer en de rol korter.
-
Interessant draadje, ik volg ook even mee ;D
Zelf ook viertal combinaties gebouwd en er een aantal keren over gepubliceerd in het maandblad Railhobby; naast de 'standaard' Roco rijtuigen heb ik
- crème/groen zeswagenstel mBD-Bec-Aec-mCv-Cec-mC (Oude Lijn)
- crème/groen driewagenstel mABD-Ces-mC (IJmondlijn, met mC als versterking)
- groen vierwagenstel mB4D-ABecm-Cec-mCv (Alkmaars Viertje, voor de Zaanlijn)
- groen tweewagenstel mABD-Cesc ('Crisis-tweetje')
De standaard Roco's laat ik even buiten beschouwing.
-
Heel interessant dit! Ik ga dit volgen.
Ik heb zelf een keer motorposten in karton gebouwd die hier te vinden zijn: https://forum.beneluxspoor.net/index.php?topic=26772.0
en ook: https://encyclopedie.beneluxspoor.net/index.php/De_Galerie:_Haagse_Motorpost_uit_karton
-
Leuk, hier ook 1 die al jaren plannen heeft ..... Welke kleur gaat het worden? : zie link
https://stortenbeker.eu/groot1.asp?f1=maatschappij_type_serie&q1=ns_mat_24&o2=&f2=&q2=&o3=&f3=&q3=&start=17
-
Materieel 1924 blokkendoos als gereedschapswagen ElectroRail
Inleiding
Medio vijftiger jaren kreeg de NS de beschikking over veel nieuwe elektrische locomotieven, met een tekort aan de daarbij benodigde rijtuigen en de gelijktijdige instroom van de nieuwe mat.’54 treinstellen. Om die reden werden de mat.’24 blokkendoos rijtuigen overbodig en werd besloten deze om te bouwen tot rijtuigen voor de zogenaamde ‘getrokken dienst’. Vanaf 1956 werden dan ook veel blokkendoos rijtuigen omgebouwd tot getrokken rijtuig.
De overige niet voor ombouw tot getrokken rijtuig in aanmerking komende blokkendoos rijtuigen werden (tijdelijk) terzijde gesteld, wachtende op hun ombouw tot dienstmaterieel of sloop.
Begin zestiger jaren werden er een drietal van deze blokkendoos rijtuigen omgebouwd tot gereedschapswagen of werkwagen, bestemd voor het Spoorweg Bouw Bedrijf (SpBB), later ElectroRail. Het betrof hier voormalige blokkendoos rijtuigen type mCv.
Beschrijving gereedschapswagen
Bij de ombouw tot gereedschapswagen werd de gehele elektrische installatie verwijderd, ook werd het volledige interieur uitgenomen. Ook de tussenwand tussen de coupés aan de zijde met het driedeurs balkon werd verwijderd, de andere tussenwand bleef intact. De tussenwanden tussen de balkons en de coupés bleven aanwezig, wel werden de deuren voorzien van een stalen plaat, ter voorkoming van inbraak en vandalisme. (toevoeging: aan drie deurs balkon zijde (open zijde) werd de enkele deur vervangen door een dubbele deur!)
De doorloop naar een volgend rijtuig op het twee deurs balkon werd aan de buitenzijde dichtgezet met een stalen plaat. De ramen naast de doorloop zijn intact gebleven. Op het balkon hangt een brandblusser aan de binnenwand.
Aan de zijde met het twee deurs balkon is een personeelsverblijf gerealiseerd van drie ramen breed, bestemd als schaft ruimte met banken en tafels en de mogelijkheid voor het zetten van koffie en thee en het opwarmen van soep e.d.. De ruimte is voorzien van verwarming d.m.v. een gasgestookte gevelkachel, de afvoer hiervan zit in de buitenwand. Voor de ramen van het personeelsverblijf hangt vitrage. De tussenwand aan deze zijde van het rijtuig is gebleven, zodat vanuit de personeelsverblijf de opslagruimte en werkplaats bereikbaar was.
De rest van het rijtuig is bestemd voor de opslag van (hand)gereedschappen en (klein)materiaal en er was een kleine werkplaats ingericht met bijv. een werkbank.
De ramen van dit deel van het rijtuig werden verwijderd en vervangen door stalen platen. Slechts de bovenlichten, bestemd voor ventilatie bleven aanwezig. Daardoor kwam er toch nog enig daglicht in de werkplaats. Tevens was er een doorloop van de werkplaats naar het personeelsverblijf.
De doorloop, naar een volgend rijtuig, aan de zijde met het drie deurs balkon werd aan de binnenzijde dichtgezet met een stalen plaat, evenals de naast gelegen ramen. Op dit balkon zijn een aantal (industriële) gascilinders (200 bar, 50 kg, acetyleen, zuurstof) geplaatst ten behoeve van snijbranden of laswerk.
Aan beide zijden van het rijtuig werd, onder het meest linker raam, een vrachtbrief houder geplaatst.
Onder de rijtuigbak is een rek waar tot maximaal vijf 11 kg gasflessen konden worden geplaatst, bestemd voor de verwarming en het fornuis. Tevens werden er onder de wagenbak een aantal rekken geplaatst voor de opslag van lange materialen zoals houten planken of balken en profielen.
Het rijtuig was bruin geschilderd met een 20 cm hoge blauwe bies net boven de stelbalk. Deze kleurstelling maakte het rijtuig herkenbaar als onderdeel van het wagenpark van de Dienst Weg en Werken. Het rijtuig had een grijs dak en een zwarte stelbalk, onderstel en draaistellen.
De gereedschapswagens werden afzonderlijk gebruikt of in combinatie met een bovenleidingmontagewagen. Vaak begeleid door één of meerdere wagons voor het vervoer van materialen, zoals een gesloten goederenwagen type Gs of Gl-s, later ook wel een Hbis, een platte rongen-wagen type Kbs, een (ex)zandwagen type E en/of een (kabel)haspel wagen.
-
Hoi Rob,
Ik vind het een mooi stukje proza!
ik heb nog meerdere dienstwagens op de foto gezet in de laatste jaren, en ook veel onderdelen mogen demonteren voor de blokkendoosrijtuigen van het museum en bij de SGB.
Een kleine opmerking, je schrijft: De doorloop naar een volgend rijtuig op het tweedeurs balkon werd aan de buitenzijde dichtgezet met een stalen plaat.
Ik heb meerdere foto's dat de originele houten klapdeuren hier nog aanwezig zijn, alleen zijn deze aan de onderzijde voorzien van een houten plaat, en een smalle plaat over de naad van de deuren. De originele kopdeuren van het driedeursbalkon zijn ook gehandhaafd, alleen zijn de ramen (later) dichtgezet met staalplaten.
Als aanvulling, De tussenwand tussen de opslag ruimte en het driedeursbalkon werd voorzien van twee brede deuren en op de beide koppen van de balkons waren ook nog beugels voor acetyleen flessen.
Vanwege de rekken onder de wagen, waren dit ex motorwagens uit 1931. Deze stonden op voormalige motordraaistellen type W.
Zie ook de NVBS foto's, als je zoekt op wagennummer 177168 vind je veel foto's van de originele uitvoering.
Groeten Arjen
-
Dag Arjen,
Hartelijk dank voor je opmerkingen en aanvullingen! Daar kan ik wat mee.
Die beugels voor de gasflessen had ik gezien ja, dat van de dubbele deuren op het drie deurs balkon wist ik niet, goede aanvulling want belangrijk detail.
De doorloop aan de twee deurs zijde is nogal verschillend inderdaad, volgens mij mede afhankelijk van het moment van het maken van de foto. D.w.z. later aangebrachte wijzigingen.
Inderdaad zijn het voormalige mCv rijtuigen uit 1931 op type W draaistellen.
Ik ga op de site van de NVBS kijken naar de foto's.
Op de NVBS site gekeken, jammer dat je als niet lid de foto's niet vergroot kan inzien!
bedankt (y)
Rob
-
Model gereedschapswagen
Op basis van de beschikbare informatie en foto’s waren er in de periode 1972 - 1985 in elk geval een viertal gereedschapswagens van ElectroRail met de nummers 30 84 979 1 511-3, 512-1, 513-9 en 514-7. Het rijtuig met het nummer 511-3, heeft stroomlijnbekleding van de stelbalk en is dus niet zondermeer in model te vervaardigen. Het is wel mogelijk maar levert veel extra werk op. De overige drie rijtuigen hebben deze stroomlijn aanpassing nooit gekregen en zijn in model dus eenvoudiger te realiseren. Deze drie de rijtuigen zijn gebaseerd op een oorspronkelijk blokkendoos rijtuig type mCv. De rijtuigen zijn in 1959 tijdelijk buiten dienst gesteld, wachtende op hun ombouw tot dienstwagen. De rijtuigen zijn een oorspronkelijk rijtuig type mCv uit de 2e serie, met stalen dak en type W motordraaistellen, gebouwd in 1931 en 1932.
Uit de beschikbare foto’s van deze tot gereedschapswagen voor ElectroRail omgebouwde mat.’24 rijtuigen blijkt dat de uitvoering en indeling vrijwel identiek was en slechts op details kon verschillen.
Op basis van de beschikbare informatie en foto’s, die ik bezit van de ElectroRail gereedschaps-wagen 30 84 979 1 513-9, heb ik besloten om dat rijtuig in model te gaan bouwen.
Geschiedenis rijtuigen
1931 bouw mat.’24 rijtuig mCd 9428
1941 doorloop (d) wordt vouwbalg (v) mCv 9428
1959 (tijdelijk) buiten dienst gesteld
1961 ombouw tot gereedschapswagen 177 170
1966 vernummering 30 84 971 1 003-8
1968 vernummering 30 84 974 1 026-3
1974 vernummering 30 84 979 1 513-9 te bouwen model
1981 vernummering 80 84 979 1 513-8
1991 afgevoerd en gesloopt
Oriëntatie rijtuig
Bij de bouw van het model wordt omschreven waar zich een detail of een specifiek onderdeel bevind, bijvoorbeeld op de linker zijwand, aan de kop van het rijtuig, etc. Om duidelijk te krijgen van wat wordt verstaan onder de linker- en de rechter zijwand, wat de voor- en achterzijde van het rijtuig is, is het belangrijk om dat nader te definiëren.
De voorzijde van een mat.’24 blokkendoos rijtuig type mCv is de zijde met de (voormalige) stuurstand, de zijde met het drie deurs balkon. De achterzijde van het rijtuig is daarmee de zijde met het twee deurs balkon.
Kijkend in de richting van de (voormalige) stuurstand is links dan dus de linkerzijde van het rijtuig en rechts de rechterzijde van het rijtuig.
-
Aandachtspunten en details model
Algemeen
De gereedschapswagen was in gebruik bij ElectroRail, de opvolger van het Spoorweg Bouw Bedrijf. Aangezien dit onderdeel was van de Dienst van Weg en Werken (Ww) en vanaf 1976 de Dienst van Infrastructuur (Is), was het rijtuig ter herkenning voorzien van een 20 cm hoge blauwe bies op de zijkanten van het rijtuig, net boven de stelbalk.
Kleuren
De gereedschapswagen had een bruine bak (RAL 8012 roodbruin) met onderaan een 20 cm hoge blauwe bies (RAL 5017 verkeersblauw) en een grijs dak (RAL 7011 ijzergrijs).
Het onderstel en de draaistellen waren zwart (RAL 9005 gitzwart).
De wanden van het interieur hadden een licht grijze kleur (RAL 7035 lichtgrijs), de vloer had een donker grijze kleur (RAL 7024 grafietgrijs).
Daarnaast allerlei kleuren voor details.
Overigens luisteren de kleuren niet zo nauw, door weersinvloeden en het gebruik werden de wagens al snel verweerd en vuil en het te bouwen model zal ook worden vervuild.
Te gebruiken model rijtuig van Roco
Voor de bouw van het model van de ElectroRail gereedschapswagen kunnen we gebruik maken van het door Roco uitgebrachte model van het mat.’24 blokkendoos rijtuig type mCv (art.nrs.44984 DC of 44985 AC).
Dat is echter een dure oplossing, het rijtuig is zeldzaam en mede daardoor prijzig in aanschaf. Ook heeft het rijtuig dan veel onderdelen, zoals de gehele elektrische installatie op het dak, die bij de ombouw verwijderd moeten worden en ook niet meer gebruikt gaan worden.
Goedkoper en eenvoudiger is het om gebruik te maken van een, in elk geval uiterlijk, identiek blokkendoos rijtuig type Ces.
Van dit model heeft Roco meerdere uitvoeringen uitgebracht. Dat is opmerkelijk omdat er in werkelijkheid van dit type rijtuig ooit maar drie zijn gebouwd, Ces 8101 t/m 8103 en waarvan de 8102 in de oorlog verloren is gegaan. Om de één of andere reden heeft Roco gemeend om meerdere varianten van dit rijtuig uit te brengen. Daarmee is het rijtuig redelijk algemeen verkrijgbaar en daarmee relatief goedkoop. De bruikbare uitvoeringen zijn onder meer: Roco art. nrs.44980, 44982, 44982.1, 44983 AC en 45982.
Afgeraden wordt om gebruik te maken van rijtuigen uit de eerste serie van Roco, zoals de art. nrs. 4219 en 44259. Hiermee bedoel ik de rijtuigen die zijn uitgebracht in de jaren ‘70.
Deze rijtuigen zijn veel minder gedetailleerd en grover uitgevoerd dan de later uitgebrachte rijtuigen. Daarnaast bevat het dak van deze oude rijtuigen ribbels ter illustratie van naden en zijn er in de zijwanden koersborden meegegoten, allemaal storende elementen, die niet op deze rijtuigen thuishoren.
Benodigdheden
1x Rijtuig mat.’24 type Ces Roco 44980 of 44982
2x Draaistellen type W KleiNSpoor 1017
4x Assen met wielen 10,4 mm, stomp as-einde KleiNSpoor 956
2x Vrachtbrief houders Weinert 92542
4x Gascilinders, acetyleen en zuurstof, 200 Bar Artitec of zelfbouw
4x Gasflessen, propaan/butaan, 11 kg Faller 180863
1x Brandblusser Faller 180950
1x Rode knipperbol Artitec 28.116
Diverse diktes styreen platen en profielen Evergreen
Diverse metalen profiel, buis en staf Albion Alloys
Transfers KleiNSpoor en eigen ontwerp
-
Model gereedschapswagen
...
Het rijtuig met het nummer 511-3, heeft stroomlijnbekleding van de stelbalk en is dus niet zondermeer in model te vervaardigen. Het is wel mogelijk maar levert veel extra werk op. De overige drie rijtuigen hebben deze stroomlijn aanpassing nooit gekregen en zijn in model dus eenvoudiger te realiseren.
...
Dat ben ik niet met je eens... Het maken van die stroomlijnbeplating is een klusje van nog geen kwartiertje. Gladvijlen en een dunne strook Evergreen erop. Zie hier de Cesc. De stroomlijnbeplating zit dus op de stelbalk/onderplaat (en niet zoals bij Roco's Bec aangegoten aan de kap).
(https://images.beneluxspoor.net/bnls_2025/TN-IMG-8107-67b075b44aba6.jpg) (https://images.beneluxspoor.net/bnls_2025/TN-IMG-8107-67b075b44aba6.jpg)
(https://images.beneluxspoor.net/bnls_2025/TN-IMG-8791-67b075d0b1e82.jpg) (https://images.beneluxspoor.net/bnls_2025/TN-IMG-8791-67b075d0b1e82.jpg)
Dat je beter de nieuwere Blokkendozen kunt gebruiken omdat ze fijner zijn ben ik helemaal met je eens; vanuit de oudere versie levert het meer werk op. Echter het aantal klinknagels van de oude Ces en de nieuwe zijn exact gelijk. Sla er de Railhobby's maar eens op na ;)
Groet
Peter
-
Ik zou voor de mCv met de stalen daken ook een wagen uit de eerste bouwserie gebruiken.
Deze rijtuigen hebben als voorbeeld ook het stalen dak, en daarmee ook de overstekende dakdelen op de koppen, dat hebben de houten rijtuigen weer niet.
De klinknagels op het dak zou ik wel verwijderen, evenals de ontluchters. Maar daardoor kun je een goedkoper rijtuig gebruiken voor de ombouw, welke ook nog beter klopt. (Met een beetje handigheid, zijn de koersborden en de klasseborden ook te verwijderen)
Groeten Arjen
-
Peter netjes he! Maar jij hebt dan ook al meer dan 30 jaar ervaring, dat laat zich hier zien.
Overigens doet iedereen het op zijn manier, het is tenslotte een droomwereld waarvoor we bouwen.
De "kartonnen" Blokkendoos van Jan laat bv zien dat de hobby helemaal niet duur moet zijn als je de juiste bouwkundige vaardigheden hebt.
Als je kijkt wat er in een weekend allemaal sneuvelt dan word ik hier in het forum erg blij van alles wat er door jullie wordt gemaakt.
-
@Peter
Het aanbrengen van een stroomlijn stelbalk zal ik zo wie zo wel een keer moeten uitvoeren. In de planning staan ook nog een mC en een mCv voorzien van stroomlijn maatregelen. Alleen nu bij de gereedschapswagen was er keuze uit meerdere rijtuigen en heb ik op basis daarvan de keuze gemaakt voor een rijtuig zonder stroomlijn stelbalk.
@Peter en @Arjen
De keuze voor een rijtuig uit de eerste of tweede serie is altijd discutabel, met aanpassingen is alles mogelijk. Toevallig bezit ik alleen maar rijtuigen uit de tweede serie, zodat de keuze niet zo moeilijk was.
Overigens alle op- en aanmerkingen zijn natuurlijk altijd welkom, geeft stof tot nadenken ...
groet, Rob
-
@MaraNCS
Dank je! Al bijna 40 jaar bedenk ik me nu.... ik word oud ;D
Maar zonder dollen, het was absoluut niet als kritiek bedoeld; meer als goedbedoelde tip. Ik leer ook nog steeds hoor... Ik heb met open mond zitten kijken naar die kartonnen Blokkendozen van Jan. Super mooi! Zo kan het ook dus. Laatst ook nog wat goede tips gehad van Rob Bennis (over de messing deuren bij Stroomlijnmaterieel). Zo helpt de ene hand de andere. Dat is het mooie van fora als deze en bladen als Railhobby en Railmagazine (die laatste lees ik uiteraard ook ;D).
@Rob
V.w.b. die oude modellen... Ik wilde graag een 'goede' mB4D hebben en ik heb meerdere (oude) kappen in mijn bezit, dus eens gekeken wat de mogelijkheden waren om ze op te waarderen. En toen kwam ik er dus achter dat het aantal klinknagels van de oude Ces overeenkomt met het aantal op de nieuwe Ces (en mC en mCv): zes i.p.v. acht (bij bijvoorbeeld de mBD). Dat aantal is dus het staande rijtje klinknagels tussen de liggende klinknagelbanden.. Maar uitgaan vanuit de nieuwe modellen maakt het modelbouwleven wel aangenamer hoor 8)
Zie de hier geplaatste opmerkingen ook niet als kritiek, maar wellicht kun je er wat mee. En ik volg jouw verhandelingen met veel plezier en ik 'pik' er ongetwijfeld ook weer het nodige van mee.
Groet
Peter
-
Benodigde kleuren
roodbruin wagenbak bv. Vallejo Model Air 71.271 Red Brown
verkeersblauw 20 cm hoge bies onderaan langs wagenbak bv. Vallejo Model Color 70.809 Royal Blue
ijzergrijs dak bv. Vallejo Model Air 71.053 Dark Sea Gray
gitzwart onderstel, draaistellen bv. Vallejo Model Color 70.855 Black
lichtgrijs wanden binnenzijde bv. Vallejo Model Air 71.276 USAF Light Gray
grafietgrijs vloeren binnenzijde bv. Vallejo Model Color 70.995 German Grey
Snijplot
Via de website van Sleutelspoor is een snijplot in styreen leverbaar die gebruikt kan worden bij de verbouw van een Roco blokkendoos rijtuig tot werkwagen.
De snijplot bevat diverse onderdelen, zoals plaatjes voor het dichtzetten van de deuren op de kopzijde van de wagenbak, een nieuwe wand met toegangsdeur voor het open balkon en een bodemplaatje voor dat balkon.
Nu blijkt dat de toegangsdeur vanaf het open drie deurs balkon naar de gereedschapsruimte is voorzien van een dubbele deur, zal hiervoor een nieuwe wand met dubbele deuren moeten worden gemaakt. De wand met enkele deur is overigens wel bruikbaar aan de zijde met het gesloten twee deurs balkon.
Voor het dichtzetten van een deel van de ramen met staalplaten, overeenkomstig de echte gereedschapswagen, worden in de snijplot een aantal stukjes rechthoekig styreen in de maat van de ramen meegeleverd. Echter als we op foto’s van de gereedschapswagen kijken zien we dat de stalen platen slechts voor het onderste deel van de ramen zijn aangebracht. De originele bovenlichten, de ventilatie raampjes, zijn nog in tact. Hier dient dus bij het model voor een andere oplossing gekozen te worden.
Wat ontbreekt zijn een binnenwand met deur als scheiding tussen personeelsverblijf en gereedschapsruimte en iets van een interieur voor het verblijf van het personeel. Dat betekend dus zelfbouw met styreen.
Transfers
Via de website van Sleutelspoor is ook een set transfers voor een werkwagen leverbaar. Deze transfers hebben echter een foutief nummer, het aangegeven regime (de eerste twee cijfers van de UIC-nummering) is 40. Naar mijn weten hebben de tot dienstwagens omgebouwde blokkendozen dit regime nooit gehad.
Bij de invoering van de UIC-nummering, omstreeks 1966 en verplicht vanaf 1969, was het regime 30, wat overeenkomt met ‘dienstwagen met draaistellen’. Vanaf 1980 wordt het regiem nummer 30 gewijzigd in 80. De rest van de nummering met uitzondering van het controlegetal blijft ongewijzigd.
Voor dit model zal ik de transfers zelf ontwerpen en laten vervaardigen.
-
Aandachtspunten model gereedschapswagen
Voor alle hierna genoemde details is het wenselijk dat men de beschikbare foto’s van de gereedschapswagens er bij pakt, zodat duidelijk is hoe een en ander in model moet worden uitgevoerd.
Dak
De oorspronkelijke elektrische installatie van de mCv rijtuigen is geheel verwijderd. Het dak van het rijtuig is dan ook geheel leeg met uitzondering van de zes dak ventilatoren.
Oorspronkelijk hadden de mat.’24 rijtuigen geen dak ventilatoren. Toen echter bleek dat de luchtverversing via de kleine ventilatie raampjes onvoldoende was werden er, vanaf 1928, alsnog zogenaamde torpedo luchtkokers op de daken van zowel alle nog te bouwen alsmede alle reeds bestaande rijtuigen geplaatst.
Bij de volg rijtuigen werden de ventilatoren op regelmatige afstanden op de daken aangebracht. Echter bij de motor rijtuigen was dit niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van de elektrische installatie op het dak en zijn de ventilatoren op onregelmatige afstanden geplaatst.
In het boek ‘Elektrische treinen in Nederland’ staat op bladzijde 50-51 een zij aanzicht tekening van een rijtuig type mCv, inclusief de dak ventilatoren. Op basis van bekende vaste maten blijkt dat de schaal van deze tekening 1:58,8 is. De positie van de dak ventilatoren is daarmee eenvoudig te bepalen. Bij de rijtuigen type mCv zijn de zes dak ventilatoren, in schaal 1:87 (h0), als volgt geplaatst:
Gemeten vanaf de dakrand staan, bij het open drie deurs balkon, de drie dak ventilatoren op een afstand van resp. 53, 81 en 94 mm. Bij het gesloten twee deurs balkon staan de drie dak ventilatoren op een afstand van resp. 54, 71 en 85 mm vanaf de dakrand.
Kopwanden
Op de beide kopwanden zijn links en rechts van de doorloop naar een volgend rijtuig stalen strippen aanwezig waar de voormalige vouwbalgen mede aan waren bevestigd.
Bij het Roco model rijtuig is dat nagebootst in de vorm van een omgekeerde U. Het horizontale deel hiervan dient te worden weggesneden. Dan blijven de twee staande strippen van 21,8 mm over. Om deze overeenkomstig het grote voorbeeld te krijgen dienen de beide strippen aan de bovenzijde te worden afgeschuind over een lengte van 2,5 mm. Aan de onderzijde dienen deze strippen te worden afgeschuind over een lengte van 0,75 mm.
Aan de zijde van het dichte twee deurs balkon is de doorloop naar een volgend rijtuig dichtgezet met een stalen plaat aan de buitenzijde. De beide naast gelegen ramen zijn in tact gebleven.
Aan de zijde van het open drie deurs balkon is de doorloop naar een volgend rijtuig dichtgezet met een stalen plaat aan de binnenzijde. Ook de beide naast gelegen ramen zijn aan de binnenzijde dichtgezet.
Als we bij het model een plaatje styreen aan de binnenzijde van deze kopwand aanbrengen, dan blijkt dat de openingen waar voorheen het glas inzat nogal prominent aanwezig is. Dat komt omdat de wanddikte bij het model rijtuig in verhouding natuurlijk nogal dik is. Met een dikte van 1,22 mm in schaal 1:87, zou dat in werkelijkheid zo’n 10,6 cm bedragen. Nu zijn de wanden en de deuren van een blokkendoosrijtuig in werkelijkheid best stevig maar niet zo dik.
We dienen dus de diepe openingen van de voormalige kopwand bij het model iets minder diep te laten lijken door de openingen op te vullen met precies passende stukjes styreen van zo’n 0,75 mm dikte.
Op de beide kopwanden zijn, aan beide zijden, opstelplaatsen/rekken gemaakt voor het neerzetten van een tweetal industriële gasflessen.
Net boven de bovenste bevestiging van de handrails voor de instap, zijn op de kopwanden, aan beide zijden, kleine vlaggen houders gemonteerd. Die zijn bedoeld voor het plaatsen van een gele vlag, ten teken dat er personeel aan boord is en er dus niet gerangeerd mag worden.
Bij het model rijtuig is geen sluitverlichting aangebracht, dat zal d.m.v. een klein geboord gaatje aan beide zijden, boven het raam, moeten worden gemaakt. Na het schilderen van het rijtuig kan m.b.v. een beetje Microscale Kristal Klear een lensje worden gemaakt.
-
Balkons
Bij het drie deurs balkon zijn alle drie de toegangsdeuren, aan beide zijden verwijderd. Bij de opstap treden van het balkon is de middelste trede verwijderd. Er is een stalen dubbele toegangsdeur tot de gereedschapsruimte. Aan de kopwand zijde is een (instap) handgreep geplaatst, beginnend precies aan de bovenzijde van de blauwe streep van 20 cm hoog, tot net onder de vlaggen houder. Aan de coupé wand zijde is ook een handgreep geplaatst, beginnend precies aan de bovenzijde van de blauwe streep, tot ongeveer halverwege de hoogte van het coupé raam. Op het balkon is, aan de kopwand een opstelplaats voor een aantal industriële gascilinders, deze staan in een rek en zijn vastgezet met een brede band.
Het 2 deurs balkon heeft twee toegangsdeuren met een lange handgreep in het midden. De doorloop naar een volgend rijtuig is aan de buitenzijde dichtgezet met een stalen plaat. De daarnaast aanwezige ramen op de kop van het rijtuig zijn nog aanwezig. Aan de binnenwand hangt (zichtbaar) een brandblusser.
Tussenwand tussen balkon en coupé
De tussenwand tussen het balkon en de coupé aan de zijde van het open drie deurs balkon is voorzien van een dubbele deur, zodat ook grotere gereedschappen en materialen eenvoudig in- en uitgeladen kunnen worden. De deuren zijn voorzien van een stalen plaat ter voorkoming van inbraak.
De tussen wand tussen het balkon en de coupé aan de zijde van het gesloten twee deurs balkon is ongewijzigd gebleven.
Tussenwanden in het interieur
De tussenwand tussen de coupés aan de zijde van het open drie deurs balkon is verwijderd, zodat er een ruime gereedschapsruimte van zes ramen breed kon worden gerealiseerd.
De tussenwand tussen de coupés aan de zijde van het dichte twee deurs balkon is in takt gebleven en vormt de afscheiding tussen de gereedschapsruimte en het personeelsverblijf.
De deur in de tussenwand is gebleven, wel is deze verzwaard met een stalen plaat aan de zijde van het personeelsverblijf, ter voorkoming van inbraak.
Zijwanden
Het uitlaatrooster van de gaskachel bevind zich aan de linkerzijde van het rijtuig, onder het derde raam van het personeelsverblijf, in de zijwand. Er hangen gordijntjes (vitrage) voor de ramen van het personeelsverblijf. Voor zover zichtbaar en dus zinvol zal er ook iets van een interieur moeten worden aangebracht.
Aan beide zijden van de wagenbak is, rechts naast het balkon, een vrachtbriefhouder aangebracht. Op één van de kopse kanten van het rijtuig hangt een rode knipperbol.
De ‘niet heuvelen’ rode driehoek, rechts op beide zijwanden en links op beide kopwanden.
Draaistellen
Aangezien het gaat om een tot dienstwagen verbouwde mCv, die oorspronkelijk is gebouwd in 1931 en daarmee behoord tot de 2e serie rijtuigen type mCd met de nrs.9425 - 9447 (type XII), is dit rijtuig voorzien van draaistellen type W.
Stelbalk en onderstel
Onder de rijtuigbak, aan de linker zijde, ter hoogte van de kachel uitlaat, is een rek waar tot maximaal vijf 11 kg gasflessen zijn geplaatst. Tevens zijn er onder de wagenbak een aantal rekken geplaatst voor de opslag van lange materialen zoals houten planken of balken en profielen.
Overig
Daarnaast zijn er allerlei kleine kenmerkende details, die vanaf de te bestuderen foto’s kunnen worden overgenomen.
Ook de aan te brengen opschriften kunnen van de foto’s worden overgenomen.
-
...
In het boek ‘Elektrische treinen in Nederland’ staat op bladzijde 50-51 een zij aanzicht tekening van een rijtuig type mCv, inclusief de dak ventilatoren...
Pas op met die tekeningen hoor; ze zijn niet 100 % correct. Controleer die van de mABD maar eens; daar mist het halve raam in het reizigersgedeelte op de tekening....
-
Goed opgemerkt Peter, die tekeningen zijn niet helemaal correct, dat was mij ook al opgevallen.
Maar volgens mij is de positie van de dakventilatoren wel juist. Ik ben in eerste instantie uitgegaan van de genoemde tekening. Dat verschaald naar 1:87 en dat daarna vergeleken met meerdere foto's van ex mCv rijtuigen gezien vanaf de zijkant en ik heb het idee dat dit toch best wel aardig klopt, als ik kijk naar de positie van de dakventilatoren ten opzichte van de daaronder gelegen ramen.
groet, Rob
-
Hoi Rob,
ja die ventilatoren zullen wel kloppen. Als je een hoop foto's er op na slaat; kun je e.e.a. ook wel herleiden (en controleren of de tekening juist is).
Nog een (leuke?) misser staat in het tweede deel van het boek Electrische treinen in NL; waar de slechte loop van een Mat'40 tweewagenstel wordt verweten aan het gebruikte type Jacobsdraaistel... (elke bak rust op twee eigen draaistellen); tja :-X ....
Groet en bouw ze!
Peter
-
Inmiddels is dat boek ook bijna 35 jaar oud….
-
Toen had je ook al 65 jaar Blokkendozen. Ze hadden het best goed kunnen doen ;)