BeneluxSpoor.net forum
Vraag en antwoord => (Her)beginners => Topic gestart door: Linda op 03 April 2008, 09:31:13
-
Hallo beste mensen,
Enkele dagen geleden heb ik mijn 1e bericht geplaatst omdat ik opnieuw wilde gaan beginnen met een spoorbaan. Ik heb enkele vragen gesteld en daar antwoorden op gekregen. Echter..........deze antwoorden riepen weer nieuwe vragen bij mij op. Ook bleek mij dat in deze antwoorden begippen/namen stonden van dingen, die voor jullie heel herkenbaar zijn, maar voor mij onbekend.
Na het lezen van allerlei andere onderwerpen op dit forum en op het internet, moet ik bekennen dat ik nu het "spoor" bijster ben.
Ik heb daarom het volgende besloten. Ik ga gewoon terug naar Af. Ik wil bij het begin gaan beginnen en me niet laten verleiden om een pad in te slaan waar ik niets van af weet. Daarom het volgende.
Ik wil beginnen met; Hoe werkt een Analoge spoorbaan.
Ik wil dus eerst weten hoe het electrische systeem van een spoorbaan werkt.
Als voorbeeld wil ik een baan nemen waarop 10 wissels zijn aangesloten en 5 treinen moeten gaan rijden.
Vragen die ik niet weet zijn b.v., hoeveel transformatoren heb je dan nodig. Hoe kan je met meerdere treinen tegelijk rijden zonder een botsing? Hoe kunnen de wissels onafhankelijk van elkaar werken. Pas als ik dit soort dingen weet neem ik de volgende stap.
Dus:
Is er iemand die mij in Jip en Janneke taal kan uitleggen hoe een analoge sporbaan werkt?
Is er iemand die weet waar ik informatie op het internet kan vinden?
Of is er misschien iemand die een soort handleiding heeft?
Ik heb natuurlijk dit forum al doorzocht, maar kon niets vinden, of het was te ingewikkeld voor mij.
Ik ben benieuwd naar de reacties.
groeten,
Ton
-
Hoi Ton,
Veel vragen dus. In het kort het Jip en Janneke principe:
Per loc heb je 1 trafo nodig. Zet je 2 locs op 1 trafo dan zullen ze elkaar vroeg of laat inhalen en botsen. Daarom hebben ze het digitale systeem uitgevonden.
Wil je 5 locs laten rijden dan moeten ze alle 5 hun eigen baan hebben, op gescheiden sporen!
Wissels schakel je met een drukknop. Elke wissel zijn eigen knopje.
Volgens mij zijn er best boekjes in de handel waar alles duidelijk in beschreven staat.
Groet Jaap
-
Hoi Ton,
Allereerst excuses voor het feit dat het te ingewikkeld werd.
Ik zal een poging wagen wat antwoorden te geven.
Een analoge spoorbaan kun je in principe met 1 trafo besturen.
Je hebt de keuze tussen wisselstroom (Marklin, H0) en gelijkstroom
(H0 en N)
De wissels kun je bedienen met schakelkastjes die verbonden zijn met een uitgang van de transformator. Vanuit de schakelkastjes zijn die verbonden met de wissels.
Wil je vijf treinen zonder botsen laten rijden dan zal je in je baan stukken moeten isoleren zodat je die railstukken afhankelijk kunt besturen. Dit kun je doen door evt. een tweede trafo te gaan gebruiken. Dit hoeft echter niet.
Veel wissels bijvoorbeeld hebben tegenwoordig een zelfdenkede functie. Staat de wissels bijvoorbeeld rechtdoor dan geleid de wissel ook alleen de stroom rechtdoor en kan de ene trein doorrijden. Staat de wissel afbuigend dan kan de andere trein doorrijden.
Dit was in het kort alvast een beetje uitleg.
Ga eens informeren bij een vereniging of een hobbyist bij je in de buurt. Kijk eens in de bieb naar boeken met info. Of kom eens langs in Venlo.
Groeten,
Patrick
-
Hallo Ton.
Ik zal een poging wagen, maar als een ander forumlid het wil verbeteren, prima.
Analoog rijden.
In principe heb je twee soorten, namelijk gelijkstroom en wisselstroom.
Marklin gebruikt wiselstroom, de meeste anderen gebruiken gelijkstroom.
De rails die voor wisselstroom worden gebruikt zien er ook anders uit. Wisselstroomrails hebben in het midden nog een rail zitten, dus in totaal 3 railzen. Die derde rail bestaat uit allemaal kleine puntjes. Tweerail bestaat gewoon uit 2 railzen, gewoon 1 links en 1 rechts, net als in het echt.
De treinen voor gelijkstroom en wisselstroom zijn ook verschillend.
Je hebt treinen voor wisselstroom ( b.v Marklin) en treinen voor gelijkstroom (b.v Fleishmann)
Je kunt deze treinen niet onderling uitwisselen op de beide railsystemen.
Dus een gelijkstroomloc kan niet rijden op een wisselstroom rail en omgekeerd.
Een trein die op wisselstroomrail rijdt en daarmee ook op 3 rail rail, heeft aan de onderzijde een onderdeel zitten wat een beetje op een ski lijkt. Dat is de sleper. Een gelijkstroom loc heeft dat onderdeel niet.
Ook de trafo ziet er anders uit.
Bij een gelijkstroomtrafo zit de nulstand in het midden en door de sneheidsknop links of rechtsom te draaien gaat de trein ook links of rechtsom. Hoe verder de knop wordt omgedraaid, hoe sneller de trein gaat rijden. De nulstand van de trafo zit in het midden en de trein staat dan stil.
Bij wisselstroom is het iets anders. de nulstand zit niet in het midden, maar helemaal aan de linkerkant.
Ook hier geld, hoe verder de knop wordt open gedraaid, hoe sneller de trein gaat rijden.
Wil je de rijrichting omdraaien, dan draai je de knop helemaal terug naar links en dan iets verder terug dan de nulstand. De trein zal dan van rijrichting veranderen. Hoe dat allemaal werkt kan Klaas Zondervan je glashelder uitleggen.
Dit is in een notendop hoe het analoog rijden werkt.
Over het aansturen van de wissels zijn er forumleden die je dat veel beter kunnen uitleggen dan ik.
Succes
Harm
-
Per loc heb je 1 trafo nodig. Zet je 2 locs op 1 trafo dan zullen ze elkaar vroeg of laat inhalen en botsen. Daarom hebben ze het digitale systeem uitgevonden.
Is niet helemaal waar. Het hangt samen met meerdere factoren welke je overigens ook allemaal in digitaalaansturen terug zult vinden.
Hoe meer locs per trafo (digitale unit) hoe meer je de centrale belast. Dit zie je aan het rijgedrag van je treinen (snelheden zakken in)
Het inhalen en/of botsen is een kwestie van beveiligen van je sporen. Dit kan op meerdere manieren waarbij een bloksysteem de bekendste manier is.
Zowel in analoog als digitaal is dit toe te passen.
Het voordeel van digitaal, meerdere treinen op 1 zelfde spoor die richtings onafhankelijk van elkaar rijden met verschillende of dezelfde snelheid.
mvg,
Sander
-
Kijk ook eens hier bijvoorbeeld.
EEn schat aan info voor de beginner
http://www.nproject.nl/diversen/beginnen-met-de-modeltreinen-en-modelspoor-hobby.html (http://www.nproject.nl/diversen/beginnen-met-de-modeltreinen-en-modelspoor-hobby.html)
De rest van deze site is ook erg nuttig
Groeten,
Patrick
-
Bij wisselstroom is het iets anders. de nulstand zit niet in het midden, maar helemaal aan de linkerkant.
Ook hier geld, hoe verder de knop wordt open gedraaid, hoe sneller de trein gaat rijden.
mijn gelijkstroom trafos werken ook op deze manier.helemaal naar links gedraaid zit er een ompoolschakelaar waarmee de rij richting wordt gekozen. deze zijn van mehano
groeten marco
-
Is niet helemaal waar
Klopt maar ik wilde even de Jip&Janneke-taal aanhouden en niet teveel in details treden..... :)
Groet Jaap
-
Toch ook maar even inhaken op dit onderwerp. Want ik merk dat het voor sommigen moeilijk is om hoofdlijnen van details te scheiden.
Eerst dan maar de hoofdlijnen van het verschil tussen analoog en digitaal. Bij analoog zet je een regelbare spanning op de rails. In de loc zit een motor die direct met de rails is verbonden. Dus geef je meer spanning, dan gaat de motor sneller draaien en de trein sneller rijden. Maar, als je twee treinen op hetzelfde stuk spoor zet, dan reageren ze allebei op diezelfde regeltrafo. Je kunt ze dus niet onafhankelijk besturen.
Bij digitaal staat er een bijzonder soort spanning op de baan. Het is tegelijk voeding voor de treinen, en drager van digitale boodschappen. De boodschappen zijn gericht aan de decoders in de treinen, die als motorregelaar dienen. Hier zit de regelaar dus niet op de wal, maar in de trein. Doordat elke decoder zijn eigen adres heeft, kun je ze ook individueel aanspreken. Dus ondanks het feit dat alle treinen met hun wielen op de zelfde spanning staan kun je ze wel individueel regelen.
Nu terug naar analoog. Twee treinen op hetzelfde stuk spoor reageren allebei op dezelfde regelaar. Dus als je ze apart wilt kunnen regelen, dan moet je het spoor verdelen in secties die elektrisch van elkaar geïsoleerd zijn. In een sectie is maar 1 trein tegelijk, en elke sectie is verbonden aan 1 regeltrafo. Als de trein naar een andere sectie moet, dan moet je dus de secties kunnen omschakelen van de ene naar de andere trafo. Zolang het gaat om twee trafo's en twee treinen, dan is het nog wel te doen om dit met de hand te beheersen. Maar bij meer treinen, meer trafo's en meer secties zul je al gauw de controle verliezen.
Een oplossing daarvoor is b.v. een blokstelsel. Bij ons op de clubbaan werken we op die manier. Op de hoofdbaan (een hondebot configuratie) rijden de treinen in het bloksysteem achter elkaar in rondjes. Elk blok is een elektrisch gescheiden sectie met een eigen (automatische) regelaar waarin de trein afgeremd en gestopt kan worden als hij te dicht op zijn voorganger dreigt te raken.
Op stations en rangeerterreinen wordt met de hand gewerkt met een gewone trafo. Als een trein de hoofdbaan op moet wordt hij gewoon via een wissel in het bloksysteem "geschopt". Daarbij wel even rekening houden met wat er verder op de hoofdbaan gebeurt, je kunt dit niet doen terwijl er net een trein voorbij komt.
Andersom kun je zo ook weer een trein van de hoofdbaan af halen. Wissel om naar het rangeerterrein, daar overnemen op de handregelaar en direct achter de trein het wissel weer terug zetten zodat de volgende trein weer netjes rechtdoor gaat.
-
Hallo beste mensen,
Als voorbeeld wil ik een baan nemen waarop 10 wissels zijn aangesloten en 5 treinen moeten gaan rijden.
Vragen die ik niet weet zijn b.v., hoeveel transformatoren heb je dan nodig. Hoe kan je met meerdere treinen tegelijk rijden zonder een botsing? Hoe kunnen de wissels onafhankelijk van elkaar werken. Pas als ik dit soort dingen weet neem ik de volgende stap.
Dus:
Is er iemand die mij in Jip en Janneke taal kan uitleggen hoe een analoge sporbaan werkt?
Is er iemand die weet waar ik informatie op het internet kan vinden?
Of is er misschien iemand die een soort handleiding heeft?
Beste uitleg welke ik je kan geven is 'Digitale besturing'
Het zal je op dit moment vreemd in de oren klinken, maar digitaal zijn de dingen veel eenvoudiger op te lossen dan in digitaal. En als je het handig aanpakt een stuk goedkoper.
Mvg
Wim.
-
(....) maar digitaal zijn de dingen veel eenvoudiger op te lossen dan in digitaal (....)
En dat is juist het grote mysterie voor velen bij digitaal :)
-
Hallo allemaal,
Bedankt voor jullie berichten die ik tot nu toe heb gehad. Ik moet zeggen dat me inmiddels toch veel duidelijk is geworden hoe een modelspoor werkt.
Ik heb zelf een verkeerd beeld gehad over het digitaal modelspoor. Maar nu blijkt dat digitaal eigenlijk problemen kan voorkomen als je aansluitingen goed zijn. Ook heb ik gedacht dat bij digitaal modelspoor een computer plus de software (koploper) noodzakelijk is. Dit blijkt dus niet het geval.
Maar...........ik ben nog lang niet klaar en lees dus rustig verder.
groeten,
Ton
-
Succes ermee
groeten,
Patrick
http://www.antiqbook.nl/boox/aaa/541548074.shtml (http://www.antiqbook.nl/boox/aaa/541548074.shtml) ;)
-
Bedankt voor je tip Patrick, ik heb het boek gelijk besteld. ;)
groeten,
Ton
-
Hallo beste mensen,
Ik wil beginnen met; Hoe werkt een Analoge spoorbaan.
Ik wil dus eerst weten hoe het electrische systeem van een spoorbaan werkt.
Als voorbeeld wil ik een baan nemen waarop 10 wissels zijn aangesloten en 5 treinen moeten gaan rijden.
Ik ben benieuwd naar de reacties.
groeten,
Ton
Ik denk dat als je een Jip en Janneke uitleg wilt hebben, je eerst je ambities op Jip en Janneke niveau moet bijstellen. Vijf treinen tegelijk laten rijden is denk ik niet iets wat je in een keer voor elkaar krijgt.
Dus eerst eens kijken wat er nodig is om één 1 à 2 treinen op een ovaaltje met inhaal spoor te laten rijden.
Groeten,
Hans